Alle politieke partijen op de rechterflank beloven in hun verkiezingsprogramma’s een kleinere overheid en vooral minder ambtenaren. Ter linkerzijde moet vooral het mes in het leger externen.
Ambtenaren en externen opgepast! Het mes gaat erin
Met name SP, Volt, D66 en GroenLinks/PvdA richten in hun verkiezingsprogramma’s de pijlen op de externen.
Op 29 oktober zijn er Tweede Kamerverkiezingen. Binnenlands Bestuur duikt in de plannen van de politieke partijen. Vandaag deel 7: de ambtelijke organisatie.
Lees hier deel 1: jeugdzorg, deel 2: ondermijning, deel 3: nieuwbouw, deel 4: digitale overheid, deel 5: de financiële positie van gemeenten en deel 6: energietransitie en stifstof.
Overhead
Tijdens en vlak na de corona-epidemie verstomde de gebruikelijke kritiek op de rol en omvang van de Nederlandse overheid. In moeilijke tijden was een sterke overheid zo slecht nog niet, oordeelde zelfs de VVD onder Mark Rutte destijds. Amper drie jaar later spreken de verkiezingsprogramma’s van rechts Nederland een compleet andere taal, de VVD voorop. Een sterker Nederland door een kleine overheid wordt in het programma zelfs als een speciale missie opgevoerd. ‘We dammen het aantal ambtenaren flink in en bezuinigen op de ongekende hoeveelheid overhead’, zo valt te lezen Missie 5. ‘De ene helft van de ambtenaren werkt inmiddels om de andere helft te ondersteunen of te controleren.’ Dus komt er als onderdeel van ‘de operatie effectieve overheid’ een strenge norm dat maximaal één op de vier medewerkers bij het rijk in overheadfuncties mag werken. Nu is dat nog de helft.
Regelwoud
Nederland kan volgens de liberalen toe met minder ambtenaren door met name te snoeien in het regelwoud. Met een wet wil de VVD alle departementen verplichten om per kabinetsperiode aantoonbaar wet- en regelgeving te schrappen of te versimpelen. En ook hier komt er een norm: de regeldruknorm. Die stelt dat de ervaren regeldruk binnen vijf jaar met minstens 25 procent moet zijn gedaald.
De enig overgebleven coalitiegenoot in het demissionaire kabinet, BBB, zet eveneens in op minder regels, minder ambtenaren. Dit alles in combinatie met een structurele bezuiniging (apparaatskorting) op de meeste ministeries en andere overheidsorganisaties, met uitzondering van uitvoerende diensten zoals, politie, inspecties en uitvoeringsorganisaties.
Kunstmatige intelligentie
Gewezen coalitiegenoot PVV wil eveneens het mes zetten in ‘het uitdijende ambtenarenapparaat.’ JA21 pleit in haar verkiezingsprogramma voor een minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie die de overheid kleiner en doeltreffender moet maken door onnodige regels en overheidsstructuren af te bouwen en het aantal ambtenaren structureel terug te brengen. FvD wil met name door inzet van kunstmatige intelligentie binnen de overheid bereiken dat er minder ambtenaren nodig zijn. Als stok achter de deur pleit de partij ervoor dat de rijksoverheidsuitgaven verplicht ieder jaar 3 procent krimpen, ‘zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.’
Randstad-focus
De ChristenUnie wil op een ander manier komen tot minder ambtenaren: een weging van alle bestaande (beleids)regels om duidelijk te krijgen of ze nodig zijn, of ze bijdragen aan het beoogde doel en wat het kost om ze uit te voeren. Alle regels die deze toets niet doorstaan, worden afgeschaft. ‘Dit leidt tot minder knellende wetgeving, verlicht de administratieve druk en maakt dat we minder ambtenaren nodig hebben.’
Minder uitgesproken is het verkiezingsprogramma van de SGP waar het gaat om de omvang van de overheid. De partij wil vooral dat de werkgelegenheid van de rijksoverheid evenrediger wordt verdeeld over de provincies, met name om Zeeland, Flevoland, Limburg, Friesland en Drenthe meer recht te doen. Ook NSC en het CDA zetten in op het spreiden van overheidsinstanties over het land. De rijksoverheid moet haar Randstad-focus doorbreken. In 2024 werkten ruim 210.000 ambtenaren (fte) van de 353.000 bij de rijksoverheid in de Randstad’, aldus NSC. Inspecties en eventueel ook ministeries moeten verhuizen naar de regio’s daarbuiten. En er moet een bindende verhuisnorm komen ‘want anders verandert er niets.’
Uitvoeringsorganisaties
Het CDA zet daarnaast ‘rigoureus’ het mes in de regelgeving met als doel een lagere uitvoeringslast voor uitvoerders, burgers en ondernemingen. De winst van een effectievere overheid is in de ogen van het CDA ook een kleinere overheid. Ook NSC stelt in haar verkiezingsprogramma te streven naar een vermindering van het aantal rijksambtenaren, waarbij uitvoerende organisaties worden ontzien. De taakstelling voor departementen wordt daarbij zoveel mogelijk gekoppeld aan het terugdringen van regels en administratieve lasten.
Consultants
Ter linkerzijde wordt iets minder de nadruk gelegd op een kleinere overheid. Bij de SP gebeurt dat nog wel. De partij van lijsttrekker Jimmy Dijk wil vooral minder managers en minder controledwang om zo uitvoerende ambtenaren de ruimte te geven hun werk te doen. En vooral ook: kappen met consultants. Overheden dienen te investeren in de kennis en kunde van eigen medewerkers waardoor het beleid beter wordt. Ook specialistische kennis moet de overheid gewoon in huis hebben. De afhankelijkheid van allerlei dure consultants en adviseurs stopt en de Roemernorm – maximaal 10 procent van de totale loonsom voor externe inhuur – wordt gehandhaafd en zelfs aangescherpt.
Roemernorm
Ook Volt, D66 en GroenLinks/PvdA richten in hun verkiezingsprogramma’s de pijlen op de externen. De overheid is volgens GroenLinks/PvdA te vaak afhankelijk van dure consultants bij het uitvoeren van kerntaken en daarom moet het rijk zich gaan zich houden aan het maximum van 10 procent externe inhuur. Bovendien wordt het verboden om een concurrentiebeding op te nemen voor werknemers die de overstap willen maken naar de rijksoverheid. Volt en D66 noemen die Roemernorm niet expliciet, maar vinden wel dat de overheid te veel op extern advies leunt. En afhankelijkheid van externe inhuur, zoals consultants, ondermijnt de ambtelijke expertise en maakt de overheid in hun ogen kwetsbaar. Het leidende principe wordt wat Volt betreft ‘zelf doen, tenzij’. Het daarmee bespaarde geld is vervolgens voor het opbouwen en behouden van interne deskundigheid en expertise. Zo moet er een verplichte basistraining komen voor zowel politici als ambtenaren op het gebied van digitale vaardigheden en AI.
Toezicht
Volt wil vooral de positie van de uitvoerende macht wil versterken. Uitvoeringsorganisaties dienen een volwaardige plaats te krijgen aan de beleidstafels, zodat de uitvoerbaarheid van meet af aan wordt meegenomen. En dat niet alleen: uitvoerders mogen straks aan de noodrem trekken als beleid in strijd is met goed bestuur. De focus bij GroenLinks/PvdA ligt vooral op extra investeringen in toezicht en handhaving, zowel in mensen als in middelen. ‘Zonder toezicht en handhaving verliest elke wet- en regelgeving haar kracht. Zo raken burgers het vertrouwen in de overheid kwijt.’ Toezichthouders krijgen daarom een sterkere, wettelijk verankerde positie om onafhankelijk te opereren.
Afwijking
D66 zegt daarnaast de regeldruk tegen het licht te willen houden. Waar mogelijk worden regels afgeschaft en versimpeld: ‘Dit betekent ook dat we niet meer steeds de mogelijke uitzonderingen op een regel vooraf opschrijven. Om te zorgen dat beleid zonder die uitzonderingen niet oneerlijk uitpakt, geven we uitvoeringsorganisaties zelf de mogelijkheid om waar nodig van de regels af te wijken.’
Een afwijkend geluid is te horen bij de Partij voor de Dieren. In het verkiezingsprogramma wordt niet gerept over een kleinere overheid en minder regelgeving. Eerder moeten er zelfs meer en vaak ook strengere regels bij komen, onder andere op het gebied van milieu, voedselveiligheid en dierenwelzijn.

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.