De financiële positie van gemeenten en het ravijnjaar bezorgen al jaren menig wethouder financiën slapeloze nachten. Wat kunnen zij verwachten van de partijen die meedoen aan de Tweede Kamerverkiezingen van volgende week, woensdag 29 oktober? Hoewel de meeste partijen in hun verkiezingsprogramma schrijven dat gemeenten voldoende middelen moeten krijgen om hun wettelijke taken uit te voeren, maken ze andere keuzes over hoe zij aan die middelen moeten komen.
Autonomie gemeenten verdeelt meer dan financiën
Politieke partijen zijn redelijk eensgezind over de financiering, maar niet over de beleidsvrijheid voor gemeenten.

Op 29 oktober zijn er weer Tweede Kamerverkiezingen. Binnenlands Bestuur duikt in de plannen van de politieke partijen en de gevolgen voor gemeenten, provincies en waterschappen. Vandaag deel 5: het gemeentefonds. Lees hier deel 1: jeugdzorg, deel 2: ondermijning, deel 3: nieuwbouw en deel 4: digitale overheid.
Weinig aandacht bij BBB en PVV
Niet alle partijen hebben in hun programma iets opgenomen over de financiën van gemeenten. PVV en BBB, hoewel beide binnen verschillende domeinen een belangrijke rol zien voor de lokale overheid, hebben geen paragraaf over het gemeentefonds, lokale belastingen of de balans tussen taken en middelen. BBB, die wel wil intensiveren op verschillende individuele onderdelen binnen het gemeentelijk taakveld, schrijft te willen onderzoeken of de Regio Deals kunnen worden afgeschaft en vervangen met meer structurele financiering voor regio’s.
JA21, SP en D66 meest uitgesproken
Daarentegen zijn er een aantal partijen die in meer of mindere mate de alarmklok luiden. JA21 is kritisch op de kortingen op het gemeentefonds waarmee gemeenten worden geconfronteerd. Die moeten volgens de partij van tafel, met name vanwege de problemen die er bestaan in het sociaal domein. De SP en D66 zijn het meest uitgesproken over de financiële positie van gemeenten. Zo schrijft de SP over een ‘jarenlange kaalslag’ die moet stoppen en stelt D66 dat gemeenten ‘steeds meer taken van het Rijk gekregen zonder voldoende geld’.
GroenLinks-PvdA verwijst naar ROB
GroenLinks-PvdA verwijst in haar verkiezingsprogramma naar het in maart gepubliceerde ROB-rapport ‘Afrekenen met disbalans’, waarin wordt bevestigd dat er een disbalans bestaat tussen de taken en middelen van gemeenten en waaruit blijkt dat het rijk amper zicht heeft op de taken die gemeenten allemaal in medebewind uitvoeren. De partij wil de adviezen van de ROB nauwgezet uitvoeren, waaronder dat het gemeentefonds meegroeit met het takenpakken. Partij voor de Dieren schrijft in haar programma dat taken alleen nog mogen worden overgedragen aan lokale overheden als dat financieel haalbaar is, maar ook qua expertise en menskracht.
VVD en CDA pleiten voor bestedingsvrijheid
Gematigder zijn CDA en VVD, die wel benadrukken dat de taken en de middelen in balans moeten zijn, maar zich niet zozeer uitspreken over de mate waarin dit nu niet het geval is. Beide hebben ze het over meer bestedingsvrijheid voor gemeenten. De VVD schrijft minder specifieke uitkeringen te willen en het CDA pleit voor een lagere verantwoordingslast. Daarentegen wil de VVD de autonomie van gemeenten om zelf inkomsten te verwerven juist beperken. De partij pleit voor een maximering van de Ozb-stijging en het invoeren van een ingezeteneheffing als alternatief voor bestaande lokale belastingen.
Lokale belastingen beperken of uitbreiden?
In dat standpunt wordt de VVD gesteund door enkel Forum voor Democratie. Die partij gaat zelfs nog iets verder en wil de Ozb daarnaast ook loskoppelen van de woningwaarde, waardoor er enkel een tarief per inwoner wordt betaald. Daartegenover staat D66, die juist het lokale belastinggebied wil uitbreiden. Dat bevordert volgens de partij de zelfbeschikking van gemeenten en maakt het ook makkelijker om keuzes te verantwoorden aan inwoners. D66 stelt dat dit niet hoeft te leiden tot hogere belastingen voor inwoners omdat tegelijk met het invoeren van nieuwe lokale belastingen de inkomstenbelastingen naar beneden kunnen worden gebracht.
Bestedingsruimte speerpunt CDA
Een opvallend speerpunt van het CDA is de invoering van een gegarandeerde ondergrens als het gaat om de gemeentelijke autonomie, het zogeheten ’samenlevingsdeel’. Dat zou betekenen dat er in gemeentelijke begrotingen altijd een minimale beschikbare ruimte moet zijn om te investeren in zaken als sport, cultuur, verenigingen, vrijwilligers en buurtprogramma’s. Onderwerpen waarover geen door het rijk opgelegde verplichting of taakstelling bestaat.
Onafhankelijke arbiter
In het programma van GroenLinks-PvdA is ook een bijzonder standpunt te vinden over het gemeentefonds en de onderlinge verhoudingen tussen de bestuurslagen. Met in het achterhoofd de discussie tussen gemeenten en het rijk, die bijna escaleerde tot een juridisch conflict, pleit de partij voor het invoeren van een ‘onafhankelijke arbiter’ voor financiële verhoudingen. Dit onafhankelijke orgaan moet zich gaan bezighouden met het monitoren van de balans tussen taken en middelen en de indexatie van het gemeentefonds. Mochten er weer geschillen komen over financiën kan deze arbiter ook knopen doorhakken.
In dit overzicht zijn alleen de tien grootste partijen meegenomen, op basis van de Ipsos-peiling van 16 oktober. Dat zijn PVV, GroenLinks-PvdA, CDA, VVD, D66, JA21, FvD, SP, PvdD en BBB.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
De kosten van de zorgverzekering naar draagkracht belasten is onzin. Er wordt
-naast de evenredige loon- en inkomstenbelasting- al meer dan voldoende naar draagkracht belast. De ondemocratisch bestuurde éénmanspartij PVV is voornamelijk bezig met onhaalbare luchtbellen (o.a. ook AOW met 65 jaar). Het is ook een partij van bestuursplakkers en weglopers uit de bestuursorganen.