Bijstandsgerechtigden die hun woning delen, leveren door de kostendelersnorm een deel van hun uitkering in. Meerdere politieke partijen willen die regeling schrappen om zo de druk op de woningmarkt te verlichten. Maar volgens hoogleraren Raymond Gradus en Pierre Koning zal dat nauwelijks helpen. In Trouw waarschuwen zij voor forse kosten en nieuwe uitvoeringsproblemen.
‘Afschaffen kostendelersnorm helpt woningmarkt nauwelijks’
Twee hoogleraren van de Vrije Universiteit Amsterdam uiten hun zorgen over mogelijke kosten van honderden miljoenen euro’s
Financieel gestraft
De kostendelersnorm, onderdeel van de Participatiewet, bepaalt dat bijstandsgerechtigden met bijvoorbeeld een inwonend kind (vanaf 27 jaar) of een onderhuurder een lagere uitkering krijgen. De gedachte hierachter is dat zij woon- en huishoudkosten kunnen delen. ChristenUnie, SP, Volt, DENK, CDA, GroenLinks-PvdA, Partij voor de Dieren en D66 willen die korting afschaffen. Veel woningdelers zouden dan een hogere uitkering krijgen. Gehuwden overigens niet. Zij vormen namelijk echt een gezamenlijke huishouding.
Als argument voor afschaffing wordt vaak de woningnood genoemd. Zo stelt D66 dat mensen die willen samenwonen, dat ook moeten kunnen zonder financieel te worden gestraft. Maar of de woningmarkt daarmee daadwerkelijk wordt ontlast, is volgens Gradus en Koning zeer de vraag.
Jongvolwassenen
Afschaffing van de kostendelersnorm kost naar schatting 400 miljoen euro per jaar, schrijven de hoogleraren economie in Trouw. Zo’n 100.000 uitkeringsgerechtigden gaan erop vooruit; ongeveer de helft krijgt er 500 euro per maand bij. ‘De groep die hiervan profiteert is divers’, menen Gradus en Koning. Van ouderen met een onvolledige AOW tot jongvolwassenen die bij hun ouders wonen.
Toch verwachten de wetenschappers dat de groep jongvolwassenen die profiteert relatief klein blijft. De leeftijdsgrens voor de kostendelersnorm is in 2023 verhoogd van 21 naar 27 jaar. ‘Daarnaast kunnen gemeenten via een hardheidsclausule besluiten om jongvolwassenen vanaf 27 jaar niet mee te tellen als kostendeler voor de uitkering van volwassenen. Ook staan steeds meer gemeenten nu al toe dat mensen met een bijstandsuitkering die een kamer over hebben, wat bijverdienen als hospita.’
Latrelatie
Voor de woningmarkt is het effect op voorhand moeilijk in te schatten, stellen Gradus en Koning. ‘Er zullen nu mensen met een lat-relatie zijn die vanwege de kostendelersnorm apart blijven wonen. Eerder onderzoek onder ouderen met een lat-relatie wees uit dat slechts 17 procent zou gaan samenwonen als de AOW-uitkering dan niet omlaag gaat. Er is geen reden om aan te nemen dat dit voor lattende bijstandsgerechtigden anders ligt.’
350 woningen
Uitgaande van de aantallen alleenstaanden in de bijstand en met hetzelfde gebrek aan animo om na afschaffing van de kostendelersnorm samen te gaan wonen, zou dit volgens Gradus en Koning zo’n 350 woningen opleveren. Daar voegen de hoogleraren aan toe dat het afschaffen van de kostendelersnorm meer nadelen kent. ‘Het effect op de arbeidsmarkt is ronduit negatief, omdat de overgang van niet-werken naar werken door de hogere uitkering nog onaantrekkelijker wordt. In een vergrijzende samenleving met steeds grotere tekorten op de arbeidsmarkt gaat van dit voorstel een verkeerd signaal uit.’
Complexer
Maar, zeggen de twee, misschien wel het belangrijkste nadeel is dat afschaffing de uitvoering aanzienlijk compliceert. ‘Dit voorstel betekent dat je alleen gekort wordt als je getrouwd bent of een samenlevingscontract hebt. Je zou dus kunnen samenwonen met een vriend of vriendin zonder gekort te worden. Maar officieel samenwonen moet je vooral niet doen. De kosten zouden daarom weleens hoger kunnen uitvallen dan 400 miljoen, waar het CPB nu vanuit gaat.’
Wat Gradus en Koning betreft past het afschaffen van de kostendelersnorm dan ook niet bij het vlottrekken van de woningmarkt. ‘Het zadelt de uitvoering met een onmogelijke situatie op, kost veel geld en helpt woningmarkt amper of niet vooruit’, aldus de hoogleraren.

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.