Het merendeel van de gemeenten heeft de randvoorwaarden om de ambities van het tweede Sportakkoord te realiseren op orde, maar vooralsnog blijven de langetermijneffecten onzichtbaar. Dat blijkt uit een nieuwe voortgangsrapportage door het Mulier Instituut. Hoewel de lokale inzet is toegenomen wordt er niet meer bewogen en is er nog steeds structureel ongelijkheid.
Sportakkoorden na 7 jaar nog geen effect
Het merendeel van de gemeenten heeft de randvoorwaarden op orde, maar sommigen laten steken vallen.
'Niet gefaald'
Dat betekent niet dat het beleid heeft gefaald, aldus het Mulier Instituut in haar eindconclusie. Het Sportakkoord moet een systeemverandering teweegbrengen, een die zich lastig kwantitatief laat onderbouwen. ‘Je kunt niet zomaar stellen dat elke verandering in een wijk het directe gevolg is van een interventie die daar is uitgevoerd. Er spelen immers altijd meerdere factoren tegelijkertijd. En in veel gevallen richt beleid zich op het dempen van ongelijkheid of het voorkomen van achteruitgang – niet per se op het realiseren van direct meetbare groei.’
Indicatoren veranderen niet
Sinds de start van het eerste Sportakkoord in 2018 is er vrijwel niks veranderd aan belangrijke indicatoren als het voldoen aan beweegrichtlijnen en wekelijkse sportdeelname. Zo voldoet nog steeds slechts de helft van de Nederlanders ouder dan 4 jaar aan de beweegrichtlijnen. Grote verschillen zijn er nog steeds naar sociaaleconomische status, fysieke beperking en herkomst. Volgens het Mulier Instituut zijn de randvoorwaarden om deze indicatoren op de lange termijn positief te stimuleren inmiddels wel steeds meer aanwezig.
Randvoorwaarden
Zo heeft drie kwart van de gemeenten inmiddels een kernteam dat de regie voert voor de uitvoering van het lokale sportakkoord. Bijna alle gemeenten hebben een coördinator sport en preventie. Ook de lokale samenwerking tussen gemeenten en sportaanbieders is toegenomen. Al met al is het lokale sportlandschap professioneler, toegankelijker en beter georganiseerd geworden. Het terugzien van de effecten daarvan vergt volgens het Mulier Instituut een lange adem.
Gemeenten laten steken vallen
Daarentegen zijn er ook in de basis nog flinke stappen te zetten. Opmerkelijk is dat een kwart van de gemeenten dus geen kernteam heeft, terwijl het hebben daarvan een voorwaarde is om budget te krijgen. 16 procent van de gemeenten had ooit een kernteam, maar heeft die opgeheven. Een ruime meerderheid van de gemeenten heeft daarnaast ook nog steeds geen plan van aanpak voor sociale veiligheid. Sportaanbieders blijken antidiscriminatie en inclusie ook nog steeds niet als prioriteiten te zien. Veelal omdat zij vinden dat discriminatie weinig voorkomt.
Lokale regelingen slecht bereikt
Hoewel uit het onderzoek door het Mulier Instituut blijkt dat de beleidsaandacht voor de financiële toegankelijkheid tot sporten en bewegen is toegenomen, vinden veel mensen de kosten van sporten ook nog steeds te hoog. De lokale armoederegelingen die in steeds meer gemeenten te vinden zijn hebben daar nog geen verandering in gebracht. Uit het rapport blijkt dan ook dat die regelingen vaak lastig te vinden en te begrijpen zijn.
Onderwijs
Ten slotte wordt de ambitie meer jongeren aan het bewegen te krijgen bedreigd met een nieuwe uitdaging, namelijk het in 2027 wegvallen van de inzet van vakleerkrachten vanuit de Brede Regeling Combinatiefuncties (BRC). Hiermee worden nu vakleerkrachten bewegingsonderwijs gefinancierd. Het bewegingsonderwijs wordt vanaf dat moment volledig ondergebracht bij scholen. Zonder extra financiering kan het sportaanbod hierdoor onder druk komen te staan. Daarbij komt dat onderwijsorganisaties in veel gemeenten nog niet betrokken zijn bij het kernteam.

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.