Gemeenten die geld verdienen aan reclameborden of het beheer van hypotheken, kunnen binnenkort te maken krijgen met vennootschapsbelasting. Dat blijkt uit een recente conclusie van de advocaat-generaal (AG) bij de Hoge Raad. Volgens de AG overschrijden sommige gemeentelijke activiteiten de grens tussen normaal vermogensbeheer en ondernemerschap.
Belastingplicht dreigt voor gemeentelijke bijverdiensten
De vraag rijst of gemeenten voor verstrekte leningen zoals startersleningen nu ook vennootschapsbelasting moeten betalen.
Vennootschapsbelasting
Advocatenkantoor Dirkzwager schrijft op haar website over de conclusie van de AG dat publiekrechtelijke rechtspersonen, waaronder gemeenten, sinds 2016 vennootschapsbelasting (Vpb) moeten betalen als zij een onderneming drijven. Of dat zo is, hangt af van drie criteria: er moet sprake zijn van een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal, deelname aan het economisch verkeer en een winstoogmerk.
Zes zaken bij de Hoge Raad
Volgens Dirkzwager liggen er momenteel zes zaken voor bij de Hoge Raad waarin de belastingplicht van overheidsondernemingen centraal staat. De zaak waarover de AG recent een advies heeft uitgebracht draait om een gemeente die via de APV reclame-uitingen langs de openbare weg heeft verboden, behalve bij betaling van een jaarlijkse vergoeding. Daarmee verdient de gemeente jaarlijks tonnen. Ook heeft de gemeente een portefeuille met hypothecaire leningen die zij tot 2007 verstrekte aan personeel en medewerkers van lokale onderwijsinstellingen, waarover flinke rente-inkomsten worden verdiend.
Wel of geen ondernemer?
De belastingdienst legde de gemeente in kwestie al in 2016 een aanslag Vpb op. Daartegen ging de gemeente in bezwaar en beroep. Het gerechtshof oordeelde uiteindelijk dat beide activiteiten onder normaal vermogensbeheer vielen. ‘Kenmerkend voor normaal vermogensbeheer is dat bestaande vermogensbestanddelen passief ter beschikking worden gesteld aan een ander tegen een vergoeding’, aldus Dirkzwager. De AG zegt nu echter dat er door deze activiteiten een nieuw vermogensrecht gecreëerd wordt. Ook is de winstmarge van 481 procent ruimschoots meer dan bij normaal vermogensbeheer mag worden verwacht.
Gevolgen andere verdienmodellen
Dat betekent dat de gemeente in de ogen van de AG wel degelijk Vpb-plichtig is. Volgens Dirkszwager rijst dit ook de vraag of gemeenten voor andere leningen zoals startersleningen nu ook Vpb-plcihting zijn, althans wanneer de Hoge Raad het advies van de AG overneemt. ‘Bij dergelijke leningen zal onder omstandigheden sprake kunnen zijn van een zodanige inzet van arbeid en kapitaal dat deze verder gaat dan normaal vermogensbeheer en daardoor als ondernemerschap kwalificeert. Een duidelijk oordeel van de Hoge Raad op het gebied van de hypotheekverstrekking zal derhalve van groot belang kunnen zijn voor de praktijk.’

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.