Overslaan en naar de inhoud gaan

De raad moet echt aan het hoofd gaan staan

De gemeenteraad kan het hoofdschap waardevoller invullen door meer en beter te gaan controleren en dat als primaire taak te beschouwen.

gemeenteraad hoofdschap
- Shutterstock

Aan het hoofd van de gemeente staat de raad, aldus Artikel 125 van de Grondwet. Raadsleden wordt bij hun aantreden verteld dat ze ‘over alles’ gaan. En de Vereniging van Raadsleden en die van Griffiers zullen te pas en te onpas raadsleden hierop wijzen. In dit essay betogen Peter Castenmiller, Vincent van Stipdonk en Marcel van Dam dat de raad het hoofdschap waardevoller kan invullen door meer en beter te gaan controleren en dat als primaire taak te beschouwen.

Hoofdschap van de raad

Wat betekent het in de praktijk dat je over alles gaat? Kan de gemeenteraad dat wel waarmaken? Al sinds het einde van de 19e eeuw, het huidige bestel was nog geen halve eeuw operationeel, stelt menig bestuurskundige hier grote vraagtekens bij. Aan het einde van de 20ste eeuw was er de interventie van de Staatscommissie Dualisme en Lokale democratie om ‘het hoofdschap van de raad’ te concretiseren en te bevestigen. En sinds de daarop volgende invoering van het dualisme wordt te pas en te onpas genoemd dat gemeenteraden kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende verantwoordelijkheden zouden (moeten) hebben.

Controleren niet populair

Dat is wat vreemd, aangezien de Staatscommissie zelf vier ‘primaten’ onderscheidt: een controlerend, een regelgevend, een bestuurlijk en een budgettair primaat. En de Staatscommissie begint deze opsomming met het controlerende primaat. Een tikkeltje verrassend, omdat controle in de praktijk niet zo populair is bij raadsleden. Veel raadsleden gaan de politiek in om ‘dingen voor elkaar te krijgen’ en worden niet vrolijk van het stoffige imago van controle. Toegegeven, je kunt als raadslid wel dingen voor elkaar krijgen – uiteindelijk neemt de raad de besluiten –, maar in de praktijk komen er zelden initiatiefvoorstellen uit de raad.

Controlerende rol heeft meerwaarde

Probeer vandaag de dag maar eens goed doordachte en onderbouwde beleidsvoorstellen te maken. Het is waarschijnlijk een illusie om te denken dat je dat als raadslid, vrijwilliger in een nevenfunctie, beter zou kunnen dan het college. Het college beschikt over vele professioneel getrainde, goed opgeleide en in de materie deskundige ambtenaren. Maar juist dan heeft de controlerende rol van de raad meerwaarde. Als raadslid kan je in de gaten houden of de bestuurders afspraken over nieuw of bij te stellen beleid nakomen, of die plannen in lijn zijn met de ambities van jou als raadslid (c.q. jouw fractie) en of die plannen conform het besluit uitgevoerd worden.

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

De raad kan het hoofdschap waardevol invullen door meer en beter te gaan controleren

Waardevolle invulling

Dat alles is controleren in de oorspronkelijke betekenis van het woord: het middelfranse ‘contre-rôle’. Dit betekent letterlijk het ‘tegenregister’ dat dient ter ­controle van het originele register (met als kernvraag ‘heeft het college het goed gedaan’?). In de uitvoering kunnen onbedoelde en ongewenste effecten optreden, waar je als raadslid aandacht voor kunt vragen. In het licht van de vele ambities die raadsleden, zeker in verkiezingstijd, zullen verkondigen, lijkt dit wellicht een bescheiden invulling van de essentie van het raadswerk. Ons inziens is het echter wel een realistische – en ook waardevolle – invulling.

Niet stoffig en saai

Controleren is niet stoffig en saai. Het beperkt zich niet tot het uitpluizen van de begroting en de rekening of het uitspellen van evaluaties en rapporten. Controleren is het bewaken dat het college de goede dingen goed doet. De raad kan het hoofdschap waardevol invullen door meer en beter te gaan controleren. En het versterken van dat controlerende primaat vraagt niet zozeer om meer of betere instrumenten, als wel om een andere benadering van het controleren en het volksvertegenwoordigen.

Marcel van Dam is zelfstandig politiek-bestuurlijk adviseur en interim-griffier.
Vincent van Stipdonk is zelfstandig adviseur/onderzoeker lokale democratie en lid van de rekenkamers van Breda en Delft.
Peter Castenmiller is adviseur bij PBLQ, docent bij het instituut politicologie van de Universiteit Leiden en de faculteit bestuurskunde van de VU en voorzitter van de Rekenkamer Delft.

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

Dit essay is gebaseerd op een artikel dat verschijnt in Bestuurswetenschappen, 2025, nummer 3.

Lees het hele essay deze week in BB20.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Melden als ongepast

Door u gemelde berichten worden door ons verwijderd indien ze niet voldoen aan onze gebruiksvoorwaarden.

Schrijvers van gemelde berichten zien niet wie de melding heeft gedaan.

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in