Minister Hermans kan fluiten naar een advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur over hoeveel geld gemeenten en provincies nodig zouden hebben voor hun taken rondom het klimaat- en energiebeleid. Eerst is meer inzicht nodig in de (nieuwe) beleidsmaatregelen van het rijk die mogelijk tot extra uitvoeringskosten leiden.
Geen klimaatplannen? Dan geen advies over kosten uitvoering
De ROB vindt beschikbaar stellen van geld zonder duidelijkheid over de bijdrage aan het realiseren van de gestelde doelen onverstandig.
Uniek
De weigering in te gaan op de adviesvraag meldt de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in een brief aan de minister van Klimaat en Groene Groei. Dat de onafhankelijke adviesraad een door de minister gevraagd advies naast zich neerlegt is uniek.
De VVD-minister vroeg de ROB advies uit te brengen over de voor 2031 tot en met 2035 benodigde uitvoeringsmiddelen door provincies en gemeenten voor hun taken rondom het klimaat- en energiebeleid en over de wijze van bekostiging van die investeringen.
Voorbarig
De ROB laat weten het op dit moment voorbarig te achten de adviesvraag te beantwoorden. Allereerst, zo stelt de ROB, is aan het vorige advies – Koersen op klimaatneutraal – met daarin ramingen over de financiële consequenties van het klimaat- en energiebeleid geen gevolg gegeven. Een vervolgrapport zou dat probleem niet oplossen, aldus de adviesraad. ‘Tegelijkertijd zijn de beleidsdoelstellingen en de bijbehorende inspanningen ongewijzigd gebleven. Hierdoor dreigen diverse decentrale overheden in een financiële klem te raken. Als zij vasthouden aan de doelstellingen, draaien zij zelf op voor de financiële consequenties. Kiezen zij daarentegen ervoor om het beschikbare budget als leidraad te nemen, dan komen de beleidsdoelstellingen en ambities in het gedrang.’
Onverstandig
Daarnaast stipt de ROB de problemen aan met de uitvoeringscapaciteit. Een gebrek daaraan belemmert de voortgang van het klimaat- en energiebeleid. Het beschikbaar stellen van (extra) middelen zonder inzicht in de mate waarin die bijdragen aan het realiseren van de gestelde doelen, vindt de Raad daarom onverstandig. Het voorstel aan de minister is om samen met de Vereniging van Nederlands Gemeenten nadere maatregelen uit te werken om de uitvoeringscapaciteit van met name kleine en middelgrote gemeenten te versterken.
De ROB zegt wel het belang te erkennen van een toereikende financiering van decentrale overheden voor de uitvoering van het klimaat- en energiebeleid, maar vooralsnog ontbreekt te overtuiging dat aanvullend onderzoek en advies over de uitvoeringskosten na 2030 in deze fase van toegevoegde waarde zijn. De ROB vindt dat het beschikbaar stellen van (extra) middelen zonder duidelijkheid over de bijdrage aan het realiseren van de gestelde doelen niet verstandig is.
Gerichte inschatting
Voor het schatten van de benodigde investeringskosten voor het klimaat- en energiebeleid, is het allereerst noodzakelijk om inzicht te verkrijgen in de mate van betrokkenheid van decentrale overheden bij die investeringen. Dat vergt echter primair een beleidsmatige afweging en betreft minder een onderzoeksvraag, aldus de ROB. ‘Voor de meest omvangrijke investeringsopgaven geldt daarbij dat het vooralsnog ontbreekt aan een eenduidig uitgekristalliseerd beeld om algemene conclusies te kunnen trekken.’
Pas na verloop van tijd is het volgens de adviesraad mogelijk op basis van de ervaringen en inzichten een inschatting te maken van de knelpunten. En pas op grond van een dergelijk overzicht zou vervolgens een gerichte inschatting van de benodigde investeringskosten kunnen worden gemaakt.
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 20 van deze week.

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.