De burgemeester van Amsterdam Femke Halsema mocht in haar rol als voorzitter van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland in september 2020 een demonstratie van Extinction Rebellion op het Gustav Mahlerplein beëindigen, zo oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De demonstranten hielden zich niet aan de voorschriften: zij blokkeerden wegen in strijd met de vergunning. Een noodbevel op basis van artikel 175 van de Gemeentewet om hen te laten vertrekken was daarom gerechtvaardigd.
Wegsturen XR demonstranten rechtmatig, verplaatsen niet
Burgemeester Halsema mocht een demonstratie van XR beëindigen. Maar een opdracht hen met bussen te verplaatsen was niet rechtmatig.

Juridisch onhoudbaar
De burgemeester ging echter een stap verder. In het noodbevel stond dat demonstranten die weigerden te vertrekken met bussen naar een andere, onbekende locatie zouden worden vervoerd. Dat besluit blijkt juridisch onhoudbaar.
Volgens de hoogste bestuursrechter had de voorzitter zich bij het zogenoemde bestuurlijk verplaatsen moeten baseren op artikel 176a van de Gemeentewet, een bepaling die specifiek is bedoeld voor dergelijke maatregelen. De inzet van bussen om mensen gedwongen te verplaatsen, wat neerkomt op tijdelijke vrijheidsontneming, vereist een duidelijke wettelijke grondslag. Die ontbreekt als alleen artikel 175 wordt gebruikt.
Grondwet
De rechtbank Amsterdam had dit al eerder vastgesteld. De uitspraak van vandaag bevestigt dat bestuurlijk verplaatsen zonder de juiste juridische basis in strijd is met de Grondwet. De grondwettelijke waarborging van bewegingsvrijheid verlangt dat de overheid terughoudend en zorgvuldig omgaat met ingrijpende maatregelen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.