De aanpak van ondermijning in Caribisch Nederland is effectief, blijkt uit het aantal uitgevoerde strafrechtelijke onderzoeken die ook tot onherroepelijke uitspraken zijn gekomen. Dat schrijven Foort van Oosten, demissionair minister van Justitie en Veiligheid, en Eddie van Marum, demissionair staatssecretaris van BZK aan de Kamer.
Aanpak ondermijning Caribisch Nederland ‘effectief’
Het aantal uitgevoerde en afgeronde strafrechtelijke onderzoeken laat zien dat de ondermijningsaanpak in Caribisch Nederland effectief is.

Herstel vertrouwen in openbaar bestuur
Er zijn in Caribisch Nederland grote strafrechtelijke onderzoeken uitgevoerd naar politically exposed persons (PEP’s), medewerkers van (overheids)bedrijven en andere betrokkenen. Die aanpak kan dus effectief worden genoemd, hoewel er over individuele casuïstiek en rapportages door ketenpartners geen uitspraken kunnen worden gedaan. De effectiviteit van de onderzoeken werkt volgens de bewindspersonen op drie niveaus: zij bestraffen crimineel gedrag van hooggeplaatste of publiek zichtbare personen, maken bestuurlijke en institutionele kwetsbaarheden zichtbaar en hebben een uitstraling naar de samenleving door te laten zien dat niemand boven de wet staat. ‘Daarmee dragen zij bij aan het herstel en behoud van vertrouwen in het openbaar bestuur.’
Aangescherpte doelstellingen
In 2021 is besloten om de projectmatige aanpak in Sint Maarten en Curaçao via een ‘ingroeimodel’ te verdubbelen van jaarlijks 12 miljoen tot jaarlijks 24 miljoen euro in 2025. Belangrijkste doel van die intensivering was om de ondermijningsaanpak te bestendigen en uit te breiden naar Aruba ‘om zo tot een duurzame, regionale en meer integrale aanpak te komen’. Daarom is sinds de uitbreiding in 2021 ook het Openbaar Ministerie van Aruba betrokken. Omdat de ingroei in 2025 volledig was, is besloten de gezamenlijke doelstellingen van de aanpak van ondermijning tussen de ministeries van BZK en Justitie en Veiligheid, het Recherchesamenwerkingsteam (RST), OM Carib, OM Aruba en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie aan te scherpen om zo de aanpak te verstevigen.
Terugkerende uitdagingen
In die aanscherping is volgens de bewindspersonen stilgestaan bij een aantal terugkerende uitdagingen. Zo zorgt de beperkte capaciteit bij lokale diensten voor een ‘vermindering van de slagkracht’ en een ‘sterke afhankelijkheid’ van tijdelijk uitgezonden personeel. Daardoor gaat waardevolle kennis en expertise verloren. Verder drukken de extra onderzoeken en veroordelingen op de al overvolle detentiefaciliteiten. En tot slot wordt de samenwerking tussen de landen en betrokken diensten bemoeilijkt door het ontbreken van benodigde wetgeving over informatie-uitwisseling.
De Caribische landen hebben regelgeving gemaakt op financiering van politieke partijen en de wijze van screenen van nieuwe bewindspersonen en er worden integriteitstrainingen verzorgd voor de ambtenarenapparaten
Gemakkelijkere informatie-uitwisseling
Daarom zijn een aantal gezamenlijke ambities geformuleerd tot en met 2028, zoals het vergroten van de operationele capaciteit en expertise voor het doen van strafrechtelijke onderzoeken naar financieel-economische criminaliteit. Hiervoor worden meer rechercheurs ingezet via het RST. Ook wordt gewerkt aan het verbreden van de beschikbare kennis via het regionale Ondermijningsplatform om beter zicht te krijgen op onder meer criminele geldstromen. Daarnaast wordt rekening gehouden met de disbalans binnen de rechtshandhavingsketens op de Caribische landen. Zo worden middelen beschikbaar gesteld voor opleidingen en trainingen bij de Landsrecherches en het Afpakteam in Aruba. Door meer te focussen op informatiegestuurde inzet van mensen en middelen moet de efficiëntie van de beschikbare personele capaciteit hoger worden. ‘Dit vraagt ook om gemakkelijkere informatie-uitwisseling en gegevensdeling tussen de Caribische landen en tussen de Caribische landen en Europees Nederland.’
Vergunningen intrekken
Nederland werkt met het Caribisch deel van het Koninkrijk ook aan de bestuurlijke aanpak van ondermijning. Sinds 2021 maakt het ministerie van BZK hiervoor jaarlijks 1 miljoen euro vrij. Met de aanpak zijn de afgelopen jaren projecten gestart om wetgeving aan te passen die de mogelijkheid bieden om vergunningen te weigeren of in te trekken, vergelijkbaar met de Wet Bibob in Nederland. Ook hebben de drie landen (Aruba, Curaçao en Sint Maarten) recent een campagne gelanceerd, www.notonourisland.com, gericht op meer bewustwording van ondermijning in de samenleving. Dit moet leiden tot een gedragsverandering en betere signalering van misstanden door burgers, bedrijven en ambtenaren.
Versterking integriteit
Tot slot wijzen de bewindslieden erop dat de Caribische landen de afgelopen jaren diverse stappen hebben gezet om goed bestuur en integriteit te versterken, om zo onder meer corruptie te voorkomen. Zo is sinds 2019 in Sint Maarten de Integriteitskamer actief en heeft Aruba de Landsverordening Bureau Integriteit. Sinds 2021 is daar Bureau Integriteit Aruba actief. In Curaçao bestaan concrete plannen om een integriteitsbureau op te zetten. Verder hebben de Caribische landen regelgeving gemaakt op financiering van politieke partijen en de wijze van screenen van nieuwe bewindspersonen en er worden integriteitstrainingen verzorgd voor de ambtenarenapparaten.
Kenniscentrum integriteitsbevordering
In 2023 is gestart met een Integrity Summit Dutch Caribbean. Dit jaarlijks terugkerend congres heeft als primair doel: expertisebevordering van de integriteitsfunctionarissen van Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten. Daarnaast vindt uitwisseling plaats over onder andere het opzetten van meldstructuren, gedragscodes, de rol van vertrouwenspersonen en het doen van onderzoek. In november 2025 vindt de Integrity Summit plaats op Aruba. Een uitkomst van de laatste Integrity Summit is de wens om te komen tot een Caribisch kenniscentrum integriteitsbevordering. Dat moet fungeren als verzamelplaats, aanspreekpunt en platform voor kennis, ervaringen, wetenschappelijk onderzoek en opleidingen rond integriteitsbevorderingen binnen de openbare sector in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Het kenniscentrum moet de lasten van de gebruikers verlichten. Zij moeten ervaringen kunnen delen en die inzetten bij hun werkzaamheden.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.