Staatssecretaris steunt Zaanstad in publicatie namen

Staatssecretaris Jurgen Nobel zegt dat Zaanstad de juiste stappen heeft doorlopen voordat de gemeente overging tot het publiceren van een lijst met namen van mogelijk bijstandsfraudeurs. Dat laat hij weten in antwoorden op Kamervragen naar aanleiding van een artikel in Binnenlands Bestuur.

Stadskrant

Zaanstad besloot recent in een uiterste poging geld terug te vorderen een lijst met namen van mensen met een schuld bij de gemeente te publiceren in de stadskrant. Dat werd als eerste opgemerkt door lokale nieuwssite De Orkaan. Het bericht dat de gemeente 24 namen met daarbij de hoogte van de openstaande schuld openbaar had gemaakt leidde onder andere tot verontwaardigde reacties vanuit de raad. Ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) reageerde kritisch.

Kamervragen

Merlien Welzijn (NSC) stelde na het lezen van een bericht over deze kwestie op de website van Binnenlands Bestuur Kamervragen. Zo wilde ze weten of het kabinet het wenselijk vindt dat gemeenten dit soort verregaande stappen zetten in de terugvordering van (bijstand)schulden en of Zaanstad wel eerst allerlei andere methoden had geprobeerd om de schulden terug te vorderen. Ook vroeg zij of het kabinet bereid zou zijn bestuurlijke afspraken met gemeenten te maken over de manier waarop zij om dienen te gaan met dit soort gevallen.

Alle stappen doorlopen

In een uitgebreide reactie laat staatssecretaris Jurgen Nobel weten dat Zaanstad wel degelijk eerst allerlei andere stappen heeft ondernomen, voordat de gemeente is overgegaan tot deze actie. Zo hebben de personen in kwestie volgens de gemeente eerste wekenlang de tijd gehad om te reageren. Er zijn brieven en e-mails verstuurd, en er is gepoogd telefonisch contact op te nemen. Ook is er een dwangbevel verstuurd. Het ging bij alle 24 namen om mensen die inmiddels niet meer in de Basisregistratie Personen staan ingeschreven.

Advies ingewonnen

‘De gemeente heeft hierbij per individueel geval bekeken of publicatie daadwerkelijk de laatst mogelijke stap was en er geen enkele andere mogelijkheid was om contact op te nemen met belanghebbende’, aldus Nobel. Wat Zaanstad wel beter had kunnen was voorafgaand aan het besluit de namen te publiceren eerst contact te hebben met de AP, erkent Nobel. Wel heeft de gemeente vooraf informatie ingewonnen bij experts. Uit hun onderzoek bleek dat de publicatie past binnen de huidige wet- en regelgeving en dat deze werkwijze ook door andere gemeenten wordt toegepast.

Geen nieuwe afspraken nodig

Nobel laat verder weten dat het kabinet geen principiële bezwaren heeft tegen deze manier van opsporing door gemeenten, zo lang er maar ‘zorgvuldig met gegevens van mensen wordt omgegaan’. Hij is ook niet bereid met gemeenten bestuurlijke afspraken te maken over dit onderwerp. ‘Ik heb er vertrouwen in dat gemeenten zich hierbij aan wettelijke regels en de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit houden en slechts van deze bevoegdheid gebruik maken als er echt geen ander middel kan worden ingezet waarbij er minder inbreuk wordt gemaakt op de privacy.’