Jongeren binnen de jeugdzorg en pleegzorg krijgen te weinig bescherming begeleiding en hulp. Dat blijkt uit onderzoek door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJV). Die kritiek komt onder andere op het bord van gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor de beschikbaarheid van jeugdhulp. In de reacties van de VNG en het kabinet zijn nog amper concrete oplossingen te vinden. Ze wijzen vooral naar externe factoren.
Inspectie wil actie in de jeugdzorg, krijgt systeemkritiek
Gemeenten en het kabinet wijzen naar de arbeidsmarkt, terwijl jeugdigen wachten op goede bescherming.

Vlaardingen
De inspectie startte het onderzoek naar aanleiding van een pleegmeisje uit Vlaardingen dat ernstig werd mishandeld door de mensen bij wie ze woonde. De grootste tekortkomingen zijn onvoldoende betekenisvol contact met jeugdigen en gezinnen en het niet tijdig inzetten van passende hulp. Daardoor is er onvoldoende zicht op de ontwikkeling en veiligheid van kinderen.
Wachtlijsten verbloemd
Uit het onderzoek blijkt dat jeugdbeschermers en jeugdreclasseerders grote inzet en betrokkenheid tonen. Ook bij de meeste jeugdzorginstellingen is de wijze van bestuur grotendeels voldoende. Wel zijn er zorgen over een gebrek aan transparantie over de wachtlijsten die bestaan. Bestuurders spreken bijvoorbeeld over een ‘monitorlijst’ of ‘werkvoorraad’, waardoor het volgens de inspectie lijkt alsof de instelling ‘invulling geeft aan haar wettelijke taak. Terwijl de inspecties juist constateren dat dit niet voldoende gebeurt’.
Gemeenten verantwoordelijk, maar niet rolvast
De belangrijkste oorzaken voor de tekortkomingen zijn personeelstekorten en ontbrekende of ontoegankelijke hulp. In beide gevallen is daar een belangrijke rol weggelegd voor gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor de beschikbaarheid van voldoende passend hulpaanbod. Dat gaat nu nog vaak niet goed. Ook ziet de inspectie dat sommige gemeenten zich onterecht bemoeien met het bepalen welke hulp jeugdzorgwerkers inzetten. ‘Het is niet aan de gemeente om de analyse over te doen; op die manier kan de gecertificeerde instelling zijn wettelijke verantwoordelijkheid niet waarmaken.’
Advies
De inspectie pleit voor onderkenning, transparantie en gezamenlijke verantwoordelijkheid om de problemen op te lossen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport zouden hierin het voortouw moeten nemen. Ook van gemeenten verwachten de IGJ en IJV stevig leiderschap.
‘Ligt aan het stelsel’
De gemeenten, die zelf verantwoordelijk zijn voor de beschikbaarheid van de jeugdhulp, wijzen in hun reactie vooral naar externe factoren zoals de arbeidsmarkt, financiering vanuit het rijk, cultuur, regelgeving, het falen van het landelijk programma Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming, wettelijke belemmeringen en werkprocessen. Ook pleit de VNG wel voor ‘gezamenlijke strategische herbezinning’. ‘Naar de ander wijzen of op de ander wachten heeft geen zin, dan houden we elkaar in de houdgreep. Alle actoren zijn onderdeel van het probleem én de oplossing.’
Toekomstscenario
De VNG stelt dat het mislukte landelijk programma Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming een oplossing voor de problematiek biedt. Daarmee zou de fundamentele verandering die nodig is binnen handbereik zijn. Echter is daarvoor geen financiering meer vanuit het rijk beschikbaar en hebben de jeugdzorginstellingen zich teruggetrokken uit de samenwerking. De inspectie concludeert dan ook dat zij er geen vertrouwen in heeft ‘dat dit het antwoord is op de huidige situatie voor jeugdigen en gezinnen’.
Kabinetsreactie
Het kabinet zegt tegen het ANP ‘aan de slag te gaan’ met de kritiek over de jeugdbescherming en pleegzorg. Wat precies de inzet wordt is nog niet duidelijk. Staatssecretarissen Judith Tielen (Jeugd) en Arno Rutte (Justitie) wijzen in ieder geval naar personeelstekorten en tekortschieten de samenwerking als boosdoeners. Binnenkort volgt er een brief aan de Tweede Kamer.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.