De Raad van State kraakt het wetsvoorstel van demissionair landbouwminister Femke Wiersma (BBB) om de huidige wettelijke normen voor stikstofneerslag te schrappen en te vervangen door een doelstelling voor het terugdringen van de uitstoot. Volgens de Raad bevat het voorstel te weinig waarborgen om natuurherstel veilig te stellen en is het mogelijk strijdig is met Europese verplichtingen. Het advies luidt dan ook om het wetsvoorstel in deze vorm niet bij de Tweede Kamer in te dienen.
Raad van State kraakt stikstofvoorstel Wiersma
Volgens de Raad bevat het voorstel te weinig waarborgen om natuurherstel veilig te stellen en kan het strijdig zijn met Europese richtlijnen
Omgevingswet
In de Omgevingswet is vastgelegd dat in 2025, 2030 en 2035 respectievelijk 40, 50 en 74 procent van de stikstofgevoelige natuur onder de zogenoemde kritische depositiewaarde (KDW) moet zijn gebracht. Deze norm bepaalt hoeveel stikstof maximaal mag neerslaan zonder dat natuur schade oploopt. Met het wetsvoorstel wil het kabinet deze omgevingswaarden uit de wet halen. In plaats daarvan komt er een wettelijk doel: in 2035 moet de uitstoot van ammoniak en stikstofoxiden door landbouw, industrie en mobiliteit aanzienlijk zijn verminderd ten opzichte van 2019. De uitwerking daarvan zou plaatsvinden via een algemene maatregel van bestuur en een programma onder de Omgevingswet.
Onderbouwing schiet tekort
Volgens de Raad van State is die omslag naar een emissiegestuurd systeem op zichzelf aan de wetgever, maar schiet de onderbouwing tekort. Zo ontbreekt inzicht in de effectiviteit van het voorgestelde systeem en de gevolgen voor bedrijven. Ook wordt volgens de Raad niet overtuigend gemotiveerd waarom het noodzakelijk is om de bestaande omgevingswaarden volledig uit de wet te schrappen. De Omgevingswet biedt volgens de Afdeling nu al ruimte om sterker op emissies te sturen, zonder de KDW los te laten.
Geen juridische waarborgen
Zwaarder weegt de kritiek op het ontbreken van juridische waarborgen. Nederland is op grond van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn verplicht om beschermde natuurgebieden in stand te houden en verdere verslechtering te voorkomen. Juist omdat veel Nederlandse natuur stikstofgevoelig is en al jarenlang overbelast, vereist dit volgens de Raad tijdige en concrete maatregelen. Het wetsvoorstel bevat echter slechts een open geformuleerde doelstelling voor 2035 en schuift de uitwerking door naar lagere regelgeving. Daarmee wordt volgens de Raad van State onvoldoende geborgd dat tijdig wordt ingegrepen wanneer verslechtering dreigt.
Het verslechteringsverbod uit de Habitatrichtlijn vraagt om preventieve maatregelen zodra risico’s zich aandienen, stelt de Afdeling. Een open einddoel zonder tussentijdse verplichtingen of wettelijke kaders verdraagt zich daar slecht mee. De Raad van State adviseert daarom expliciet om in de wet zelf vast te leggen welke maatregelen kunnen of moeten worden genomen en wanneer, zodat de aanzienlijke natuurherstelopgave ook daadwerkelijk kan worden gerealiseerd.

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.