Overheden moeten eigenaar worden van nieuwe stadsverwarming, vindt het overgrote deel van de Tweede Kamer. De omvang en invulling van die rol bepalen of het wetsvoorstel dat het eigenaarschap regelt, ook op politieke steun kan rekenen. Dat blijkt uit een debat over het wetsvoorstel.
Strijd over rol lokale overheid bij stadsverwarming
Rechts wil een grotere rol voor energiebedrijven. Links wil dat lokale overheden zoveel mogelijk eigenaar zijn van toekomstige warmtenetten.
Lokale overheden als eigenaar
Rechtse partijen zien graag een grotere rol voor energiebedrijven. De linkerkant van het politieke spectrum wil graag dat lokale overheden zoveel mogelijk eigenaar zijn van toekomstige warmtenetten, om een monopoliepositie van de uitbaters te voorkomen. Huishoudens kunnen nu in de praktijk niet kiezen wie de stadsverwarming regelt en wat mensen voor warm water betalen. Het wetsvoorstel moet er onder meer voor zorgen dat de kosten voor burgers binnen de perken blijven.
Monopoliepositie
De VVD is niet overtuigd dat regionale overheden de aanleg van stadsverwarming op zich kunnen nemen. ‘Kleine gemeentes gaan dit gewoon niet kunnen,’ stelt Kamerlid Silvio Erkens. Daarom wil de liberale partij dat commerciële bedrijven langer een grotere rol in de nieuw op te zetten warmtebedrijven krijgen. De wijzigingsvoorstellen van de VVD worden echter door de linkse oppositie ‘destructief en ondermijnend’ genoemd. Suzanne Kröger (GroenLinks-PvdA) noemt een voorstel van VVD samen met CDA en ChristenUnie ‘een poging om private partijen voor een langere periode een monopoliepositie te geven.’
Het wetsvoorstel om overheden gedeeltelijk eigenaar te maken van stadsverwarming is oorspronkelijk geschreven door toenmalig klimaatminister Rob Jetten. Het is nu aan opvolger Sophie Hermans om er politieke steun voor te krijgen. Regeringspartijen PVV, VVD, NSC en BBB hebben geen afspraken gemaakt over dit onderwerp. Partijen bepalen dus zelf of ze voor of tegen stemmen.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Kleinere lokale overheden kunnen al prima samenwerken op het gebied van o.a. inkoop of delen van functionarissen. Zouden ze dan géén kans zien samen te werken in een eigenaarschap van een warmtebedrijf?