De provincie Limburg moet meer de regie pakken om te garanderen dat er voldoende huizen worden gebouwd. Ook zou het provinciebestuur meer moeten doen om de bouw van betaalbare woningen aan te jagen, stelt de Zuidelijke Rekenkamer in een onderzoek naar de Limburgse huizenmarkt. De bouw van goedkopere huizen loopt achter en bovendien zijn dergelijke woningen vaak verre van betaalbaar, zegt de Rekenkamer.
Rekenkamer over Limburg en Brabant: meer regie woningbouw
Zuidelijke Rekenkamer onderzocht woningbouwambities van Limburg, en eerder Noord-Brabant. Vooral in Brabant zijn veel huizen gepland.

Ambitie daar bovenop
Limburg heeft met het rijk afgesproken tot en met 2030 bijna 30.000 woningen te bouwen. Daarvoor moeten er zo'n 3000 huizen per jaar gebouwd worden en dat doel lijkt volgens de Rekenkamer haalbaar. Limburg heeft de ambitie daar bovenop nog eens 20.000 woningen te realiseren, onder meer door rond intercitystations te gaan bouwen, maar dat aantal wordt volgens de Rekenkamer niet gehaald. De grootste belemmeringen voor de Limburgse woningbouw zijn onder andere het volle elektriciteitsnet, onduidelijkheid over waar gebouwd kan worden en stikstofregels.
Betaalbare segment
De afspraak met de landelijke overheid is dat zeker twee derde van de Limburgse nieuwbouwwoningen in het betaalbare segment valt, maar tussen 2022 en 2023 was dat 58 procent en ook momenteel ligt de provincie niet op koers. Er is niet genoeg geld om dergelijke woningen rendabel te kunnen bouwen, stelt de Rekenkamer, mede door gestegen kosten voor arbeid en materiaal en strengere eisen voor nieuwbouw.
Voor betaalbare woningen wordt landelijk uitgegaan van een grens van 405.000 euro, stelt de Rekenkamer. Veel mensen die minstens modaal verdienen krijgen dat echter niet gefinancierd. Daar komt bij dat het gemiddelde inkomen in Limburg onder het landelijke gemiddelde ligt en de verschillen ook binnen de provincie groot zijn. 80 procent van de Limburgse huishoudens is volgens de Rekenkamer aangewezen op een betaalbare woning.
Ombouwen van panden
De provincie zou onder meer zelf grond kunnen aankopen voor woningbouw, adviseert de Rekenkamer. Ook kan Limburg het ombouwen van bestaande panden meer stimuleren en zou het provinciebestuur extra aandacht moeten besteden aan het bouwen van betaalbare woningen. De provincie zou ook kunnen stimuleren dat gemeenten binnen hun regio afspraken maken over de verdeling van goedkopere woningen.
Reactie van de provincie
In een eerste reactie laat het provinciebestuur van Limburg weten zich te herkennen in de conclusies, maar ook dilemma's naar voren te willen brengen. Eén daarvan is de ‘balans tussen betaalbaar en haalbaar’. Een groot aandeel betaalbare woningen brengt het verdienmodel van een woningbouwproject in het gedrang. ‘Zeker wanneer het (zoals in Limburg) qua omvang kleinere projecten betreft en (mede daardoor) de subsidiemogelijkheden beperkt zijn.’
Tegelijkertijd bestrijdt de provincie dat het in 2022 en 2023 te weinig betaalbare woningen gebouwd heeft: ‘Als we namelijk kijken naar de absolute afspraken dan heeft Limburg in aantal juist meer betaalbare woningen toegevoegd dan afgesproken’
Noord-Brabant
Eerder dit jaar bracht de Rekenkamer een zelfde onderzoek uit over de woningbouw in Noord-Brabant. In die provincie moet nog veel meer gebouwd worden dan in Limburg.
‘Om de nog altijd sterke bevolkings- en huishoudensgroei bij te kunnen benen én om bestaande woningtekorten terug te dringen zal de Brabantse voorraad de komende tien jaar nog met circa 135.000 tot 140.000 woningen moeten toenemen’, schreef het provinciebestuur eerder dit jaar. ‘Dat zijn gemiddeld ruim 13.500 woningen per jaar.’ De op tafel liggende bouwplannen zijn daarvoor in principe voldoende.
Net als in het geval van Limburg vindt de Rekenkamer dat de provincie Noord-Brabant te weinig regie naar zich toetrekt, en dus te veel aan gemeenten overlaat.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.