‘Jongens, wat heb ik genoten’, sprak minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Mona Keijzer (BBB) deze week bij de perspresentatie van de Ontwerp-Nota Ruimte. Het 354 pagina’s tellende boekwerk beschrijft ‘de nationale ruimtelijke keuzes en richtingen voor Nederland voor de periode tot 2050 met een doorkijk naar 2100’. De Ontwerp-Nota Ruimte markeert de terugkeer van het rijk in de ruimtelijke ordening. Begin deze eeuw werd die, achteraf veel te voorbarig, aan de decentrale overheden overgedragen; Nederland heette op hoofdlijnen wel ‘klaar’ te zijn.
Keijzer mag dan hebben genoten, heel veel nieuws bevat de Ontwerp-Nota Ruimte niet ten opzichte van eerdere voorstudies. Er zijn vier nieuwe nationale woningbouwlocaties toegevoegd: Alkmaar, Apeldoorn, Hengelo en Helmond. En mochten de 127 ‘regionale grootschalige woningbouwlocaties’ qua nieuwbouwaantallen onvoldoende optellen, dan is er nu in heel Nederland de mogelijkheid voor een ‘wijkje erbij’ (tot 100 woningen), binnen of aansluitend op een bestaande kern.
Het traject van de Nota Ruimte werd door Keijzers voorganger Hugo de Jonge op stoom gebracht. De kleur van het kabinet-Schoof schemert vooral door in aangepaste passages over economie en landbouw: ‘onmisbaar voor de voedselzekerheid, de leefbaarheid en de instandhouding van onze waardevolle cultuurlandschappen’. Zo komt er een ‘afwegingskader’ voor het onttrekken van landbouwgrond, ‘waarbij (mede)overheden eerst naar de mogelijkheden kijken om functies te combineren of naar de mogelijkheid om grond met andere functies beschikbaar te stellen’. De boer lijkt dus wat uitdrukkelijker te worden gespaard. Bij defensie speelt vooral de toegenomen dreiging vanuit China en Rusland een rol, en de wens om ons land daartegen weerbaarder te maken.
Ontwerp Nota Ruimte: Een dirigent zonder orkest
De Ontwerp-Nota Ruimte probeert richting te geven, maar zonder uitvoeringsagenda en budgetten blijft de invloed voorlopig beperkt.
Opvallend is de keus van het ministerie om van een old school ‘Nota Ruimte’ te spreken en niet langer van de Nationale Omgevingsvisie. Volgens de ambtenaren in een voorgesprek om de status van het project wat extra cachet te geven. De minister zelf wilde er desgevraagd niet te zwaar aan tillen; dat was vooral voer voor juristen. Een tikje vreemd is het wel: het ministerie dat aan het roer staat bij het nationale transformatieproces dat Omgevingswet heet en van elke gemeente een omgevingsvisie en straks een omgevingsplan vraagt, omzeilt nu zelf die nieuwe systematiek.
Verdient de Ontwerp Nota Ruimte dat extra cachet? Ja en nee. Het is goed en ook uitermate noodzakelijk dat het rijk bij de inrichting van ons land weer als vanouds de piketpalen slaat. Dat geldt voor woningbouw, maar net zo goed voor regionale economieën, de energie-infrastructuur, de natuur en klimaatopgaven. Daarbij is het rapport ‘Elke regio telt’ van de planbureaus uitermate invloedrijk gebleken. Wie het kaartje bekijkt waarop de Nota Ruimte visueel zijn beslag krijgt, ziet dat werkelijk overal in Nederland wordt versterkt, geïnitieerd, gestimuleerd, getransformeerd dan wel geaccommodeerd.
Dat is ook meteen de zwakte van deze Ontwerp Nota Ruimte. Nu al staat vast dat al deze plannen nooit tezamen kunnen worden uitgevoerd: niet qua ruimte, niet qua menskracht, laat staan qua budget. Wat prevaleert dan, uiteindelijk? De leiding van het Planbureau voor de leefomgeving (PBL) en de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) riepen in een gezamenlijk interview in Binnenlands Bestuur eerder op om – gegeven de ruimtelijke druk – in de Nota Ruimte ook aan te geven wat we níet meer willen, of beduidend minder, zoals sommige industrie. Daarnaar is het in dit ontwerp met een lantaarntje zoeken.
Echt richting geeft de Ontwerp Nota dus maar beperkt. De bijbehorende Uitvoeringsagenda wordt pas bij de definitieve nota geserveerd. Dan pas zien we ook de methodiek die het rijk wil inzetten om geschillen met onwillige gemeenten of burgerplatforms te beslechten (een eerste proeve wordt de aanwijzing van de defensie-terreinen in december). Aan een datum voor de definitieve versie wil VRO zich niet branden: eerst gaat de ontwerp-variant het inspraakcircuit in.
Zo blijft de zo uitdrukkelijk verlangde regie van het rijk voorlopig die van een dirigent die gescheiden optreedt van zijn orkest. En die hier en daar ook nog verwarrend veel kanten op wijst.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.