Een nieuwe woningbouwrapportage van de twaalf provincies laat zien hoeveel schade de stikstofuitspraak van de Raad van State van eind vorig jaar heeft aangericht. De helft van alle woningbouw ligt binnen vijf kilometer van een Natura 2000-gebied. Deze projecten maken nauwelijks nog kans op een natuurvergunning, melden de provincies die daar het bevoegd gezag voor zijn. Dan gaat het om honderdduizenden woningen die niet kunnen worden neergezet.
Helft van woningbouw in gevaar door stikstof en netcongestie
De provinciale koepel IPO komt met een overzicht van knelpunten.

Het was in 2022 en 2023 dat toenmalig bouwminister Hugo de Jonge met provincies en gemeenten woondeals afsloot: tot en met 2030 werd de bouw van ruim 999.000 woningen afgesproken. In de eerste drie jaar zijn 260.000 werkelijkheid geworden. Elk jaar komen er ruim 80.000 huizen bij. Maar om de grote ambitie van de woondeals waar te maken, wordt al jaren gemikt op 100.000 per jaar.
De harde klap
December 2024 kwam de harde klap: sinds de Spoedwet Aanpak Stikstof uit 2019 van toenmalig landbouwminister Carola Schouten was voor het zogenaamde ‘intern salderen’ geen natuurvergunning meer nodig. Dat betekende dat de tijdelijke toename van stikstofuitstoot (door het bouwrijp maken van grond, het bouwen van huizen) niet langer zomaar mocht worden weggestreept tegen een reductie van stikstofuitstoot (de inzet van elektrisch bouwmaterieel).
‘Hierdoor vervalt de schuifruimte die voor erg veel woningbouw werd gebruikt’, schrijven de provincies. ‘Bovendien is ook de ‘additionaliteitstoets’ voor salderen aangescherpt.’
Bescheiden uitstoot
Het gevolg: de woondeals lijken nu onhaalbaar. Ten minste, zo lang de vergunningverlening niet weer losgetrokken wordt. De wetgeving lijkt buitenproportioneel, zo klinkt het in de rapportage door. Woningbouwbedrijven kunnen hun best wel doen om zo min mogelijk stikstof uit te stoten, maar in het geheel van de stikstofuitstoot stellen deze emissies niks voor. De provincies formuleren dit voorzichtig: ‘Tegelijk is ook de constatering op z’n plek dat – vanwege de relatief zeer bescheiden uitstoot – de oplossing voor het stikstofprobleem niet primair in het woondomein te vinden zal zijn.’ Kortom, Den Haag moet dit oplossen.
In Gelderland ligt 80 procent van de 115.000 geplande woningen binnen vijf kilometer van een Natura 2000-gebied. Geen wonder: deze provincie bevat bijna de helft van alle stikstofgevoelige natuur in Nederland. Maar ook de provincie Noord-Brabant heeft 80 procent van de bijna 160.000 geplande woningen op een paar kilometer van de beschermde natuur. In Zuid-Holland gaat het om 41 procent van de 247.000 woningen, in Noord-Holland om 42 procent van de 191.000 huizen.
Huizenprijzen omhoog
De stikstofproblematiek maakt bouwen niet alleen onmogelijk, het hoofdpijndossier stuwt de huizenprijzen ook behoorlijk op. ‘Als een project stilligt door stikstof kost dat gemiddeld ruim 40 euro per woning per week extra, met daarbovenop nog gemiddeld 35 procent aan extra kosten door risico’s en noodzakelijke aanpassingen’, schrijven de provincies. ‘Ook met het vereiste ecologische onderzoek en de natuurvergunning zijn aanzienlijke kosten gemoeid, gemiddeld zo’n 20.000 euro per onderzoek en 2.000 euro per woning.’
Knelpunt nummer 2
Stikstof is voor woningbouw niet eens het enige knelpunt. Al is het wel de nummer 1 in een topvijf. Nummer 2 is: netcongestie. Bijna een derde van de woningbouw wordt door dit slepende probleem geraakt. ‘In alle provincies zijn er al wachtlijsten voor grootverbruikaansluitingen en er is een reële kans dat er ook voor kleinverbruik een wachtrij komt’, staat in de rapportage. ‘In een aantal provincies is de op het stroomnet gereserveerde ruimte voor woningen een stuk lager dan de totale woningbouwopgave die is vastgelegd in de woondeals.’
Zoals bekend gaat het allereerst om de FGU-regio: Flevopolder, Gelderland en Utrecht. Als voorbeelden noemen de provincies onder andere: woningbouwproject BSK in Apeldoorn (5000 woningen), Cartesiusweg in Utrecht (2530 woningen), maar ook woningbouwproject Rivium in Zuid-Holland (5476 huizen).
Gemeenten en provincies vrezen dat er onder de radar nog meer netcongestieproblemen zijn, en willen daarom meer inzicht in hoeveel woningen per regio een aansluiting kunnen krijgen. ‘Hierover zijn in maart 2024 afspraken gemaakt tussen het Ministerie van VRO en netbeheerders, maar dit is nog niet gerealiseerd.’
De topvijf
De andere drie knelpunten in de topvijf van de provincies zijn: onrendabele toppen (‘ruim 50 procent van de nog te realiseren woningen wordt geraakt door onvoldoende financiële middelen’), de beperkte investeringscapaciteit van woningcorporaties (‘naar schatting kan daardoor een derde van de corporatieopgave niet worden gerealiseerd’), en te weinig ambtenaren bij gemeenten (‘Er is structurele financiering nodig, minstens circa 160 miljoen euro per jaar, zodat gemeenten minder afhankelijk zijn van dure inhuur’).
Onder de streep vrezen de provincies dat liefst de helft van alle plannen uit de woondeals met Hugo de Jonge nu geen doorgang gaan vinden. ‘De gesprekken die voor deze inventarisatie zijn gevoerd met specialisten, projectleiders en onderzoekers geven helaas niet meer hoop, integendeel: de problemen groeien’, staat in de rapportage. ‘Vanwege al deze signalen maken de provincies zich grote zorgen over de haalbaarheid van de geplande woningbouw.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.