Vorig jaar was houtstook door huishoudens de grootste emissiebron van fijnstof. Niet voor niks scherpen steeds meer steden hun houtstookbeleid aan. Maar het op lokaal niveau toewijzen van fijnstof aan houtstook bleek moeilijk. Een nieuwe methode van TNO brengt daar verandering in.
Fijnstof door houtstook scherper in beeld
Na een pilot in de IJmond heeft TNO een methode ontwikkeld om de uitstoot van fijnstof als gevolg van houtstook nauwkeuriger te meten.
Belangrijkste bronnen
Onderzoek van CBS en RIVM toont aan dat houtstook een van de belangrijkste bronnen is van fijnstof in de gebouwde omgeving. Waar de uitstoot door andere bronnen, zoals verkeer of industrie, het hele jaar door redelijk constant blijft, vindt de meeste houtstook plaats in de herfst en winter. Houtkachels worden in deze periode vooral in de namiddag en avond aangestoken.
Verbeteren
Het rijk en alle provincies hebben zich aangesloten bij het Schone Lucht Akkoord, met de ambitie om de luchtkwaliteit in Nederland permanent te verbeteren. Inmiddels zijn er ook meer dan 120 gemeenten bij aangesloten. Amersfoort nam als eerste gemeente strengere regels voor houtkachels op in het omgevingsplan. Ook Eindhoven en Utrecht werken aan verscherpte regelgeving.
Draagvlak
Een kritische succesfactor onder de gemeentelijke aanpak is het vinden van lokaal draagvlak. Veel burgers zijn aan hun kachels gehecht. Door zo exact mogelijk in kaart te brengen welke luchtvervuiling kachels aanrichten, kunnen burgers mogelijk makkelijker worden overtuigd om te stoppen met houtstook.
Dit onderscheid werd bevestigd met nieuwe, snelle levoglucosan-metingen
Andere bronnen
Door roet- en fijnstofmetingen aan elkaar te koppelen, konden de onderzoekers onderscheid maken tussen fijnstof uit houtstook en fijnstof uit andere bronnen. Dit onderscheid werd bevestigd met nieuwe, snelle levoglucosan-metingen die ook in de pilot in de IJmond werden getest. Levoglucosan is een marker voor de verbranding van hout(skool).
Fijnmaziger
Het is volgens de onderzoekers de bedoeling dat deze methode in de toekomst met behulp van eenvoudigere en goedkope sensoren toegepast kan worden om zo ‘fijnmaziger inzicht te krijgen in de verdeling van houtrook over verschillende wijken. De verwachtingen hiervoor zijn goed. Met behulp van roetmetingen op een centraal punt en fijnstofsensoren van bewoners in het hele IJmondgebied, konden nu al verschillen gezien worden tussen wijken en tussen lokale houtrook en houtrook die van verder weg komt aanwaaien.’
Gerichte maatregelen
Volgens TNO stellen de resultaten beleidsmakers in staat om meer gerichte maatregelen te nemen om de impact van houtrook op de luchtkwaliteit te verbeteren. Zo werken Amersfoort en Utrecht inmiddels met een stookverbod bij code rood en oranje van de stookwijzer. De nieuwe methode wordt ook in andere regio’s getest om fijnmaziger in beeld te krijgen hoe het staat met de bijdrage van houtrook aan de luchtvervuiling daar.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.