Het is heel fijn dat er na jaren weer een nieuwe Ontwerp Nota Ruimte ligt, vinden Flip ten Cate en Hans Leeflang. Ze zijn nauw betrokken bij Wij maken Nederland, een onafhankelijk platform dat gelegenheid biedt om in gesprek te gaan over de ruimtelijke toekomst van stad en land. Maar door een gebrek aan keuzes in de Ontwerp Nota Ruimte worden regio’s opgezadeld met onoplosbare opgaven.
Een Nota Ruimte die niet kiest
In de nieuwe Ontwerp Nota Ruimte telt elke regio. Maar harde keuzes over wat straks boven wat prevaleert worden niet gemaakt.
Geweldig
Wie zich een weg baant door de 357 pagina’s van de Ontwerp Nota Ruimte stelt vast, ten eerste, dat het geweldig is dat die Nota er ligt. We hebben tenminste iets om over te praten. Na de opheffing van de Rijksplanologische Dienst, en daarna het ministerie van VROM zelf, met als argument dat Nederland ‘af’ zou zijn, is op initiatief van de vorige minister Hugo de Jonge (CDA) nu door zijn opvolger Mona Keijzer (BBB) een visie op de toekomst gepubliceerd waar geen ontwikkeling in is overgeslagen.
Geheeld
‘Heel Nederland’ was de werktitel die De Jonge had bedacht, omdat de nota niet alleen over het hele land zou moeten gaan (de Vinex was een Randstadnota, is een vaak gehoord verwijt), maar dat dat land ook weer geheeld zou moeten worden, want er is momenteel veel stuk. Die werktitel heeft het niet gehaald, maar het ruimtelijke vertrekpunt heet nu ‘Elke regio telt’, en dat is ook wat waard.
Basisprincipes
Geweldig zijn de drie basisprincipes die het fundament van de ruimtelijke ordening vormen. Ten eerste: meervoudig ruimtegebruik waar mogelijk (elke plek in Nederland wordt in principe voor meer dan één functie gebruikt: een woning is met zijn zonnepanelen ook een energiefabriekje). Het tweede basisprincipe is dat de gebiedskenmerken centraal staan, waarbij nieuwe ontwikkelingen aansluiten bij de historie en identiteit van een gebied. Het derde principe is het afwentelen zoveel mogelijk voorkomen. Negatieve effecten van ruimtelijke keuzes worden niet afgewenteld naar de toekomst of naar een ander gebied: lusten en lasten worden rechtvaardig verdeeld.
De datacentra van Microsoft en Google zijn als gebiedsvreemde ruimteschepen geland in de Wieringermeer
Magische leidraad
De principes, die ook al in een eerdere rijksvisie voorkwamen, zijn een magische leidraad voor gebiedsontwikkeling, maar ze staan nog mijlenver af van de dagelijkse praktijk. Voor onze veehouderij wordt immers soja geteeld in tropische gebieden waar regenwoud voor is gekapt en onze fossiele brandstof wordt uit Arabische, Russische of Amerikaanse grond gehaald. Afwenteling, dus. De datacentra van Microsoft en Google zijn als gebiedsvreemde ruimteschepen geland in de Wieringermeer, en een snelweg heeft uitsluitend als functie om ons snel weg te voeren.
Afgezwakt
We zijn nog niet zo goed in meervoudig ruimtegebruik, het centraal stellen van gebiedskenmerken en het voorkomen van afwenteling. Misschien dat de principes daarom wat zijn afgezwakt (‘zoveel mogelijk’) in vergelijking met het oudere origineel. Maar zowel voor landbouw en natuur als voor de economie van de toekomst hebben we behoefte aan stellige en sturende uitspraken, te beginnen met de ondubbelzinnige uitspraak dat water en bodem sturend zijn bij alle ruimtelijke beslissingen.
Bevreemding
Door het sparen van de kool en de geit in Den Haag worden de regio’s opgezadeld met onoplosbare opgaven. Waar zijn de boeren en de overheid in een regio nu aan gehouden, als het rijk zegt dat de verhoging van het grondwaterpeil niet in álle veenweidegebieden hoeft? In principe wordt er geen grond onttrokken aan de landbouw als de boeren dat niet willen. Ook niet voor het ‘straatje erbij’ aan de rand van elk dorp en elke stad. Zulke passages wekken bevreemding omdat elders de noodzaak van hoger grondwaterpeil en ruimte voor een straatje erbij juist zijn benadrukt; een kwaadwillend AI-programma zou wellicht kunnen ontdekken welke beleidsvoorstellen van ambtelijke experts en planbureaus door een minister van BBB-huize eigenhandig zijn herschreven.
In de zwerm aan lokale initiatieven begint zich een ‘nieuw normaal’ te ontwikkelen
Perspectief
Intussen begint zich in de zwerm aan lokale initiatieven een ‘nieuw normaal’ te ontwikkelen: van samenwerking op gebiedsniveau, dwars door de sectoren heen. Zo kan een woon-initiatief als het ecodorp EVA Lanxmeer (Culemborg) ook perspectief bieden aan uiteenlopende vraagstukken van eenzaamheid en gezondheid, biodiversiteit, hittestress, wateroverlast, energie-opwek, gezonde voeding, integratie: al die onderwerpen waarvoor in de Nota Ruimte ook ruimte wordt gezocht. Natuurlijk, deze lokale initiatieven zijn ongeschikt voor het plannen van een Lelylijn waarmee Randstedelingen dichter bij Groningen worden gebracht, en nog minder geschikt voor het zoeken naar de beste plek om waterstoffabrieken te bouwen.
Grote kloof
Zo krijgen we met Wij Maken Nederland twee perspectieven in beeld, waar een grote kloof tussen bestaat: de centraal geplande woonwijken, militaire oefenterreinen, hoogspanningsleidingen, transformatorhuisjes en datacentra, die ongevraagd in je achtertuin worden geprojecteerd. Bliksemschichten zijn het, die op zijn best ergernis opwekken met ‘not in my back-yard’-protest en bezwaar tot aan de Raad van State.
Initiatieven
En daartegenover staan de verwarmende initiatieven van bewoners en ondernemers, die samenbrengen, begrip kweken en afhankelijk van hun professionaliteit ook daadwerkelijk bijdragen aan oplossingen van nationale proporties (regionale energiestrategieën bijvoorbeeld), maar in de Nota Ruimte niet terug te vinden zijn. Tussen beide perspectieven gaapt een kloof die overbrugd moet worden, waarbij gevestigde instituties en nationale overheid de grootste stappen moeten zetten.
Wie woningen wil bouwen, moet tegelijk investeren in drinkwaterbesparing
Nationale strategie
In de Wij Maken Nederland-gesprekken zijn daarvoor enkele duidelijke suggesties gedaan. Allereerst is het cruciaal om niet één vraagstuk boven andere te stellen; elke ruimtelijke ingreep moet meerdere
urgente thema’s tegelijk aanpakken. Wie woningen wil bouwen, moet tegelijk investeren in drinkwaterbesparing; wie energie wil opwekken, moet oog hebben voor natuur en ruimte. Dat vraagt om een nationale strategie én financiële constructies die zulke integrale, domeinoverstijgende investeringen mogelijk en aantrekkelijk maken.
Samenleving
Daarnaast moet de overheid meer vertrouwen op de kracht van de samenleving. Werk samen met bewoners en ondernemers, en geef regio’s de ruimte om zelf oplossingen te ontwikkelen, zoals eerder succesvol gebeurde bij Ruimte voor de Rivier. Zet daarbij in op een dubbele winst: maatschappelijke opgaven oplossen én de ruimtelijke kwaliteit verbeteren.
Heldere keuzes
Het is verder essentieel dat het volgende kabinet deze Ontwerp Nota Ruimte aanvult met heldere keuzes, en dat vertaalt in een meerjarig uitvoeringsplan. En dan: vasthouden, liefst acht jaar lang. Tegelijkertijd moeten we blijven kijken naar de lange termijn: naar 2100, met ontwerpers, regio’s, overheden en inwoners, in een brede dialoog. En tot slot: omarm de vele lokale initiatieven. Geef ze een plek en de middelen om impact te maken. Verbind financiering aan het ‘right to challenge’ en het ‘right to bid’, waarmee bewoners en ondernemers formeel het recht krijgen om alternatieve plannen te maken en maatschappelijk vastgoed te verwerven.
Hans Leeflang is initiatiefnemer van Wij Maken Nederland, Flip is adviseur ruimtelijke kwaliteit. Zij schrijven dit essay samen met Ron Buiting en Mariëlle Hoefsloot. De volledige versie is te lezen in BB19 (inlog).

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.