In de zoektocht naar meer regie op digitale infrastructuur en minder afhankelijkheid van Amerikaanse techbedrijven groeit binnen de overheid de belangstelling voor ‘Haven’. Dit initiatief begon in 2019 als een technische standaard voor enkele gemeenten die cloudonafhankelijk wilden werken en staat inmiddels in de Nederlandse Digitaliseringsstrategie als voorbeeld van een ‘versneller’ die voor de hele overheid moet gaan gelden.
Hoe Haven overheids-ict wendbaar en onafhankelijk maakt
Samenwerken en innoveren als de sleutel om het probleem met digitale onafhankelijkheid op te lossen.

Nu de verhoudingen tussen de Verenigde Staten en Europa na het aantreden van Donald Trump flink zijn aangescherpt, is de urgentie om grip te krijgen op data, cloudtoepassingen en digitale soevereiniteit bij lokale overheden groter dan ooit, zo vertellen Haven-programmamanager bij VNG Realisatie Jacco Brouwer en wethouder Walter van Dijk, portefeuillehouder Digitale Onafhankelijkheid bij de VNG.
De vraag of zeer gevoelige data van Nederlandse gemeenten nog wel veilig is in Amerikaanse handen, heeft inmiddels iedere organisatie binnen de overheid bereikt. ‘Gemeenten zijn minder naïef geworden’, vertelt Van Dijk. ‘Waar voorheen vaak werd gedacht dat data op servers in Noord-Holland veilig waren, is er nu het besef dat een partij als Microsoft via Amerikaanse regelgeving alsnog gedwongen kan worden om gegevens over Europese inwoners aan inlichtingendiensten af te staan.’
Bewustzijn toegenomen
Dat het bewustzijn van risico’s met gemeentelijke data op Amerikaanse servers groeit, blijkt ook uit de laatste algemene ledenvergadering van de VNG. Met een overweldigende meerderheid werd de motie ‘Collectivisering Digitalisering’ aangenomen. Deze riep gemeenten op om op te treden als één bestuurslaag, om zo uitdagingen zoals digitale afhankelijkheid en een tekort aan gekwalificeerd IT-personeel aan te pakken.
Maar of gemeentelijke data nu in Europa, de VS of China staat, zou eigenlijk niet uit moeten maken, vindt Brouwer. ‘Met Haven is een voorziening gerealiseerd waarmee gemeenten hun applicaties snel en eenvoudig kunnen verplaatsen, wanneer de situatie daar om vraagt.’ Hij omschrijft Haven gekscherend als ‘het Zwitserland van de cloudwereld’. Niet alleen de onafhankelijkheid is een drijvende factor achter de aantrekkingskracht van Haven; het zorgt volgens Brouwer ook voor meer eenheid in het ICT-landschap van gemeenten.
Versnipperd ict-landschap
Software voorzieningen van gemeenten draaien nu meestal op verschillende Cloud platforms zoals Microsoft, Amazon, Google of bij een aanbieder uit Nederland of Europa. Hoewel de ICT van gemeenten, door de overlap in taken, processen en gebruikte software sterk op elkaar lijkt, is de inrichting toch overal net anders. Die versnippering heeft een prijs: gemeenten geven in totaal ca. 2 miljard euro per jaar uit aan hun ICT-exploitatie. Dat kan volgens Brouwer veel efficiënter. Gestandaardiseerd gebruik en inkoop van Cloud voorzieningen op basis van Haven helpt daarbij.
‘Haven zorgt voor platform- en leverancier onafhankelijke Cloud infrastructuur voor het hosten van applicaties. Dat maakt het mogelijk om deze software op elk Cloud platform te draaien zonder dat je daarbij ingrijpende aanpassingen hoeft te doen.’ , beschrijft Brouwer. Zo kunnen gemeenten met behulp van Haven de techniek onder hun softwarevoorzieningen op dezelfde manier inrichten, eenvoudig hun exit plan realiseren en daarmee de digitale onafhankelijkheid vergroten.
De standaard bestaat uit een set technische criteria met bijbehorende open source software om te kunnen verifiëren of de Cloud inrichting daadwerkelijk voldoet aan de Haven standaard. Daarnaast is er een concrete open source voorbeeldimplementatie die volledig bestaat uit code waarmee overheden en marktpartijen binnen enkele minuten een volwaardige autonome Cloud kunnen inrichten die voldoet aan moderne eisen rond veiligheid, schaalbaarheid en uitwisselbaarheid.
Strategische noodzaak
Brouwer en Van Dijk zien digitale autonomie van de overheid inmiddels niet als een ideaalbeeld, maar als een strategische noodzaak. Brouwer wijst erop dat toekomstige geopolitieke verhoudingen moeilijk te voorspellen zijn. Zelfs binnen Europa kunnen verhoudingen verschuiven. ‘Wij hadden tien jaar geleden ook niet bedacht dat we in zo'n verhouding zouden komen te staan met Amerika. Het is nu eenmaal zo dat alle gegevens die we vandaag vastleggen, over dertig jaar ook nog nodig zijn, en we weten niet met wie we dan in de verschillende landen te maken hebben’, aldus Brouwer. ‘Wat overheden vooral nodig hebben, is de mogelijkheid om te schakelen en hun infrastructuur aan te passen aan veranderende omstandigheden zonder volledig opnieuw te hoeven beginnen.’
De kracht van Haven zit volgens hem juist in de wendbaarheid. De standaard voorkomt dat software en data worden opgesloten binnen de technische ketens van één specifieke leverancier. Door software zó te ontwikkelen en hosten dat deze onafhankelijk is van het onderliggende platform, behouden organisaties hun vrijheid. Als voorbeeld noemt Brouwer gemeente Hellendoorn, die software gebruikt voor meldingen uit de openbare ruimte. ‘Hellendoorn heeft daarbij de Haven-referentie-implementatie ingezet en is nu in staat om binnen een uur die hele technische constellatie volledig te operationaliseren bij een Nederlandse cloudaanbieder.’ Hij voegt toe: ‘Meldingen uit de openbare ruimte zijn misschien niet het meest spannende onderwerp, maar het laat wel zien wat we technisch op dit moment kunnen.’
De Nationale Digitaliseringsstrategie
Inmiddels wordt Haven niet alleen gezien als praktische bouwsteen, maar ook als casus voor een bredere beweging. In de Nationale Digitaliseringsstrategie (NDS), die binnenkort gelanceerd wordt, is Haven volgens Brouwer en Van Dijk expliciet genoemd als voorbeeld van publiek digitaal gemeenschapsgoed: voorzieningen die in publieke handen blijven, maar in samenwerking met de markt worden ontwikkeld en beheerd. Maar het idee dat een digitale bouwsteen als Haven op een gegeven moment ‘af’ zou zijn, wijst hij van de hand: ‘Dat is het nooit. Het is altijd in ontwikkeling.’
Om digitale gemeenschapsgoederen zoals Haven op termijn duurzaam te kunnen organiseren, is volgens Brouwer een nieuwe manier van werken nodig. ‘Een plek binnen de overheid waar we die nieuwe manieren van werken goed kunnen borgen. de regie op zulke digitale infrastructuren centraal wordt belegd, zonder dat bestaande organisaties zoals Logius of SSC-ICT worden overbelast met taken waarvoor ze niet zijn ingericht.’ De vraag wie dit beheer op zich moet nemen, staat nog open.
Meer samenwerken
Volgens Brouwer is de kern van het vraagstuk rond digitale onafhankelijkheid dan ook niet technisch, maar organisatorisch van aard. Hij ziet in de NDS een belangrijk handvat om dat op te lossen. ‘Samenwerken en innoveren is de sleutel om het probleem met digitale onafhankelijkheid met elkaar op te lossen’, stelt hij. Daarbij ziet hij de ontwikkeling van Haven als een belangrijk middel: ‘Ik denk dat we met Haven een samenwerkingsvehikel hebben gevonden om daarin stappen te kunnen zetten, maar we kunnen niet van nul naar honderd in één keer.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.