Eén op de tien Nederlandse lokale en regionale bestuurders geeft aan dat hun bestuurslichaam materiële hulp stuurt naar Oekraïne. Het Europees gemiddelde is 50 procent.
11 procent decentrale bestuurders: ‘Wij sturen hulp naar Oekraïne’
Ruim de helft van de Nederlandse lokale en regionale overheden heeft solidariteit uitgesproken met Oekraïne. Concrete steun is er minder.

Dat staat in het jaarlijkse verslag over De staat van regio´s en steden, dat het Comité van de Regio´s (CvdR) deze week uitbracht. Dat rapport is een opsomming van bedreigingen waar we nu mee te maken hebben op lokaal niveau en dat zijn er nogal wat.
Crises
Het is volgens D66-gedeputeerde Michiel Rijsberman van Flevoland een belangrijk rapport. ‘Het laat zien hoe door de verschillende crises, zoals Oekraïne, energie en klimaat de regio’s en steden de hardste klappen opvangen. En dat solidariteit noodzakelijk is om er goed mee om te gaan’, aldus de leider van de Nederlandse delegatie in het Comité.
Solidariteit
Voor Oekraïne heeft het Comité op een rijtje gezet wat de acties zijn van lokale en regionale overheden. Met het ontvangen van vluchtelingen zitten we iets boven het gemiddelde, met 89 procent als Nederlands cijfer en 76 procent voor de EU. Er zijn nu volgens Justitie & Veiligheid ongeveer 80.000 geregistreerde vluchtelingen uit het door oorlog geteisterde land.
Ongeveer 55 procent van de Nederlandse lokale en regionale overheden heeft solidariteit uitgesproken met Oekraïne. Dat getal ligt over de hele EU hetzelfde. Met de ondersteuning van organisaties of particulieren die hulpverlenen aan Oekraïne ligt het percentage met 45 iets onder het EU-gemiddelde van 53 procent.