De ene na de andere gezant, regisseur of regeringscommissaris wordt uit de kast getrokken om een urgent maatschappelijk probleem op te lossen. Maar de vraag is of een lappendeken van tijdelijke rollen uitkomst biedt voor dit systeemfalen, of dat het eerder politiek-bestuurlijke verlegenheid maskeert? Zolang we onze instituties niet daadwerkelijk versterken, blijft volgens Ali Mohammad en Amir Ali Abadi slechts de schijn van regie.
Essay: Tandeloze troubleshooters
Hoeveel kwartiermakers, aanjagers, verbinders, regisseurs, arrangeurs, gezanten, onafhankelijke bemiddelaars en coördinatoren zijn er nodig?

Zelfde script
Elke keer dat een maatschappelijk probleem oplaait, zien we in Nederland hetzelfde script. Er komt een kwartiermaker, een aanjager, een gezant of een nationaal coördinator. De titels verschillen, maar de logica is dezelfde: geef het probleem een gezicht, geef de politiek lucht, geef het systeem rust. We lijken daarmee stappen te zetten, maar helpt deze bestuurlijke reflex ons echt verder? Of zijn we onderweg vergeten hoe een effectieve en verantwoordelijke overheid eruitziet: een toegankelijke overheid die kan en durft te sturen op basis van duidelijke normen en van bevoegdheden?
Wildgroei
De trend die we waarnemen is (bijna) paradoxaal: hoe harder de roep om ‘regie’, hoe groter de verleiding om ‘zachte’ rollen in het leven te roepen. De afgelopen jaren is zo een wildgroei ontstaan aan tijdelijke regierollen: de kwartiermaker transgenderzorg, de bestuurlijk aanjager onbeperkt meedoen, de coronagezant, de studentenhuisvestingsregisseur, de nationaal coördinator tegen discriminatie en racisme, de regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld enzovoorts. Ze opereren in een herkenbaar spanningsveld: zichtbaar maar zonder macht, aanspreekbaar maar niet verantwoordelijk, en verbindend maar zelden sturend.
Theater
Voor die rollen ontbreekt niet zelden de juridische en institutionele verankering. Er zijn geen harde bevoegdheden, geen afdwingbare normen en geen eigen middelen. Ze hebben hoogstens zachte bevoegdheden: signaleren, adviseren, verbinden en intermediëren tussen beleid en praktijk. Het oogt als regie, maar het is vaak bestuur als theater: de schijn van sturing zonder de instrumenten om daadwerkelijk door te pakken. Hoe kunnen we anders het pleidooi van de huidige regeringscommissaris grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld verklaren waarin zij oproept tot een minister van Gelijkheid?
Varianten
Intussen groeit het vocabulaire: kwartiermakers, aanjagers, verbinders, regisseurs, arrangeurs, gezanten, onafhankelijke bemiddelaars en nationale coördinatoren. We zien dat er ook al maatschappelijke oproepen zijn tot het instellen van een nationaal coördinator moslimdiscriminatie, de nationale versie van de Europese coördinator moslimhaat en discriminatie. En wordt ook gepleit voor een ‘nature guardian’ naar het voorbeeld van Wales: ‘Een stem van de natuur in nationale besluitvorming over infrastructuur.’
Symptoombestrijding
Sympathieke voorstellen, maar hoeveel varianten van bestuurlijke tussenschakels willen we nog uitvinden voordat we erkennen dat dit symptoombestrijding is? In plaats van door te zetten met echte beleidskeuzes en hiervoor bestaande instituties te versterken, creëren we uitstel in de vorm van nieuwe rollen, commissies en overlegtafels. Het past bij de politiek-bestuurlijke cultuur die risico’s wil vermijden, maar het wringt met de huidige opgaven die schreeuwen om daadkracht en doorzettingsmacht. Zo blijft de overheid hangen in wat eerder is aangeduid als een betrouwbaarheidscrisis.
Extra pijnlijk
Opvallend veel regierollen concentreren zich rond domeinen waar burgers structureel vastlopen: de afhandeling van de Groningse aardbevingsschade, het toeslagenschandaal, structurele discriminatie in wetshandhaving en dienstverlening. Juist in zulke dossiers is het extra pijnlijk wanneer burgers een nieuw gezicht krijgen te zien die het probleem gaat aanpakken, maar niet ervaren dat iemand kan ingrijpen als hun rechten worden geschonden of procedures blijven slepen. In deze dossiers wordt het systeemfalen al jarenlang geconstateerd, maar telkens via omwegen aangepakt. De vraag is of een lappendeken van tijdelijke rollen hier uitkomst biedt, of vooral politiek-bestuurlijke verlegenheid maskeert.
Perspectief kantelen
Wat als we het perspectief kantelen? In plaats van telkens nieuwe regierollen op negatieve dossiers, investeren in instituties die positieve publieke waarden beschermen en versterken: menselijke waardigheid, sociale rechtvaardigheid, weerbaarheid, verbinding, inclusie en brede welvaart. We bouwen dan aan een infrastructuur die niet alleen fouten opspoort, maar ook standaarden stelt, publieke waarden borgt en overheden helpt moreel leiderschap te tonen.
Algemeen belang
Dat vraagt om proactief en normstellend denken. Minder pleisters, meer preventie. Niet alleen symptomen benoemen, maar de voorwaarden scheppen waaronder beleid rechtvaardig, transparant en menselijk wordt uitgevoerd. Daarvoor zijn sterke instituties nodig die toegankelijk zijn voor burgers en de nodige beslissingsbevoegdheden hebben én die daarvan daadwerkelijk gebruikmaken in het algemeen belang.
Ali Mohammad, programmamanager bij de Academie voor Wetgeving en Overheidsjuristen
Amir Ali Abadi, senior bestuursadviseur bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(Dit essay is door de auteurs op persoonlijke titel geschreven.)
HERSTEL: In de bladversie van dit essay zijn de onderschriften onder de foto's van de auteurs per abuis verwisseld. Onze excuses hiervoor.
Lees het hele artikel deze week in BB18 (inlog).
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.