Een op drie Nederlanders wantrouwt rechtsstaat
Meer dan een derde van de Nederlanders heeft weinig tot geen vertrouwen in de democratische rechtsstaat.

Rechterlijke uitspraken krijgen ogenschijnlijk vaker een politiek karakter. Is de parlementaire democratie daarmee in gevaar? In opdracht van advocatenkantoor Pels Rijcken onderzocht Ipsos I&O het spanningsveld tussen onze democratie en de rechtsspraak, mede naar aanleiding van de toename van het aantal maatschappelijke rechtszaken tegen de overheid. Dragen die bij aan een groeiend vertrouwen van de burger in de democratische rechtsstaat, of ondermijnen die dat vertrouwen juist?
Opleiding
Wat blijkt: ruim de helft van de Nederlanders (61 procent) vertrouwt erop dat de democratische rechtsstaat in Nederland werkt zoals deze zou moeten werken. Tegelijk heeft ongeveer 35 procent er weinig of zelfs helemaal geen vertrouwen in. De gevolgde opleiding speelt hierbij een doorslaggevende rol. Van de hoogopgeleiden vertrouwt 70 procent op de rechtsstaat. Bij laag- en middelbaar-opgeleiden is dit vertrouwen veel lager: respectievelijk 42 en 38 procent.
Rechtszaken
Bijna de helft van de Nederlanders (45 procent) vindt rechtszaken tegen de overheid een goede zaak. Zij zien dit als een nuttig correctiemechanisme voor verkeerd overheidsbeleid, stelt onderzoeker Maartje van de Koppel van Ipsos I&O. Het percentage voorstanders stijgt als de rechtszaken worden verbonden aan concrete organisaties, zoals milieu- en boerenorganisaties, respectievelijk 55 en 67 procent. Onder hoogopgeleiden en jongeren is de steun voor de rechtszaken het grootst.
Vertraging
Een aanname kan zijn dat mensen met weinig vertrouwen in de rechtsstaat content zijn met door maatschappelijke organisaties tegen de overheid aangespannen rechtszaken. Maar dat ligt genuanceerd, volgens Van de Koppel: ‘Uit de reacties op open vragen zien we dat mensen bang zijn dat zo’n rechtszaak leidt tot eindeloze vertraging. Of dat iedereen een zaak kan aanspannen, wat leidt tot overbelasting van rechters. Een deel van deze kritische groep ziet tegen de overheid aangespannen rechtszaken als ondermijning van democratische besluitvorming waarbij een kleine groep via de rechter het beleid kan beïnvloeden dat door een meerderheid is bepaald.’
Knauw
Gemeenten scoren met 62 procent in de middenmoot als het gaat om het vertrouwen dat ze genieten van burgers. Beduidend minder dan de politie (80 procent), maar veel beter dan de Nederlandse overheid als geheel (38 procent). Het hoe en waarom is voor dit onderzoek niet nader bekeken, aldus Van de Koppel. Uit andere onderzoeken weet ze dat het vertrouwen in de landelijke overheid een knauw heeft opgelopen door onder meer de toeslagenaffaire en de afwikkeling van de Groningse aardgasschade.
Lees het hele verhaal met alle bijbehorende grafieken deze week in BB17 (inlog).
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Als ik alleen maar kijk naar de uitspraken over windparken dan zie ik bij alle rechters een vast patroon van standaard oordelen die alle aangevoerde milieuproblematiek consequent en eensluidend terzijde schuift. De vraag is wie er de kwaliteiten van rechters beoordeeld. We zien in de US dat er veel verschillen zijn tussen linkse en rechtse rechters, dat zal dus hier ook wel van toepassing zijn. zie: https://wetten.overheid.nl/BWBR0001830/2025-07-01
Er is iets bij voor te stellen (denk aan de afwikkeling van gasschade Groningen, waterschade Valkenburg/Limburg en kanaalschade Overijsel, toeslagenaffaire(s), UWV-uitkeringen, Box 3-belasting etc.). De Ombudsman zal er vast nog eens een boek over schrijven.
"Ongeveer 35 procent heeft weinig of zelfs helemaal geen vertrouwen in de rechtsstaat". Dit zijn mensen die nog zelf nadenken en zich niet laten foppen.
"Van de hoogopgeleiden vertrouwt 70 procent op de rechtsstaat", dit zijn mensen die zich wel laten foppen. Omdat ze zichzelf als professional beschouwen vertrouwen ze (blindelings) op het oordeel van andere professionals. Dat hebben we duidelijk kunnen zien tijdens het begin van dit decennium.
Dat 70% van de hoogopgeleiden nog vertrouwen heeft in de rechtsstaat, komt waarschijnlijk doordat hoogopgeleiden nauwelijks slachtoffer waren van de toeslagenaffaire en het bovendien vaak eens zijn met milieuorganisaties die rechtszaken aanspannen tegen de staat. Dit vertrouwen heeft dus niets te maken met de deskundigheid en onpartijdigheid van rechters.