Het commissiedebat over het Nederlandse drugsbeleid dat deze week in de Tweede Kamer zou plaatsvinden, is tot nader order uitgesteld. In aanloop naar het debat schreef Machteld Busz, scheidend directeur van Stichting Mainline, een brief aan de Kamer waarin ze hard uithaalt naar het huidige beleid.
‘Gemeenten zijn de dupe van huidige drugsbeleid’
In de Kamerbrief over het drugsbeleid staan een misvatting, een gemiste kans en een urgente investering is vergeten, zegt Stichting Mainline

Grote misvatting
‘In het verleden was de voornaamste focus van het Nederlandse drugsbeleid de volksgezondheid, maar de afgelopen decennia is de aanpak meer gebalanceerd’, schreven de bewindslieden David van Weel, minister van Justitie en Veiligheid, en Vincent Karremans, (toenmalig) staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport vorige maand in een brief aan de Tweede Kamer ‘inzake het drugsbeleid’. Maar dat is een grote misvatting, reageert Busz in haar brief aan de leden van de commissie Justitie en Veiligheid. ‘De balans is juist doorgeslagen richting handhaving en repressie.’
Stichting Mainline zet zich in voor de gezondheid van kwetsbare drugsgebruikers door middel van harm reduction. Het kabinet is van plan, na meer dan drie decennia, de overheidssubsidie voor Mainline stop te zetten. Vanaf 2026 zou de subsidie van drie ton in twee jaar geheel moeten worden afgebouwd. Maar dat is niet de voornaamste reden van de brief. Busz spreekt niet alleen over de grote misvatting, maar ook over een gemiste kans en een urgente investering die wordt vergeten in de Kamerbrief.
Eerst maar eens die grote misvatting. De focus van het drugsbeleid zou nu meer gebalanceerd zijn, volgens de bewindslieden, maar u weerspreekt dat. Waaruit blijkt dat die balans er niet is?
‘Wij zien de afgelopen tien jaar bezuinigingen op harm reduction: op spuitomruil, methadonverstrekking, gebruikersruimtes, beschermd wonen, werkprojecten. Allemaal voorzieningen die de positie van gemarginaliseerde gebruikers verbeteren. We zagen een tijd nauwelijks overlast meer op straat of druggebruik in de publieke ruimte. Maar dat is de afgelopen jaren veranderd. De bezuinigingen op harm reduction zijn moeilijk te kwantificeren, want het gaat deels om gemeentelijk geld, deels om voorzieningen die onder verslavingszorg vallen en deels bij VWS, maar we zien verschraling. Er worden voorzieningen gesloten en er zijn wachtlijsten. Het publieke narratief in Den Haag is al jaren: een verschuiving naar handhaving en aanpak van productie en handel. Maar in het afgelopen decennium is dit juist heel dominant geworden. Harm reduction wordt steeds meer vergeten. Investeringen gaan naar aanpak van ondermijning en de politie- en justitiekant. Die balans is juist doorgeschoten naar handhaving en repressie. In de Kamerbrief staat dat de balans wordt hersteld. Maar wel de verkeerde kant op. Dat is framing.’
Het is ons een doorn in het oog dat niet goed wordt gemonitord wat de impact is van de investeringen in handhaving en justitie.
Machteld Busz, scheidend directeur van Stichting Mainline
Wat voor gevolgen heeft deze keuze voor gemeentelijke uitgaven en beleid?
‘Mainline wordt gekort, onze subsidie wordt stopgezet. Een instellingssubsidie geeft stabiliteit, dus als die wegvalt, geeft dat zorgen. Het Trimbos Instituut wordt ook gekort. Het werk moet naar gemeenten gaan. Die zijn ons goedgezind. We werken er intensief, maar hebben ook een landelijke taak. Wij kunnen gemeenten maar een paar keer per jaar bezoeken, dus het veld kent ons, maar de gemeentelijke beleidsmakers niet. Dat lokale bestuurders onze landelijke taak moeten gaan uitvoeren is een rare boodschap. Dat volledig overhevelen naar gemeenten is niet realistisch. Onze kracht zit juist in die landelijke taak: kennisdeling tussen gemeenten. Het is niet reëel aan ons te vragen bij alle gemeenten aan te kloppen en zelf een soort ‘pool fund’ op te zetten. Daar is bij uitstek het ministerie voor nodig. Bezuinigingen raken gemeenten ook direct, zo wordt de financiering voor de heroïneverstrekking naar gemeenten overgeheveld en in de slipstream gekort. Gemeenten komen dus meer onder druk te staan, ook naar het ravijnjaar toe. Daar zitten onze zorgen. We zien dat gemeenten die in principe voorzieningen willen behouden huiverig zijn voor een aanzuigende werking van toegankelijke voorzieningen. Ook al is die werking nooit aangetoond.’
Is uw observatie niet vooral ingegeven door het feit dat jullie subsidie na dertig jaar wordt stopgezet?
‘Nou, we zien het narratief al lang verschuiven richting handhaving en justitie. Het is ons een doorn in het oog dat niet goed wordt gemonitord wat de impact is van die investeringen. Harm reduction is evidence-based, terwijl naar justitie grote bedragen gaan, waarvan niet zeker is wat de impact is. Onze oproep is dus: meet wat de impact is van investeringen in justitie en investeer in harm reduction.’

Hoe verklaart u eigenlijk dat wel geld wordt uitgegeven aan niet-wetenschappelijk onderbouwde interventies en niet aan bewezen effectieve methoden, zoals harm reduction?
‘Ik zie het als een probleem aan politieke zijde. Tough on crime zijn scoort goed. Er is ook een conservatieve moraal in Den Haag van “gewoon niet gebruiken”. Dat eendimensionale oordeel staat in de weg van evidence-based beleid. De politiek weet weinig van dit onderwerp. Het is ook complexe materie. Geld geven aan justitie is dan verleidelijk, want dat scoort goed: spierballentaal. Maar ook zondebokpolitiek, want kwetsbare gebruikers zijn de dupe. Je ziet het ook op Europees niveau die kant opgaan. De politie ziet wel steeds meer dat het huidige beleid vastloopt en heeft ook een oproep gedaan meer te investeren in GGZ. Daar kun je harm reduction één-op-één opplakken. Goede harm reduction voorzieningen kunnen de politie enorm ontlasten. Nu moeten zij reageren op problemen en incidenten, bijvoorbeeld rond onbegrepen gedrag, die niet in hun takenpakket horen. Terwijl, harm reduction biedt structurele oplossingen.’
Laten we naar punt twee gaan. De gemiste kans. Welke kans is dat?
‘Inmiddels erkennen zelfs de Verenigde Naties dat het internationale drugsbeleid niet effectief is en leidt tot grove mensenrechtenschendingen. Er wordt internationaal gepleit voor een andere kijk op het drugsbeleid en onderzoek naar het reguleren van middelen. Deze discussie kan niet langs je heengaan. Het besef komt internationaal naar voren: dit systeem leidt niet tot meer veiligheid of betere gezondheid. Er is al lang een roep om het drugsbeleid te herijken en te spreken over verantwoorde regulering, zoals op de internationale drugsconferentie die door de Amsterdamse burgemeester Halsema was georganiseerd. Er leeft in het veld bewustzijn en erkenning: het huidige beleid heeft het omgekeerde resultaat. Maar dan zie je in de Kamerbrief meer van hetzelfde: meer geld naar justitie. De consensus in het drugsveld is juist: in publieke gezondheid en mensenrechten ligt de oplossing. Dat is een ontzettende gemiste kans.’
Een eenzijdig moreel oordeel blokkeert het kijken naar oplossingen die werken.
Machteld Busz, scheidend directeur van Stichting Mainline
U spreekt over het doorzetten van het wietexperiment, pilots met gereguleerde MDMA/xtc en rookbare cocaïne voor uitbehandelde gebruikers. U schrijft ook dat de commissieleden hun eigen oordeel en emotie moeten loslaten. Waarom zouden ze dat moeten doen?
‘De essentie van het succes van het beleid ligt in verleden. In de jaren ’90 is er pragmatisch gekeken wat er nodig is. De meeste mensen hebben terecht een diepe wens dat mensen geen drugs gebruiken. Zij willen jonge mensen tegen de gevaren van drugs beschermen. Die wens en de angst voor drugs vertaalt zich in een eenzijdig moreel oordeel. Dat oordeel blokkeert het kijken naar oplossingen die werken. Een drugsvrije wereld is geen realistisch doel. Maar dat besef lijkt verdwenen. Als je dat idee echter loslaat, sta je meer open voor wat er nodig is om de maatschappij en mensen die toch gebruiken wel veilig te houden. Bij de keuze voor pragmatisch en effectief beleid is een ander type politicus nodig die durft te experimenteren. In Den Haag is die afwezig.’
Denkt u dat zulke pilots dan wel kans van slagen hebben in het huidige politieke klimaat, waarin dus eerder voor niet-bewezen methoden wordt gekozen dan voor bewezen methoden?
‘Dit vraagt veel van moedige lokale politici die zich hiervoor hard maken, maar de storm tegen krijgen vanuit Den Haag. Ik mis nieuwsgierigheid op nationaal niveau. Met het gepolariseerde debat raak je verder verwijderd van je doelen. En binnen dat klimaat bestaat het risico dat lokale politici niets meer durven. Een pilot kan een kans bieden om te kijken wat de echte impact is van de aanpak. Het kan ook zijn dat het niet werkt, maar dan heb je het in ieder geval onderzocht. Ik mis nieuwsgierigheid, betrokkenheid en steun in Den Haag om het anders en beter te doen.’

Tot slot noemt u de urgente investering die is vergeten in de Kamerbrief, namelijk een groot aantal kwetsbare groepen benoemen die drugs gebruiken en beperkte toegang hebben tot harm reduction. Wat zijn de risico’s voor deze groepen?
‘Dat er in die brief geen aandacht is voor gemarginaliseerde groepen, zoals daklozen, gedetineerden, Europese arbeidsmigranten en ongedocumenteerden, daarvan val ik van mijn stoel. Dakloosheid neemt toe en er is meer drugsgebruik in de publieke ruimte. Dat is een groot probleem. In Rotterdam is bijvoorbeeld overlast van mensen die basecoke roken. Die hebben geen plek om naartoe te gaan. Dit zien we in alle (middel)grote steden. Het aantal Oost-Europeanen en ongedocumenteerden die drugs gebruiken en geen toegang tot zorg hebben stijgt nog steeds. Op lokaal niveau zijn dit grote problemen. Het is een ongelooflijke omissie in de brief dat gemarginaliseerde groepen niet worden genoemd. Er staat niets over de dreiging van synthetische opiaten en de noodzaak ons daarop voor te bereiden. Niks over drugs binnen de gevangenissen en de noodzaak ook hier meer aan harm reduction te doen. Dit alles is een gigantische blinde vlek. Dat is zorgelijk en niet te begrijpen. Kennelijk zijn deze groepen niet in beeld in Den Haag. Wij weten: harm reduction en bijvoorbeeld beschermd wonen helpen. Investeer daarin.’
En nu mogen gemeenten het zelf oplossen?
‘Ja, dat is het idee. Sommige gemeenten investeren er wel in, andere niet. Er is die angst voor de aanzuigende werking. Ik vind dat het een landelijke taak is: stimuleer de harm reduction aanpak, in ieder geval moreel, idealiter ook financieel. Erken het bestaan van mensen die drugs gebruiken, en besef dat drugsproblematiek zoals we nu zien eerder aan de hand is geweest. Het is een politieke keuze om dit uit de hand te laten lopen, terwijl we er kostenefficiënt iets aan kunnen doen. Maar dat wordt niet eens genoemd.’
Jullie roepen op de voorgenomen bezuinigingen op Mainline terug te draaien. Zijn er dan geen andere partijen die dit werk op zich kunnen nemen?
‘Wat ze graag willen is een publiekscampagne, zoals in Rotterdam. Maar die campagne is ineffectief en daardoor geldverspilling. Met dat geld kun je Mainline vermoedelijk vier jaar lang financieren. Je verspilt geld, terwijl je bezuinigt op instellingen. Onze doelgroep zie je vaak in terug in de gevangenis. Daar kun je iets goed doen. Met de risico’s op overdoses, problematiek en veiligheidsissues moet er geld naar inzet van harm reduction. Dat zou justitie moeten betalen en niet de gemeenten. Dat is niet realistisch.’
U vertrekt bij Stichting Mainline om strateeg dakloosheid te worden bij de gemeente Amsterdam. Met welk gevoel gaat u weg?
‘Het is dubbel. Harm reduction staat onder druk. Stichting Mainline werkt al dertig jaar, ook internationaal, terwijl veel financiering is weggevallen. Ik heb daar echt grote zorgen over. Waarschijnlijk redden we het wel, maar we moeten in de survival modus tot het politieke besef eindelijk daar is dat het anders moet. Dat is frustrerend. De hoop is dat gemeenten bijschieten, maar als kleine stichting ben je kwetsbaar zonder structurele subsidie. Ik vind het lastig los te laten. Ik hoop daarom op meer aandacht na de verkiezingen.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.