Overslaan en naar de inhoud gaan

Nederland haalt eigen aangescherpt klimaatdoel niet

Het Planbureau voor de Leefomgeving komt met zijn jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning (KEV). Het Europese doel haalt Nederland wel.

Windpark Egmond aan Zee, gezien vanaf Wijk aan zee.
Windpark Egmond aan Zee, gezien vanaf Wijk aan zee. - ANP

Tot 2023 stond in de Nederlandse Klimaatwet nog als doel voor 2030: 49 procent reductie van de broeikasgasuitstoot vergeleken met 1990. De kans om dat oude doel te halen met het huidige en geplande klimaatbeleid is 50-75 procent. Dat staat in de nieuwste editie van de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning (KEV) die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) met collega-instituten opstelt.

In 2022 echter trad het vierde kabinet-Rutte aan, een coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Zij besloten de klimaatambities te vergroten. Een jaar later werd de Nederlandse Klimaatwet gewijzigd: ‘Nederland wil koploper in Europa zijn bij het tegengaan van de opwarming van de aarde’, had in het regeerakkoord gestaan. Het reductiedoel voor 2030 werd opgehoogd tot 55 procent.

Buiten bereik

Het is dat aangescherpte doel dat buiten bereik is komen te liggen, concludeerde de KEV van vorig jaar al. De nu nieuwe KEV trekt dezelfde conclusie: ‘Deze aanscherpingen zijn gepaard gegaan met onvoldoende robuuste maatregelen om deze verhoogde ambitie in 2030 in zo’n korte tijd te realiseren.’

Hoe anders was dat in 2023. Toen was PBL behoorlijk optimistisch nog: ‘De broeikasgasuitstoot in Nederland daalt mogelijk met 46 tot 57 procent in 2030 ten opzichte van 1990’, noteerde het planbureau destijds. ‘Daarmee is het wettelijke klimaatdoel van 55 procent reductie voor het eerst in zicht.’

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

Sindsdien zit het tegen. Nederland koerst nu af op een reductie van de CO2-uitstoot in 2030 van ‘47 tot net geen 55 procent’. Aan dit vooruitzicht zal waarschijnlijk weinig meer veranderen, omdat het jaar 2030 zo dichtbij is.

Wind op zee als werkpaard

Een belangrijke tegenvaller is dat de wind-op-zee-projecten minder hard gaan dan gehoopt. ‘Wind op zee is hét werkpaard van de energietransitie’, schrijft het PBL. Op de Noordzee staat nu 5 gigawatt (GW) aan turbines, in 2030 zal dat 9 GW zijn. Maar ooit werd daar tegen die tijd 12 GW verwacht. Na 2030 zetten de problemen bovendien door: ‘Voor de langere termijn heeft de minister in juli laten weten dat de ambitie voor windparken op zee in 2040 flink is verlaagd van 50 GW naar 30 tot 40 GW. Het wegvallen van dergelijke vermogens slaat een flink gat in het benodigde groeipad van de energietransitie.’

Volgens demissionair klimaatminister Hermans komt dit door een moeilijke marktsituatie, aldus haar Kamerbrief deze zomer: materialen zijn duurder geworden, rentes zijn gestegen, en er is sprake van een tegenvallende marktvraag naar groene stroom door een vertragende elektrificatie van de zware industrie.

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

Het doel dat Nederland wél haalt

Een ander opgehoogd reductiedoel haalt Nederland wél. Toen de eerste Europese Commissie onder leiding van Ursula von der Leyen een Green Deal presenteerde, werd de Europese Klimaatwet aangescherpt en kregen alle lidstaten zwaardere eisen opgelegd. Dit gebeurde in het kader van de Effort Sharing Regulation (ESR).

Aanvankelijk moest Nederland in 2030 36 procent CO2-uitstoot hebben gereduceerd, nu werd dat 48 procent. Het gaat hier om de uitstoot van de sectoren mobiliteit, gebouwde omgeving, landbouw, kleine industrie en de afvalverwerking. De emissies van de zware industrie in de lidstaten vallen hier buiten, omdat die toenemend beperkt worden door het Europese Emissiehandelsysteem (ETS). Vanaf 2040 zijn er geen emissierechten meer te koop. Dat gaat buiten Nederland om.

Sterkste schouders

De gedachte achter de ESR is dat de sterkste schouders de zwaarste reductielasten torsen. Landen met hoge inkomens, zoals Nederland, worden door de Europese Commissie hoger aangeslagen. Een land als Bulgarije hoefde eerst niks te doen, en heeft nu 10 procent als doel. Letland ging van 6 naar 17 procent. Roemenië van 2 procent reductie van de broeikasgasuitstoot naar 12,7 procent. Het rijke Luxemburg moet het meeste doen: van 40 naar nu 50 procent.

Net als vorig jaar bericht het PBL in de KEV dat Nederland ruim op weg is om de 48 procent CO2-uitstootreductie te halen in de aangewezen sectoren. ‘De kans dat de uitstoot tussen 2021 en 2030 dus onder de grens van de 829 megaton blijft, is groter dan 95 procent’, noteert het Planburau voor de Leefomgeving.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Melden als ongepast

Door u gemelde berichten worden door ons verwijderd indien ze niet voldoen aan onze gebruiksvoorwaarden.

Schrijvers van gemelde berichten zien niet wie de melding heeft gedaan.

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in