Bij ruim 80 procent van de gemeenten is het mogelijk om aanzienlijk te besparen op jeugdhulp zonder dat dit ten koste gaat van het niveau van de hulpverlening. Dat concludeert het Instituut voor Publieke Sector Efficiëntie Studies (IPSE Studies) op basis van een analyse van 338 gemeenten. ‘In een ideale situatie, waarin alle ondoelmatigheden zijn weggewerkt, bedraagt het besparingspotentieel van alle gemeenten gezamenlijk zo’n 1,8 miljard euro’, aldus de onderzoekers.
Gemeenten kunnen tot 1,8 miljard besparen op jeugdhulp
De meeste winst is te behalen bij de 88 gemeenten die het laagst scoren op doelmatigheid, oftewel 26 procent van alle onderzochte gemeenten
Hoge en lage score
De meeste winst is te behalen bij de 88 gemeenten die het laagst scoren op doelmatigheid, oftewel 26 procent van alle onderzochte gemeenten. Tot deze groep behoren onder meer Groningen, Almere en Enschede. Ook de 189 middelmatig scorende gemeenten – waaronder Amsterdam, Rotterdam en Den Haag – hebben vaak nog veel ruimte voor verbetering. Dit zijn met 56 procent de meeste gemeenten. Een vrij kleine groep gemeenten (18 procent) scoort hoog op doelmatigheid. Tot de drie grootste gemeenten van deze categorie behoren Dordrecht, Alphen aan den Rijn en Velsen.
Verklaring
De verschillen in kostendoelmatigheid zijn volgens IPSE-onderzoekers Jos Blank en Alex van Heezik deels te verklaren door herhaaltrajecten en relatief hoge gemeentelijke apparaatskosten per cliënt. Of trajecten volgens plan verlopen of dat gemeenten de jeugdhulp voor andere gemeenten uitvoeren, heeft geen significante invloed op de doelmatigheid. ‘Een groot deel blijft echter onverklaard’, stellen Blank en Van Heezik. De auteurs van de analyse vermoeden dat dit komt door uiteenlopende prijzen tussen gemeenten en aanbieders.
Ravijnjaar
IPSE Studies concludeert dat bij 277 gemeenten (ruim 80 procent) aanzienlijke besparingen mogelijk zijn, zonder dat dit ten koste gaat van het niveau van de hulpverlening. Ook bij gemeenten die nu al relatief efficiënt werken, is er vaak nog ruimte voor verbetering. ‘In een ideale situatie, waarin alle ondoelmatigheden zijn weggewerkt, bedraagt het besparingspotentieel van alle gemeenten gezamenlijk zo’n 1,8 miljard euro’, aldus Blank en Van Heezik. Maar ook in een realistischer scenario is volgens de onderzoekers een forse kostenbesparing haalbaar. ‘Een sprong over het ravijn is mogelijk’, menen de auteurs, verwijzend naar het ravijnjaar 2028. ‘Mits gemeenten doelmatigheid centraal stellen en van elkaar willen leren’.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.