Als een van de eerste provincies heeft Flevoland een regionaal plan voor windenergie op land gereed samen met drie gemeenten. In zijn eentje gaat Flevoland in 2020 bijna een kwart van de door de twaalf provincies aan minister Kamp toegezegde landelijke doelstelling van 6000 MW windenergie op land realiseren. Tegelijkertijd verdwijnen er windmolens en worden de nieuwe parken beter in het landschap geïntegreerd. En de burgers mogen zelf investeren in windmolens en delen in een gebiedsgebonden bijdrage van de exploitanten van de nieuwe windmolens. Lessen voor andere provincies.
Een lesje wind op land
Toen minister Henk Kamp van Economische Zaken in 2013 met de provincies afsprak om in 2020 liefst 6000 MW aan windenergie op land te…
Veel molens
Het is niet verwonderlijk dat Flevoland de windzaken snel op orde heeft. Waar de landmarks met de zoevende wieken elders vaak op weerstand als horizonvervuiling en geluidsoverlast stuiten, is iedereen in de jonge provincie groot geworden met windmolens. Tot 2006 was er zelfs een wildgroei van molens doordat boeren en projectontwikkelaars door de aantrekkelijke subsidies massaal molens bouwden.
Sanering
Toen minister Henk Kamp van Economische Zaken in 2013 met de provincies afsprak om in 2020 liefst 6000 MW aan windenergie op land te realiseren, greep Flevoland dat besluit aan om een grootscheepse sanering te starten. 'In Flevoland staan zeshonderd windmolens als bloeiende bloemen zonder structuur verspreid', zegt gedeputeerde Energie Arie Stuivenberg (SP). 'Wij wilden het aantal windmolens al vanaf 2008 halveren en concentreren in grootschaliger windparken en daarbij het geleverde vermogen verdubbelen. De windparken moeten volgens een beeldkwaliteitplan passen in het verkavelingspatroon van rechte lijnen in het polderlandschap.'
Sloop
De molens die nog niet aan het einde van hun levensduur zijn, mogen maximaal vijf jaar blijven draaien. Anderen zijn rijp voor de sloop en weer andere windmolens kunnen na secure demontage nog een tweede leven beginnen in bijvoorbeeld Oost-Europese landen. 'Daar is een markt voor', weet Stuivenberg.
Winddagen
Dat het plan zo snel ontstond en deze zomer door alle betrokken gemeenten is ondertekend, komt doordat er zorgvuldig is overlegd met alle betrokken partijen, aldus de provincie. Provincie en de gemeenten Lelystad, Dronten en Zeewolde organiseerden zogeheten winddagen voor burgers en boeren om draagvlak te genereren en ideeën op te doen.
‘Van onderop’
'Een belangrijke trigger is de gebiedsgebonden bijdrage', zegt wethouder Gerben Dijksterhuis (CU/CDA) in Zeewolde, die met drie windparken in zijn grondgebied straks de helft van de beoogde energie gaat leveren in Flevoland. 'De hele streek profiteert mee van een jaarlijkse afdracht van € 1050 per MW opgesteld vermogen aan windenergie.' Dijksterhuis is voorstander van zo'n poldermodel met plannen die 'van onderop' worden opgebouwd. 'De top-down-aanpak die Rijk en provincies tot nog toe hanteerden, is niet de gelukkigste manier', zegt hij. 'Dan organiseer je de weerstand.' Als portefeuillehouder windenergie bij de VNG draagt hij de polderaanpak van Flevoland uit bij de andere provincies.
Niet tevreden
Toch is niet iedereen tevreden. 'Zeewolde plaatst de hoogste windmolens pal tegen Almere', zegt Michael Broomhead van de Belangenvereniging Almere Hout. 'Die zijn met 220 meter anderhalf keer zo hoog als molens elders. Door hun hoogte is het overlastgebied van Almere flink vergroot. Wij zijn voorstander van windenergie, maar doe het met kleinere molens.'
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.