Om elk stukje ruimte op het stroomnet wordt gevochten. Als er ruimte vrijkomt, steekt iedereen zijn vinger omhoog. Er heerst daarom nervositeit nu de bewaker van de toegang tot dat stroomnet, de Autoriteit Consument & Markt, met een nieuw prioriteringskader komt. Volgende maand wordt duidelijk welke maatschappelijke partijen vanaf volgend jaar definitief voorrang krijgen.
Blijvende zorgen of woningen voorrang op stroomnet houden
Volgend jaar komt er een nieuw prioriteringskader. De koepels zijn er niet gerust op.
Zo blijven gemeenten en provincies zich zorgen maken of woningbouw net als eerder voldoende prioriteit krijgt. Dat blijkt uit een nieuwe gezamenlijke position paper, die ze naar buiten brengen met oog op het Commissiedebat in de Tweede Kamer deze week over netcongestie.
Niet kristalhelder
Woningbouw blijft een voorrangscategorie, maar de methode van netbeheerders om de noodzakelijke ruimte te reserveren, verandert. Koepelorganisaties VNG en IPO vinden deze nieuwe aanpak niet kristalhelder. ‘Als de nog beschikbare netcapaciteit tegenvalt, kan de ontwikkeling van woningbouw in verschillende gemeenten en provincies praktisch tot stilstand komen’, stellen ze.
In antwoord op schriftelijke Kamervragen van het CDA, meldt demissionair klimaatminister Sophie Hermans deze week dat zorgen niet nodig zijn en bovendien dat de zorgen recent met de koepels nog besproken zijn. ‘Ook in het nieuwe prioriteringskader van de ACM wordt woningbouw opgenomen als onderdeel van de prioritaire categorie basisbehoefte’, schrijft Herman. ‘Daarmee verandert de voorrang van woningbouw op niet-prioritaire aanvragen niet.’ Wel wordt het vanaf 2026 noodzakelijk om woningbouwprojecten op tijd bij netbeheerders aan te melden en om zowel transportcapaciteit als een prioriteitstatus te vragen.
Overgangsfase
‘Dit eerder aanvragen van vermogen en prioriteit is niet alleen voor netbeheerders een nieuwe werkwijze, maar ook voor gemeenten en projectontwikkelaars’, zegt Hermans. ‘Zij krijgen daarom tijd om zich aan te passen aan deze nieuwe werkwijze en worden betrokken bij de uitwerking van het genoemde proces tot eerder aanvragen.’ Het eerste half jaar van 2026 geldt als overgangsfase.
Drinkwaterbronnen
Maar ook elders blijven er zorgen leven. Uit het ontwerp voor het nieuwe prioriteringskader, dat het ACM naar buiten bracht, blijkt dat de toezichthouder in drie urgentiecategorieën blijft denken: eerst de congestieverzachters (omdat die de transportcapaciteit op het stroomnet juist vergroten), daarna veiligheid (zoals ziekenhuizen, justitie, afvalinzameling, drinkwater, het leger), tot slot de basisbehoeften (zoals wonen, warmte en openbaar vervoer).
De drinkwaterbedrijven zitten dus in de tweede categorie. Dat is niet voldoende voor branchevereniging Vewin, die bezorgd blijft over de toegang op het stroomnet die nodig is voor de uitbreiding van de drinkwaterbronnen. Dat blijkt uit een nieuwe oproep van de vereniging. Vewin wil dat drinkwaterbedrijven nog een extra status krijgen, namelijk binnen het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK). Ook binnen dit overheidsprogramma krijgen de belangrijkste energie-infrastructuurprojecten een speciale status.
Nationale veiligheid
Daarnaast wil Vewin dat de demissionair klimaatminister Sophie Hermans gebruik maakt van nieuwe Europese regelgeving: het Brusselse Electricity Market Design. Deze wetgeving kwam tot stand tegen de achtergrond van de hoge energieprijzen in Europa na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. Met oog op de nationale veiligheid geeft de wet aan ministers de mogelijkheid ‘bindende aanwijzingen’ te geven aan de elektriciteitsmarkt, om via die weg de energievoorziening voor essentiële diensten te garanderen. ‘Gezien de betekenis van de drinkwatervoorziening voor de nationale veiligheid en de volksgezondheid, pleit Vewin voor de hoogste prioriteit bij een mogelijke bindende aanwijzing (…)’, aldus de vereniging.
Rechtszaak verloren
Dat er nog altijd discussie over het prioriteringskader is, komt doordat de ACM eerder dit jaar een rechtszaak verloor bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De rechters noemden het toenmalige nieuwe kader ‘onzorgvuldig voorbereid en onvoldoende gemotiveerd’. Dat vonden de veertien aanklagers ook, waaronder het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de NS, de Vereniging Afvalbedrijven, Ziggo, KPN, de Landelijke Huisartsen Vereniging en ook Vewin.
Op dat moment bevond de openbare drinkwatervoorziening zich namelijk in de derde urgentiecategorie. Na de rechtszaak kwam deze in de tweede categorie.
Kritiek van ACM
Ondertussen heeft de ACM op zijn beurt weer kritiek op anderen. Deze week kondigde de toezichthouder aan dat de netbeheerders uiterlijk begin februari 2026 een verbeterplan moeten inleveren. Zij lopen volgens de autoriteit achter met het nemen van netcongestiemaatregelen.
Dan gaat het niet om het fysiek verzwaren van het net, maar om het mogelijk maken van talloze congestiemaatregelen die de ACM in kaart bracht. Denk aan het aanbieden van flexibele contracten, groepstransportovereenkomsten, gedeelde aansluitingen, het afpakken van gecontracteerde stroomcapaciteit als afnemers die capaciteit niet gebruiken, het opleggen van een deelnameplicht aan congestiemanagement, transporttarieven die gedurende de dag omlaag of omhoog gaan, of zelfs het aanbieden van een transportrecht dat opgeschort kan worden. De ACM gaat straks op basis van het verbeterplan met elke netbeheerder bestuurlijke afspraken maken.

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.