Prognoses van de vraag naar ruimte op bedrijventerreinen laten een toename zien van zo’n 6 tot 13,5 procent. Maar het beschikbare aanbod droogt snel op: in acht van de twaalf provincies is de ruimte voor bedrijven in 2030 zo goed als uitverkocht.
Bedrijven lopen vast op ruimtegebrek en organisatiegraad
Om bedrijventerreinen te verduurzamen moeten de regels voor bedrijveninvesteringszones (BIZ) worden verruimd, vindt minister Karremans.
In de knel
Dat blijkt uit een Kamerbrief van minister Karremans (Economie). Hij vreest dat door andere, veel ruimte vergende vraagstukken als de woningbouw en energietransitie de bedrijven nog verder in de knel kunnen komen. Karremans ziet daarnaast bij bedrijven de zekerheid ontbreken om te investeren in het verduurzamen van hun economische activiteiten. Hij zoekt naar manieren om dat via aanpassing van regelgeving te stimuleren.
3 procent
Sinds 2015 kunnen bedrijven zich lokaal bundelen via de Wet op de bedrijveninvesteringszones (BIZ). Met instemming van een meerderheid van de ondernemers kan via een gemeentelijke verordening een belasting worden opgelegd die vervolgens kan worden benut voor de veiligheid, uitstraling en economische vitaliteit van bedrijventerreinen. Maar de BIZ komt in de praktijk nauwelijks van de grond: slechts een op de vijf bedrijventerreinen is er voldoende voor georganiseerd. Amper 3 procent maakt gebruik van een BIZ.
Uitgelezen handvat
Volgens Karremans biedt de BIZ echter nog steeds een uitgelezen handvat om maatschappelijke opgaven op de bedrijventerreinen aan te pakken die collectieve investeringen vergen, zoals de energietransitie, circulariteit en digitalisering. Daarom wordt nu onderzocht of de maximale looptijd van een BIZ kan worden verdubbeld tot tien jaar. ‘Dit biedt ruimte voor langjarige investeringen en vermindert de administratieve lasten voor ondernemers en gemeenten.’
Bij een BIZ in Rijswijk is nu ook voor het eerst het rijk via het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) aangesloten
Publieke belang
Daarnaast start Karremans in het tweede kwartaal van 2026 een communicatiecampagne samen met gemeenten, provincies en VNO-NCW om de bekendheid van de BIZ te vergroten. Bij een BIZ in Rijswijk is nu ook voor het eerst het rijk via het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) aangesloten. ‘Daarmee benadrukt ook het RVB het publieke belang dat een BIZ kan dienen aan een veilige, schone en duurzame werkomgeving.’
Sturender rol
In opdracht van de ministeries van Economische Zaken en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening onderzochten Fakton en Rebel de financieel-economische basis onder bedrijvigheid in gebieden met grootschalige woningbouw. Zij constateren dat gemeenten zoeken naar een sturender rol, maar daarvoor vaak de ervaring missen en bijbehorende risico’s (staatssteun, waardedaling, mismanagement) vrezen. De onderzoekers wijzen als alternatief op regionale ontwikkelmaatschappijen (‘Zoals de OMU in Utrecht, de HMO in Overijssel of de OHG in Gelderland’) die hier her en der al een actieve rol in nemen.
Landelijke faciliteit
‘Bouwend op de opgedane praktijklessen zou dit kunnen worden opgeschaald naar een landelijke faciliteit, vergelijkbaar aan de Transformatiefaciliteit, die primair transformatie van werklocaties naar gemengde locaties met woningbouw faciliteert’, suggereren de onderzoekers. ‘Wellicht kan dit deel zijn van de lopende verkenning naar een landelijke integrale grondenbank.’
Afsprakenkaders
Verder wijzen ze op het belang van regionale afsprakenkaders. ‘De gemeenten en provincies hebben hier een belangrijke taak. Op regionaal niveau is bijvoorbeeld in Haaglanden goede ervaring opgedaan met het Woonwerkakkoord Haaglanden. Dit benoemt de regionale afspraken en spelregels over nieuwe ontwikkeling en transformaties van terreinen. Het rijk kan deze processen waar nodig met kennis en kunde bijstaan.’

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.