Gemeenten procederen niet vaak tegen het rijk. Ze zullen relatief snel met lege handen staan. ‘Ageren tegen het ravijnjaar is kansrijker met een politieke lobby.’
Procederen tegen het rijk? Veel succes!
Rechters zijn in de regel heel terughoudend om geschillen met een politiek karakter op te lossen.

Actievere golf
Hoe vaak gemeenten tegenover provincies of het rijk in de rechtszaal staan, is niet bekend. Gerechten – en dus ook de Afdeling bestuursrechtspraak – houden niet bij welke partijen procederen. Dat het geen dagelijkse kost is, bevestigt de Nijmeegse hoogleraar staatsrecht Hansko Broeksteeg. ‘Procedures tegen de Kroon komen af en toe voor. Het is moeilijk te zeggen of het meer of minder is dan vroeger. Dat geldt ook voor procedures bij de Raad van State.’
Procedures lijken, zo zegt Broeksteeg – die in 2023 zijn oratie over dit onderwerp uitsprak – in golven te komen. ‘Het is afhankelijk van de verhoudingen tussen de rijksoverheid en decentrale overheden. Gaat het economisch beter, dan zijn de relaties wat prettiger. In periodes met slechtere verhoudingen zie je meer procedures die vaak een vrij principieel karakter hebben. Ik denk dat we nu in een wat ‘actievere’ golf zitten, met meer procedures.’
Politiek gevoelig
Met enige regelmaat krijgt het Groningse advocatenkantoor PlasBossinade vragen van gemeenten die overwegen te procederen tegen ‘hogere’ overheden. ‘Denk aan situaties waarin een provincie een aanwijzings- of interventiebesluit heeft genomen richting een gemeente, of waarin de centrale overheid heeft ingestemd met een gaswinningsplan’, zegt advocaat procesrecht Leonie Ettema.
Als een zaak voor de rechter komt, geldt voor gemeenten die procederen een vergelijkbare processtrategie als voor burgers die procederen. Marijn Nuijens van PlasBossinade: ‘Elk besluit heeft een eigen toetsingskader waarmee wordt beoordeeld of een besluit correct is genomen. Het maakt niet uit wie tegen dat besluit procedeert, het toetsingskader is hetzelfde.’
Maar in dergelijke procedures speelt vaak bestuurlijke en politieke gevoeligheid, zegt zijn collega Ettema. ‘Dat onderscheidt procederende gemeenten van procederende burgers. En er zit een extra spanningsveld in: gemeenten willen aan hun burgers laten zien dat zij voor hen het maximale doen.’ Gemeenten winnen interbestuurlijke geschillen zaak net zo vaak als burgers tegen bestuursorganen, schatten de advocaten van PlasBossinade: winkansen schommelen rond de 50 procent, bleek uit eerder onderzoek.
Constitutioneel hof
Naast de Kroon en de Afdeling bestuursrechtspraak zou in theorie ook een constitutioneel hof – de wens om dat in te stellen staat in het regeerakkoord van het gevallen kabinet-Schoof – interbestuurlijke geschillen kunnen beslechten, zegt hoogleraar Broeksteeg. ‘Zoals het nu gebeurt is de rechtsbescherming voor decentrale overheden wat verbrokkeld. De drie mogelijke rechtsingangen – Kroon, bestuursrechter, civiele rechter – leiden tot versnippering. Ik zie daar overigens geen probleem in. Het voordeel van een constitutioneel hof is dat het gespecialiseerd kan worden in interbestuurlijke geschillen.’
Op de vraag of de huidige rechtsingangen goed zijn, antwoord Broeksteeg als een jurist: ja en nee. ‘Ja, want gemeenten weten die weg naar de rechter goed te vinden. Dat wil niet zeggen dat gemeenten gemakkelijk ‘winnen’. Rechters zijn in de regel heel terughoudend om geschillen met een politiek karakter op te lossen. Een constitutioneel hof zal dat makkelijker durven, een van de redenen dat zo’n hof wordt overwogen.’
Ravijnjaar
Die terughoudendheid verwacht Broeksteeg ook bij procedures over het ravijnjaar. ‘Ik vermoed dat de rechter dat heel voorzichtig zal toetsen, want allocatie van geld is een politieke afweging. De rechter is geen politicus. Gemeenten zullen relatief snel met lege handen staan omdat rechters niet zo snel politieke afwegingen maken. Die wijze van toetsing kan dus nadelig zijn voor gemeenten.’
Wie wil ageren tegen het ravijnjaar, maakt met een politieke lobby meer kans dan met een procedure bij de rechter, zegt Broeksteeg. ‘Wie nul op rekest krijgt van het kabinet, kan het bij de rechter wel vergeten. Meer succes heb je pas als je heel concrete juridische normen hebt waarmee je je zaak kunt bepleiten.’
Decentralisaties
Broeksteeg verwijst naar de Gemeentewet en leest artikel 108 lid 3 voor: ‘Kosten die gemeenten maken bij de uitvoering van medebewind, en die ten laste van hen komen, worden door het rijk vergoed. Kijk, dat lijkt een heel concrete norm: het rijk decentraliseert iets naar gemeenten en die gemeenten moeten daarvoor het bijbehorende geld krijgen. Maar wat is ‘bijbehorend’? Toen in 2015 de decentralisaties in het sociaal domein plaatsvonden, moesten gemeenten het met minder doen, want de decentralisaties waren ook een bezuinigingsmaatregel. In een procedure gaat het dan in feite over de uitleg van de kosten die ten laste van gemeenten komen. Ga er maar aan staan.’
Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 11 van deze week.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.