Er is te weinig institutionele duidelijkheid over het griffie-ambt, waardoor het nog steeds sterk afhankelijk is van de persoon en van ambten, personen en organen die rond de griffier opereren. Een eenduidige en heldere nationale ambtsinstructie en een nationaal kader van honorering en inschaling moeten daarom de hoogste prioriteit krijgen.
‘Maak een nationale ambtsinstructie voor griffiers’
Maak van een eenduidige nationale ambtsinstructie en een nationaal kader van honorering en inschaling voor griffiers de hoogste prioriteit.

Patstelling doorbreken
Dat schrijft de Groningse emeritus hoogleraar staatsrecht Douwe Jan Elzinga in een publicatie op LinkedIn. Om de patstelling te doorbreken is het volgens hem eerst nodig dat de kerntaak van griffiers wordt gedefinieerd in een nationale ambtsinstructie. Zo kan er een einde komen aan het ‘moeizame gedoe’ rond het functieprofiel van griffier en griffie. Elzinga onderscheidt negen bijzondere verantwoordelijkheden van de griffier (zie kader) en er is volgens hem ‘geen enkele overtuigende redenering meer te bedenken waardoor voor sommige provincies en gemeenten hierop zou moeten worden gedifferentieerd’.
Eigenstandigheid stabieler
Door deze kernactiviteiten vast te leggen in een nationale ambtsinstructie kan volgens Elzinga aan het ‘uitgebreid differentiëren met functieprofielen’ een einde komen, wordt de eigenstandigheid van de griffiefunctie een stuk stabieler en krijgen griffiers en griffies een duidelijk en helder institutioneel profiel. Daarna noemt hij een andere interventie van ‘doorslaggevende betekenis’ om de eigenstandigheid van de griffiefunctie flink te verstevigen: voer een helder en sluitend nationaal stelsel van inschaling in dat geheel en objectief afhankelijk is van het aantal inwoners van een provincie of gemeente. Nu geldt het advies van de belangenverenigingen om de griffier twee schalen onder die van de burgemeester in te schalen. ‘Maar dat is beslist geen wet van Meden en Perzen, daar wordt in de praktijk nog steeds van afgeweken en algehele overeenstemming is er niet op dat punt.’
De griffie draagt volgens Elzinga een bijzondere verantwoordelijkheid voor:
1. het stelsel van informatievoorziening aan de volksvertegenwoordiging, al dan niet via een vastgesteld informatieprotocol.
2. het stelsel van geheimhouding en vertrouwelijkheid, vooral voor zover dat is gericht op de staten en raden.
3. de omgang met grote of risicovolle projecten, al dan niet geregeld in een regeling grote projecten.
4. het algemene stelsel van agendering en facilitering, in afstemming met het college en/of het presidium.
5. de omgang en afstemming met decentrale samenwerkingsverbanden.
6. integriteitsvraagstukken die de volksvertegenwoordiging raken, in overeenstemming met cdk en burgemeester die hiervoor de primaire verantwoordelijkheid dragen.
7. procedures van (her)benoemingen, waaronder die van de burgemeester en cdk, waarbij raden en staten een wettelijke rol vervullen.
8. onderzoeksactiviteiten waarbij de volksvertegenwoordigingen een wettelijke rol vervullen, zoals raadsonderzoeken, de werkwijze van rekenkamers etc.
9. de strategische versterking van de volksvertegenwoordiging zodat deze als ‘hoofd’ van provincie en gemeente in de vaart der volkeren kan blijven.
Ondeugdelijk element
Vervolgens stipt Elzinga aan dat de cao-gemeenten 2025 een ‘ondeugdelijk element’ lijkt te bevatten. Gemeenten moet gaan werken met het model HR21 en als ze een ander model willen, moet dat door de vakbonden worden goedgekeurd. Daarnaast vinden de vakbonden dat het werken met een apart functiewaarderingssysteem voor de griffie niet zou moeten kunnen, stelt Elzinga vast. ‘Dat heeft als impliciete gevolg dat de raadsinvloed afneemt en de college-invloed toe zal nemen, want de functiewaardering voor de griffie wordt dan onderdeel van de algemene functiewaardering. Kan dat zomaar door middel van een cao worden afgesproken?’ Zeer twijfelachtig, aldus Elzinga. Cao’s mogen niet afwijken van ‘volledig dwingendrechtelijke’ regels en al helemaal niet als de wet de mogelijkheid van afwijking niet noemt, zoals de Gemeentewet. Elzinga stelt voor om dit onderdeel uit de cao ‘stevig te bediscussiëren, zo mogelijk buiten werking te stellen en grondiger na te denken over een nieuw en eigentijds model voor griffier en griffie’.
Agendeer interventies
Het huidige complexe stelsel kan van de griffier namelijk een ‘speelbal’ maken van andere bestuursorganen en externen, zoals de vakbonden. Met een nationale ambtsinstructie en nationaal kader van honorering en inschaling ontstaat voor griffiers een stelsel dat vergelijkbaar is met dat van de burgemeester en de provincie- en gemeentesecretaris, aldus Elzinga. ‘Voor het overige griffiepersoneel moet dan een van de griffier afgeleid arrangement in elkaar worden gestoken.’ Met de samenhangende interventies krijgt de positie van de griffier in de driehoek met de burgemeester en de gemeentesecretaris een ‘bestendig en stabiel karakter’. Volgens Elzinga zouden de Vereniging van Griffiers en de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, die overigens aanstaande vrijdag beiden een ALV houden, in de aanloop naar een nieuw kabinet deze tweeledige interventie stevig moeten agenderen.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Laat mij nou in de veronderstelling zijn dat de Ondernemingsraad aan zet is bij de keuze van een functiewaarderingssysteem ….en niet de bonden. De bonden komen in actie in het lokaal overleg als het gaat om het vaststellen van de Conversietabel.