De gemeente Den Haag heeft ruimhartige armoederegelingen, maar ziet dat niet terug in de armoedecijfers. Dat blijkt uit onderzoek door de lokale rekenkamer. Door de aard van de regelingen, die zich vooral uitten als kortingen en vergoedingen op- en voor diverse levensbehoeften, worden de inkomens van de Haagse inwoners namelijk niet hoger. De belangrijke rol die gemeenten hebben bij het bestrijden van armoede is daarom lastig meetbaar.
Ruimhartige Haagse regelingen nemen armoede niet weg
Om armoedecijfers echt te beïnvloeden heb je het rijk nodig, concludeert de lokale rekenkamer.

Sociaal minimum
Het onderzoek van de Haagse Rekenkamer is gestart op initiatief van de gemeenteraad en is een directe reactie op een rapport van de Commissie Sociaal Minimum uit 2023 waaruit bleek dat er grote verschillen zijn tussen het armoedebeleid van gemeenten. Den Haag kent, net als de meeste andere grootstedelijke gebieden in Nederland, relatief hoge armoedecijfers. Daarom wilde de raad weten hoe het gesteld is met de lokale armoederegelingen.
Ruimhartig
Die regelingen blijken doorgaans relatief ruimhartig, in vergelijking met andere gemeenten. Dat komt met name omdat Den Haag voor veel regelingen een inkomensgrens van 150 procent van het sociaal minimum hanteert. Die grens geldt bijvoorbeeld voor de Ooievaarspas, het kindpakket en gratis openbaar vervoer voor AOW’ers. Maar ook voor de collectieve zorgverzekering en de vergoeding voor langdurig zieken en gehandicapten. In veel gemeenten is de inkomensgrens voor dat soort regelingen 130- of 120 procent.
Geen invloed
Maar hoe ruimhartig de regelingen ook zijn, ze hebben geen directe invloed op de armoedecijfers, zo merkt de rekenkamer op. Dit komt doordat de regelingen zich richten op het verminderen van incidentele uitgaven en het verzachten van de gevolgen van armoede, maar niets betekenen voor de vaste lasten of het verhogen van het inkomen. Dat zijn namelijk de factoren waar sinds eind 2024 mee wordt gerekend als het gaat om armoedecijfers.
Rijk
En dat zijn voornamelijk knoppen waar het rijk aan kan draaien. Zo hangen de armoedecijfers sterk samen met de hoogte van het minimumloon, toeslagen en uitkeringen, en fiscale regelingen. ‘Herverdelingsbeleid is voorbehouden aan het Rijk, de gemeente kan in haar beleid enkel kleine inkomensoverdrachten opnemen. Dit is zo vastgelegd om te voorkomen dat gemeenten het algemene inkomensbeleid van het Rijk doorkruisen’, zo schrijft de rekenkamer.
Andere opties
Hoewel dat niet wegneemt dat lokale armoederegelingen van groot belang kunnen zijn voor financieel kwetsbaren, vertalen die zich dus slecht door in de officiële armoedecijfers. Ander lokaal armoedebeleid, met name gericht op het stimuleren van arbeidskansen en het wegnemen van vaste lasten bijvoorbeeld op het gebied van zorg en wonen, kan wel invloed hebben. Daarnaast wijst de rekenkamer naar kansengelijkheid en risicopreventie in het onderwijs als manier om armoede te voorkomen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.