Niet alleen hielp de G40 de VNG om 728 miljoen binnen te halen voor de jeugdzorg, maar ook op andere vlakken hebben de grote steden invloed gehad op het beleid van het nu demissionaire kabinet. Een nieuw kabinet moet leunen op een stabiele meerderheid, vindt G40-voorzitter en de Bredase burgemeester Paul Depla. ‘En niet meteen bij de eerste de beste weerstand de andere kant opgaan.’
‘We moeten geen vetocratie worden’
De G40 heeft door samen op te trekken al een aantal dingen voor elkaar gekregen, vertelt Paul Depla. ‘De verandering kwam uit de steden.’
Handschoen oppakken
Het was een inhoudsarme Troonrede, vindt Depla, maar dat is logisch, want pas na de verkiezingen worden de begrotingen vastgesteld door de nieuwe Tweede Kamer. ‘Je weet dus niet wat de waarde van deze Troonrede en deze begrotingen is geweest.’ Wel steekt het kabinet de hand uit richting gemeenten om dingen voor elkaar te krijgen. ‘We pakken die handschoen ook op. Nederland moet vooruit. En dan moeten we als steden ook onze verantwoordelijkheid nemen.’
Het verschil maken
Door als G40 samen op te trekken hebben de steden al een aantal dingen voor elkaar gekregen, zoals de uitkering voor de jeugdzorg over 2023 en 2024. ‘We hebben ook in de discussie over het afschaffen van de voorrangsregeling voor statushouders en de strafbaarstelling van illegalen de gevolgen voor de steden genoemd en dan zie je dat je door samen op te trekken het verschil kunt maken en uiteindelijk ook invloed kunt hebben op het kabinetsbeleid.’
Verandering uit steden
De steden kijken nu hoe ze andere ambities waar kunnen maken, zoals het isoleren van woningen of het omgaan met personen met verward gedrag. ‘We willen ook dat we als centrumgemeenten genoeg slagkracht hebben om gezamenlijk een stap voorwaarts te kunnen maken.’ De afgelopen vier jaar kwam de verandering uit de steden, niet uit Den Haag, analyseert Depla. ‘We moeten als steden samen met de VNG verantwoordelijk pakken.’
Veiligheid achter de voordeur
Depla zag ook dat een aantal actuele thema’s, zoals veiligheid op straat, terugkwamen in de Troonrede, net als onveiligheid achter de voordeur. ‘Beide zaken zijn cruciaal voor mensen om een goed veiligheidsgevoel te hebben, om te laten zien dat de straat ook van hen is. We moeten grip krijgen op huiselijk geweld dat uiteindelijk uitmondt in femicide. Daar gaat het debat nu over in de steden, dus daarom is het goed dat dat ook op de agenda is gezet.’
Maatregelen in stationsomgeving
Een ander goed punt is volgens Depla dat staatssecretaris Thierry Aartsen maatregelen neemt voor veiligheid in de stationsomgeving. ‘Als je niet oppast, dan zie je daar no-go-areas ontstaan. Een samenballing van problemen en groepen die voor onveiligheid zorgen, waardoor die belangrijke functie van stations waar die grote steden op draaien, onder druk komen te staan. Dat zie ik in Breda, maar ook in andere steden, dus het is goed dat ze dat hebben opgepakt.’
Geen vetocratie worden
Verder hoopt Depla dat er voor de jaarwisseling een nieuw kabinet is. ‘De problemen in het land vergen een kabinet met een stabiele meerderheid, zodat het ook lastige besluiten kan nemen. Een dapper kabinet, maar ook een kabinet dat in staat is om de eerste storm van kritiek na maatregelen te kunnen doorstaan.’ Zeker is immers dat je in de huidige tijd besluiten moet nemen die niet populair zijn. ‘Je moet dan niet meteen bij de eerste kritiek het roer omgooien. Het kabinet moet dan zeggen: we gaan in gesprek, maar zetten een stap voorwaarts. Standvastig bestuur met lef en durf. Niet meteen bij de eerste de beste weerstand de andere kant opgaan, want anders worden we een soort vetocratie, waarin een kleine minderheid in staat is om de noodzakelijke veranderingen tegen te houden. Als we dat doen, dan houden we elkaar gevangen.’

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.