De Eerste en Tweede Kamer hebben onvoldoende zicht op de vraag of gemeenten genoeg middelen hebben om hun taken naar behoren uit te voeren. Dat concludeert de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in een nieuw advies, uitgebracht op verzoek van de Eerste Kamer. De senaat wilde weten of een onderzoek naar de financiële positie van gemeenten meer inzicht zou bieden, maar volgens de ROB zou die informatie ‘volstrekt ontoereikend’ zijn zonder eerst inzichtelijk te maken welke medebewindstaken gemeenten allemaal uitvoeren.
Parlement mist zicht op gemeentelijke middelen
'Het parlement kan zijn verantwoordelijkheid als begrotingswetgever én controleur van de regering niet adequaat waarmaken’, aldus de ROB.

Financiële positie niet relevant
Een onderzoek naar de financiële positie van gemeenten zou zelfs een misleidende uitkomst kunnen hebben, waarschuwt de ROB. De gemeenteraad is op basis van artikel 189 van de Gemeentewet verplicht om ervoor zorgen dat de begroting structureel en reëel in evenwicht is. Daarop passen ze hun uitgaven aan. Als de begroting vervolgens sluitend is betekent dat niet meteen dat het gemeentefonds gemeenten voorziet van voldoende middelen.
Parlement kan verantwoordelijkheid niet waarmaken
Het kan namelijk zo zijn dat taken niet worden uitgevoerd, of dat gemeenten de financiële ruimte die ze hebben voor autonome taken gebruiken om medebewindstaken uit te voeren. Momenteel is het voor het parlement niet eens inzichtelijk welk deel van het gemeentefonds bedoeld is voor deze autonome taken, en welk deel voor de uitvoering van medebewindstaken. ‘Hierdoor kan het parlement zijn verantwoordelijkheid als begrotingswetgever én controleur van de regering niet adequaat waarmaken’, aldus de ROB.
Al langer kritiek
Het is niet het eerste kritische rapport dat de ROB recentelijk publiceerde over de financiering van de decentrale overheden. Ook in het rapport ‘Afrekenen met Disbalans’ dat afgelopen maart werd gepubliceerd signaleerde de ROB al dat het rijk slecht zicht heeft op de taken die het aan gemeenten heeft opgedragen. Al in rapporten in 2017 was de ROB kritisch op de wijze waarop het rijk omgaat met de financiering van medebewindstaken. En de ROB staat niet alleen. De constatering dat er een disbalans is tussen de taken en middelen van gemeenten wordt inmiddels breed gedragen.
Kabinet wil niet
Inmiddels ontstaan er in de Eerste en Tweede Kamer ook steeds meer ontevreden geluiden over de informatieverstrekking rond het gemeentefonds. Zo steunden een flink aantal partijen vorig jaar nog een motie van CDA-Kamerlid Inge van Dijk die het kabinet opdroeg alle medewindstaken in kaart te brengen en financieel te onderbouwen. Toen nog missionair minister Heinen van Financiën zei toen dat dit een te grote opgave zou zijn. ‘Dit valt niet in kaart te brengen.’ De omvang van de disbalans blijft zonder dit inzicht nog altijd een punt van discussie tussen rijk en gemeenten.
Wel het advies
Ondanks dat de ROB erkent dat het in kaart brengen van de medebewindstaken een grote opgave is, is het volgens de ROB wel de enige manier om het parlement in staat te stellen haar verantwoordelijkheden als controleur van de regering naar behoren uit te voeren. Niet alleen dat, ook moet het rijk voor de medebewindstaken duidelijk maken welke budgetten daarvoor beschikbaar zijn en wat de kosten van gemeenten zijn om deze uit te voeren. Voor de autonome taken van gemeenten hoeft dit niet, maar wel moet duidelijk zijn welk deel van het gemeentefonds minimaal bedoeld is voor autonoom gemeentebeleid.
Meters maken
‘Helderheid hierover helpt niet alleen het parlement om zijn verantwoordelijkheden als begrotingswetgever en controleur bij het gemeentefonds waar te maken, maar helpt ook om de disbalans op te lossen in de wijze waarop wettelijke taken zijn belegd bij gemeenten’, schrijft de ROB. ‘Veel van de informatie die hiervoor nodig is, is al beschikbaar. Alleen zo kunnen er meters worden gemaakt met medebewind.’
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
@BB
U schreef zelf al enige dagen geleden dat de totale landelijke uitgave door gemeenten geslonken is van 21 naar 7% en iedereen weet dat de gemeenten meer taken toebedeeld hebben gekregen. Om te beginnen met een verhoging van het Gemeentefonds met 15% lijkt mij, zonder verder kosten te maken voor onderzoek, verantwoord.
Dit werk is inmiddels al grotendeels uitgevoerd door de Gemeenten/VNG en het IPO. Aangenomen mag worden dat die rapporten inmiddels ook de bureaus van het desbetreffende ministerie hebben bereikt? De Medeoverheden zullen daarom nu wel eens resultaat willen zien. Dikke rapporten liggen er al voldoende in Den Haag.