De financiële positie van provincies is de afgelopen decennia fors verslechterd. Terwijl de verantwoordelijkheden toenemen, blijven de middelen achter. Dat blijkt uit berekeningen van Ard Schilder, directeur-secretaris van de Zuidelijke Rekenkamer, voor Binnenlands Bestuur.
Provincies net als gemeenten financieel uitgehold
De rijksuitgaven als geheel blijven afgelopen decennia redelijk constant als aandeel van het bbp, maar het decentrale aandeel slinkt.

Gemeenten
Even een terugblik. Begin april publiceerde Binnenlands Bestuur een analyse van vaste columnist Jan Verhagen over de ontwikkeling van het gemeentefonds. ‘Rijk laat gemeenten al 40 jaar opdraaien voor bezuinigingen’, zo luidt de kop. Die harde conclusie kwam naar voren toen Verhagen cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Centraal Planbureau (CPB) van de afgelopen vijftig jaar onder de loep nam. In 1985 bedroegen de uitgaven van gemeenten nog 21 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Inmiddels is dat slechts 7 procent. Na 2000 stegen de totale overheidsuitgaven als percentage van het bbp weer, terwijl de gemeentelijke uitgaven als aandeel van het bbp toen juist bleven dalen.
Provincies
Maar hoe zit het eigenlijk met die andere bestuurslaag uit het Huis van Thorbecke? Op dezelfde wijze als Verhagen bekeek Schilder hoe het aandeel van provincies in de totale rijksuitgaven zich ontwikkelde over de afgelopen vijftig jaar. Wat blijkt: ook de provincies zijn de afgelopen decennia naar verhouding gekort.
Halvering
‘In 1970 zagen we dat provincies ruim 3 procent van de overheidsuitgaven voor hun rekening namen’, vertelt Schilder. ‘In 2024 is dat gehalveerd tot iets meer dan 1,5 procent. Voor gemeenten en provincies samen gaat het om een afname van 40 procent naar 20 procent van de totale overheidsuitgaven. Ook ten opzichte van het bbp is de bekostiging van gemeenten en provincies in vijftig jaar tijd gehalveerd.’

Steeds meer taken
Volgens Schilder worden provincies steeds vaker naar voren geschoven bij grote maatschappelijke transities: stikstof, natuurherstel, landbouwvernieuwing, bodemgebruik en waterbeheer. Maar de financiële middelen blijven achter. Schilder: ‘Vorig jaar nog zijn provincies sterk onder druk gezet om gebiedsgerichte plannen te maken. Er werden fondsen opgericht, zoals het Stikstoffonds. Maar daarna werden veel van die middelen weer geschrapt of onzeker gemaakt, terwijl de verwachtingen bleven. Door dat soort acties van het rijk is de financiële verhouding uit het lood geslagen; bestuurlijke opgaven en de bijbehorende middelen zijn niet meer in balans.’
Instabiliteit
Die scheefgroei heeft volgens Schilder ook bijgedragen aan de toenemende bestuurlijke onrust in de provinciehuizen: ‘Tien jaar geleden hoorde je nauwelijks over politieke instabiliteit op provinciaal niveau. Nu zien we regelmatig gedeputeerden tussentijds vertrekken en soms colleges die vallen. Dat was tot niet zo heel lang geleden zeldzaam. Dat komt ook door de toenemende druk en onzekerheid. Er wordt zo veel verwacht van provincies. Het takenpakket groeit, maar de bekostiging groeit niet mee of biedt te weinig ruimte voor een eigen invulling.’
Afwentelen
Een van de onderliggende problemen is volgens Schilder het gemak waarmee bezuinigingen worden afgewenteld op decentrale overheden: ‘Het is heel aantrekkelijk voor het rijk om te snijden in het gemeentefonds of het provinciefonds. De cijfers laten zien: de rijksuitgaven als geheel blijven afgelopen decennia redelijk constant als aandeel van het bbp, maar het decentrale aandeel slinkt.
We lopen een reëel risico dat daarmee cynisme ontstaat bij de decentrale bestuurslagen.
Ard Schilder, directeur Zuidelijke Rekenkamer
Strijd
Het Interprovinciaal Overleg (IPO) trekt minder vaak aan de bel dan de VNG over de financiële zorgen. De rekenkamer directeur heeft wel een vermoeden waarom: ‘Historisch gezien is de provincie de bestuurslaag van overleg en compromis. Provincies zijn gewend aan een coördinerende, verbindende rol tussen rijk en gemeenten. Ze stellen zich vaak constructief en redelijk op. Misschien zie je daarom bij provincies minder strijd dan bij gemeenten.’
Technocratisch
Een inhoudelijk debat blijft volgens Schilder uit: ‘De discussies over het provinciefonds zijn sterk technocratisch geworden. Het gaat vooral over verdeelsleutels, maatstaven en herijkingen. Maar er is geen fundamenteel gesprek over solidariteit of over de vraag: hoeveel ruimte willen we de provincies gezamenlijk en individueel geven in ons openbaar bestuur?’
Cynisme
Volgens Schilder ontbreekt het aan een duidelijke visie op de rol van provincies in het bestuur van Nederland. ‘We hebben een Financiële Verhoudingswet, maar geen Bestuurlijke Verhoudingswet. De verbinding tussen bestuurslagen, zowel bestuurlijk als financieel, is te dun geworden. We lopen een reëel risico dat daarmee cynisme ontstaat bij de decentrale bestuurslagen. Bestuurders en politici gaan denken: wat we ook doen, het geld wordt toch afgeroomd of er is onvoldoende keuzemogelijkheid.’
Lees het hele artikel deze week in BB12.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Als een beweging al 40-50 jaar aan de gang is mag je dan intussen spreken van opzettelijkheid? Er is immers tijd genoeg geweest e.e.a. te repareren. De hamvraag is dan: waarom worden gemeenten en provincies stelselmatig van voldoende financiën onthouden?
Omdat ze dan gedwongen worden taken te privatiseren. Dan kunnen marktpartijen er lekker aan verdienen.