In verband met de schaarste aan personeel willen gemeenten graag dat ambtenaren zo lang mogelijk doorwerken. Maar de trend is juist omgekeerd. Het aantal gemeenteambtenaren dat eerder met pensioen gaat vertoont een lichte stijging. Kan het deeltijdpensioen een oplossing bieden?
Veel ambtenaren gaan eerder met pensioen
Ondanks personeelskrapte stijgt het aantal gemeenteambtenaren dat eerder met pensioen gaat licht. Biedt het deeltijdpensioen een oplossing?

66 jaar en 1 maand
In 2024 ging de gemiddelde Nederlandse werknemer volgens het CBS met pensioen met 66 jaar en 1 maand. Dat is ruim twee maanden later dan in 2023. En maar liefst bijna zes jaar later dan in 2004. De pensioenleeftijd stijgt. Dat is een trend die al jaren zichtbaar is en die samenhangt met de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd sinds 2013. Destijds was de AOW-leeftijd 65 jaar, maar inmiddels moeten mensen tot hun 67ste wachten op de AOW.
Ambtenaar stopt eerder
Veel ambtenaren gaan eerder met pensioen. Volgens het CBS gingen werknemers in het openbaar bestuur in 2024 vergeleken met andere werknemers het vroegst met pensioen, op een gemiddelde leeftijd van 65,3 jaar. Die eerdere pensionering is ook zichtbaar bij gemeente- en provincieambtenaren. Cijfers van pensioenfonds ABP laten zien dat bijna de helft van de gemeente- en provincieambtenaren in 2024 en 2025 vóór de AOW-leeftijd met pensioen ging. In 2020 was dat nog 44 procent. De groep gemeente- en provincieambtenaren die eerder stopt met werken, houdt er gemiddeld drie jaar vóór de AOW-leeftijd mee op.
Pensioenleeftijd flexibel
‘Dat de groep ambtenaren die eerder met pensioen gaat toeneemt, komt misschien doordat zij zich ervan bewust zijn dat je je pensioenleeftijd zelf kunt bepalen’, veronderstelt Michael Visser, pensioenonderzoeker bij het Nibud. ‘Veel mensen denken dat ze pas op de AOW-leeftijd met pensioen kunnen. Dat is een wijdverbreid misverstand. Je AOW-leeftijd staat vast, afhankelijk van je geboortedatum. Maar je pensioenleeftijd is flexibel.’ Een andere reden kan zijn dat ambtenaren het zich financieel makkelijker kunnen permitteren om eerder te stoppen dan veel andere werknemers. ‘Misschien werken ze al lang bij de overheid en hebben ze veel pensioenjaren bij ABP’, zegt Visser. ‘Want je moet wel een goed pensioen hebben opgebouwd om jaren eerder met pensioen te kunnen gaan. Het is lang niet voor iedereen weggelegd.’
Geringe toename
Niet elke gemeente ziet de trend van vroegpensionering. In Gouda bijvoorbeeld wordt vroegpensioen niet geregistreerd. Volgens de woordvoerder valt vroegpensioen onder de reguliere uitstroom op initiatief van de werknemer. De reden van vertrek wordt niet bijgehouden. De gemeente Groningen ziet wel een toename van het aantal ambtenaren dat kiest voor vroegpensioen. ‘Maar die toename is gering’, zegt Angela Broekema, senior adviseur Sociale zekerheid en Pensioen bij de gemeente Groningen. ‘En het leeftijdsaspect speelt ook mee. In ons personeelsbestand zit op dit moment een verhoging van het aantal ambtenaren dat richting pensioenleeftijd gaat.’
Dat er zo weinig gebruik wordt gemaakt van het deeltijdpensioen, heeft waarschijnlijk te maken met de onbekendheid ervan
RVU én vroegpensioen
In Zwolle is een flinke toename van vroegpensioen te zien. Van het Zwolse gemeentepersoneel dat in 2024 met pensioen ging, ging de helft met vroegpensioen. ‘Dat hangt nauw samen met het gebruik van de RVU (Regeling Vervroegd Uittreden)’, zegt Ron de Graaf, arbeidsjurist bij de afdeling HR in Zwolle. Van de 30 Zwolse ambtenaren die vorig jaar met pensioen gingen, gingen er 15 met vroegpensioen. Van deze 15 maakten er 10 gebruik van de RVU. Dat is een wettelijke regeling waarbij de werkgever aan de werknemer maximaal drie jaar (in de gemeenten-cao twee jaar) een uitkering mag verstrekken ter hoogte van ongeveer de AOW-uitkering. Volgens De Graaf is deze uitkering voor veel mensen te laag om rond te komen en kiezen ze daarom voor een combinatie van RVU en vroegpensioen. In het verleden betaalden werkgevers een boete als ze oudere werknemers lieten vertrekken met een uitkering; de RVU-heffing bedroeg 52 procent. Deze boete moest voorkomen dat oudere werknemers massaal uit dienst gaan. Maar in het pensioenakkoord is afgesproken dat de boete niet geldt van 2021 tot en met 2025.
Deeltijdpensioen niet populair
Het is ook mogelijk om gedeeltelijk met pensioen te gaan. Wie met deeltijdpensioen gaat blijft een paar dagen per week werken, bijvoorbeeld drie. Over die dagen wordt salaris uitbetaald en pensioen opgebouwd. Voor de resterende twee dagen laten mensen hun pensioen alvast ingaan. ‘Bij de gemeente Groningen komt dat weinig voor’, zegt Broekema. Ook cijfers van ABP laten zien dat deeltijdpensioen niet populair is. Van alle gemeente- en provincieambtenaren die in 2024 en 2025 met pensioen gingen, maakte slechts 9 procent hier gebruik van. Op het eerste gezicht lijkt dat begrijpelijk, omdat deeltijdpensioen concurreert met generatiepacten, waarbij mensen bijvoorbeeld nog maar 80 procent werken, 90 procent salaris ontvangen en 100 procent pensioen opbouwen.
Onbekendheid met deeltijdpensioen
Dat er zo weinig gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid om met deeltijdpensioen te gaan, heeft waarschijnlijk eerder te maken met de onbekendheid ervan dan met generatiepacten. Uit een onderzoek van de Pensioenfederatie, de koepel van alle Nederlandse pensioenfondsen, in 2024 bleek dat vier van de vijf werknemers tussen de 47 en 67 jaar niet weten wat deeltijdpensioen inhoudt. En degenen die wel weten dat er zoiets als deeltijdpensioen bestaat, vinden het volgens Visser vaak lastig. ‘Sommige mensen vinden het moeilijk om met hun werkgever te bespreken dat ze bijvoorbeeld nog maar drie dagen willen werken’, zegt hij. ‘En ze kunnen moeilijk inschatten wat het financieel betekent. Hoe zit het met belastingen en toeslagen als je deels werkt en deels met pensioen bent? Wat houd je netto over? Wat zijn de gevolgen voor je pensioen als je straks helemaal stopt met werken?’
Lees het hele artikel over eerder stoppende ambtenaren in BB17 van deze week.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Het klinkt niet populair. Maar gelijktijdig met een selectieve vermindering van de migratiemogelijkheden (asiel, arbeid, studie) is het noodzakelijk om het aantal arbeidsuren van de werkenden te verhogen. Gelijktijdig zou het toeslagenstelsel kunnen worden gekoppeld aan het aantal gewerkte uren.