Een ambtenaar verzwijgt tijdens zijn sollicitatie zijn psychische klachten. De werkgever vindt dat hij niet open was. Is dat een reden de arbeidsovereenkomst te beëindigen?
Geen meldingsplicht over chronische ziekte
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Chronisch psychische klachten, Chris Veltboom* weet er alles van. Hij kampte er al mee voordat hij bij een ministerie ging werken, waar hij dan ook regelmatig uitviel. Als hij solliciteert op de functie van medewerker beveiliging bij een rechtbank, wordt hem gevraagd waarom hij bij het ministerie is vertrokken. Hij antwoordt dat hij meer rust en regelmaat zoekt en dat bij zijn nieuwe werkgever hoopt te vinden. Stressvolle situatie? Kan hij goed mee omgaan.
Zijn er verdere bijzonderheden te melden? Nee hoor. Als hij twee weken in zijn nieuwe baan heeft meegedraaid, meldt Veltboom zich ziek. Op de vraag van de werkgever waarom hij niks heeft verteld over zijn medisch verleden, zegt Veltboom: dan was ik vast afgewezen. De werkgever (dus de Staat) vindt dat Veltboom tijdens het sollicitatiegesprek niet eerlijk is geweest en wil om die reden de arbeidsovereenkomst beëindigen.
Als de kantonrechter dit afwijst, gaat Veltbooms werkgever in hoger beroep. De Staat heeft het verzoek tot ontbinding bij de kantonrechter gebaseerd op ‘verwijtbaar handelen of nalaten’ en in hoger beroep is de ‘verstoorde verhouding’ daaraan toegevoegd. De Staat vindt dat Veltboom wist – of had moeten begrijpen – dat hij ongeschikt was voor de functie bij de rechtbank, en dat had moeten vertellen.
Hij had de klachten al vóór zijn werk bij het ministerie
Maar het hof stelt dat de meldingsplicht (over lichamelijke of psychische ongeschiktheid) bij een sollicitatie alleen bestaat voor zover de ziekte of handicap de sollicitant ongeschikt maakt voor de functie waarop hij solliciteert. Het enkele feit dat iemand een ziekte heeft of heeft gehad maakt hem nog niet ongeschikt voor die functie. Het is de werkgever die moet stellen en bewijzen dat de werknemer tijdens de sollicitatie een meldingsplicht had.
Daarbij moet deze een verband tussen de aard van de functie en de beperkingen van de werknemer aannemelijk maken. Uit gegevens die Veltboom heeft aangeleverd blijkt dat zijn psychische klachten geen verband houden met het werk, ze zijn immers chronisch van aard. Hij had die klachten al lange tijd vóór zijn werk bij het ministerie. Hij is daar weliswaar meermaals ziek uitgevallen, maar niet vanwege de specifieke functie-eisen.
Hij is ook iedere keer volledig hersteld. Veltboom zou ook ziek zijn geworden in elke willekeurig andere functie. Hij is bij de rechtbank ook niet uitgevallen vanwege dat werk daar. Volgens het hof is niet gebleken dat Veltboom wist of had moeten begrijpen dat zijn ziekte hem ongeschikt maakte voor de baan van beveiligingsmedewerker. In feite zegt de Staat: iedere chronisch zieke moet bij een sollicitatie mededeling doen van zijn ziekte, dus ook als de ziekte of het risico daarop niets met die functie te maken heeft.
Dat is in strijd met de bescherming die de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte biedt aan chronisch zieke werknemers. Veltboom heeft dus niet een ziekte die hem ongeschikt maakt voor de functie.
Wanneer hij is hersteld, zal hij weer aan de slag kunnen. Omdat zijn nieuwe functie minder zwaar is, heeft Veltboom ingeschat dat zijn chronische ziekte geen probleem zou vormen. Hij heeft dus niet verwijtbaar gehandeld. En als de werkverhouding is verstoord, moet deze maar worden hersteld, aldus het hof. De arbeidsovereenkomst blijft gewoon bestaan.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:GHSHE:2025:747
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.