De genoemde verkiezingsdatum van 29 oktober zou voor gemeenten goed te doen zijn. Dat zegt de koepelorganisatie VNG. Het geeft gemeenten genoeg tijd om de stembusgang voor te bereiden en ook om aansluitend te kunnen beginnen met het voorbereiden van de gemeenteraadsverkiezingen. Die zijn op 18 maart 2026. De VNG schat de kosten op ongeveer 105 miljoen euro.
VNG: 29 oktober verkiezingen mogelijk, kosten 105 miljoen
De VNG zegt ervan uit te gaan dat het kabinet de kosten zal vergoeden.

29 oktober
‘Het is van belang dat de datum van de verkiezingen ook daadwerkelijk 29 oktober wordt en niet eerder maar ook niet later’, aldus de VNG. De definitieve datum wordt waarschijnlijk later vrijdag bekend. Het experiment met het kleinere stembiljet (A3-formaat) wordt nog niet verder uitgebouwd. Bij de Europese verkiezingen in juni 2024 werd een proef daarmee gehouden in Alphen aan den Rijn, Boekel, Borne, Midden-Delfland en Tynaarlo. Alleen deze gemeenten gaan het kleine stembiljet nu ook weer gebruiken.
Kosten
Het organiseren van nieuwe Tweede Kamerverkiezingen kost de gemeenten naar schatting 105 miljoen euro, heeft de VNG berekend. Per kiesgerechtigde hebben gemeenten 7,79 euro nodig. Vermenigvuldigd met het aantal kiesgerechtigden op 1 oktober 2023 (13.473.750) komt de VNG uit op een totaalbedrag van 104.960.512 euro.
VNG verwacht dat rijk betaalt
Het precieze bedrag kan nog anders uitvallen. Sinds de vorige keer kan het aantal kiesgerechtigden zijn gestegen of gedaald en er moet nog worden geïndexeerd. Maar dat wordt pas na de verkiezingen duidelijk, zegt een woordvoerder van de VNG. De vorige Kamerverkiezingen in 2023 werden niet vergoed, omdat het idee was dat de gemeenten genoeg geld in kas zouden hebben en er in 2025 geen verkiezingen zouden zijn. Nu die er dit jaar wel komen, gaat de VNG ervan uit dat het kabinet de kosten hiervan zal vergoeden.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.