Met de val van het kabinet lijkt het erop dat Nederland in 2025 opnieuw naar de stembus mag gaan. Vorig jaar nog liet de VNG onderzoek uitvoeren om te bepalen wat het organiseren van verkiezingen gemeenten tegenwoordig kost. Dit nadat er al zeker 10 jaar geen onderzoek naar was gedaan. De Tweede Kamerverkiezingen in 2023 bleken een financiële tegenvaller van 93 miljoen euro voor de lokale overheden. Een tegenvaller die de VNG graag gecompenseerd ziet.
Meer verkiezingen, meer geld. Dat zei de VNG vorig jaar al
De Tweede Kamerverkiezingen in 2023 bleken een financiële tegenvaller van 93 miljoen euro voor de lokale overheden.

Onderzoek
Gemeenten bekostigen het organiseren van verkiezingen vanuit de algemene uitkering van het gemeentefonds. Toen in 2023 door de val van het kabinet onverwachts nog een verkiezing moest worden georganiseerd (net als nu, zo lijkt), wilde de VNG wel eens weten hoeveel dat de lokale overheid eigenlijk kost. Het laatste integrale onderzoek over kosten van verkiezingen dateerde uit 2013 en had betrekking op de Tweede Kamerverkiezingen van 2012.
Grote kostenstijging
Andersson Elffers Felix (AEF) dook voor de VNG in de daadwerkelijke kosten die gemeenten maakten bij de Kamerverkiezingen in 2023. Uit dat onderzoek blijkt allereerst dat de kosten voor het organiseren van verkiezingen sterk zijn toegenomen sinds 2012. Ze zijn namelijk verdubbeld. Zelfs met een correctie voor prijsontwikkelingen geven gemeenten nog steeds 59,5 procent meer uit voor de gang naar de stembus.
93 miljoen euro
Uit het onderzoek komt dat de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 gemiddeld iets meer dan 7 euro per kiesgerechtigde hebben gekost. Met 13.277.900 kiesgerechtigden komt dat neer op 93 miljoen euro. De kostenstijging is volgens AEF onder andere te verklaren door de keuze voor centrale stemopname. Dat is in de praktijk duurder.
Extra eisen
Daarnaast de invoering van de Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen (NPVV) gezorgd voor nieuwe kosten, door hogere eisen aan vervoer en beveiliging van het stemproces, het uitvoeren van hertellingen en een uitgebreidere organisatie. De opbouw van de totale kosten bestaat uit wel 24 componenten. Van drukwerk, tot stembureauleden, ICT, opslag en uiteraard de stembureaus. Zo zijn tijdelijke locaties, bijvoorbeeld op stations, een stuk duurder.
Oproep VNG
Naar aanleiding van het rapport dat AEF opstelde heeft de VNG in april 2024 aandacht gevraagd voor de toenemende kosten die gemeenten maken bij het organiseren van verkiezingen. Gemeenten krijgen geld van het rijk hiervoor, maar steeds vaker moeten gemeenten zelf bijleggen. Zeker nu het aantal landelijke verkiezingen zo toe is genomen: Gemeenten krijgen namelijk per jaar een bedrag voor het organiseren van verkiezingen, ongeacht het aantal verkiezingen.
‘Actualiseer kostenbeeld’
Actueler dan ooit is dan ook de oproep die de VNG toentertijd deed aan het rijk, namelijk om het kostenbeeld van de verkiezingen te vernieuwen en de vergoeding in het gemeentefonds daarop aan te passen. Zo zijn bijvoorbeeld de kosten die de NPVV heeft gebracht nooit doorgerekend. Ten slotte zou het rijk volgens de VNG de verwachting van het gemiddeld aantal verkiezingen bij moeten stellen en de kosten voor tussentijdse verkiezingen vergoeden.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.