Toen in 2002 het dualisme uit de startblokken kwam, typeerde bestuurskundige Pieter Tops de raadsgriffier op speelse wijze als ‘butler’: een functionaris die ondersteunt zonder te sturen, geassocieerd met gezag, betrouwbaarheid en terughoudendheid — iemand die essentieel is voor het functioneren van het systeem, maar niet zelf de macht uitoefent.
Terug naar de coulissen van de lokale democratie
Pleidooi voor een dienstbare raadsgriffier
Deze metafoor staat in schril contrast met het zelfbeeld dat de verenigde griffiers de afgelopen twee decennia hebben opgebouwd. Wij griffiers zouden de voorvechters van de kwaliteit van het openbaar bestuur zijn. Wij beschermen de lokale democratie tegen bedreigingen, zelfs als die van de raad zelf komen. In een reactie op een Kamerbrief van minister De Jonge pleitte het bestuur van de Vereniging van Griffiers vorig jaar zelfs voor de codificatie van de griffier als ‘hoeder van democratische waarden’ in de Gemeentewet.
De term ‘hoeder’ klinkt weliswaar nobel, maar is inhoudelijk vaag en normatief geladen. De griffier in dienst van de lokale democratie; het wekt de suggestie dat wij een hogere, zelfstandige opdracht hebben — los van of zelfs boven de raad.
Niet als hoofdrolspelers op het podium, maar dienstbaar in de coulissen van de lokale democratie
Maar de Gemeentewet is helder: de gemeenteraad benoemt, beoordeelt en ontslaat de griffier. De griffier is dus formeel en functioneel in dienst van de raad — niet van een abstract begrip als ‘de lokale democratie’. De raad is het hoogste orgaan binnen de gemeente, en de griffier is diens ambtelijke ondersteuning. Dat is geen symboliek, maar een rechtspositionele realiteit. Door te suggereren dat de griffier een bredere, abstracte opdracht heeft — ‘de democratie dienen’ — vervaagt de gezagsverhouding tussen raad en griffier.
De kern van democratie is dat de macht uitgaat van het volk, via hun gekozen vertegenwoordigers in de gemeenteraad. Door een niet-gekozen ambtenaar – hoe integer ook – formeel tot ‘hoeder’ van dat systeem te maken, verschuift de legitimiteit van de gekozen macht naar de ambtelijke ondersteuning ervan. Dit creëert verwarring over verantwoordelijkheid en gezagsverhoudingen.
Bovendien schuurt deze opvatting met het fundament van onze representatieve democratie. Die bestaat namelijk uit een complex samenspel van instituties, processen en publieke betrokkenheid — een netwerk van checks and balances dat samen de democratische rechtsorde vormt. Ambtenaren die beleid uitvoeren met integriteit, rechters die wetten toetsen aan fundamentele rechten, journalisten die misstanden blootleggen, en bovenal burgers die zich uitspreken en meedoen — zij allen dragen de democratie.
Door de griffiers te verheffen tot hoeder van democratische waarden, marginaliseren we de andere spelers en overschatten we onszelf. Wij zijn niet de enige verdedigers van democratische waarden, en zeker niet de belangrijkste. Door ons zo nadrukkelijk in het centrum van het democratisch toneel te plaatsen, zijn we wellicht minder geschikt voor die rol dan we zelf denken.
De metafoor van Tops was zo gek nog niet: de griffier als butler – ondersteunend én gezaghebbend, een stille kracht achter de schermen. Een zekere mate van ingetogenheid past daarbij. Laten we daarom onze rol met toewijding blijven vervullen. Niet als hoofdrolspelers op het podium, maar dienstbaar in de coulissen van de lokale democratie.
Wims Amesz, griffier van de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch
Ed Kerkhoff, raadsadviseur van de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.