Een kritisch rapport over corruptiebestrijding is volgens de demissionair minister van Justitie en Veiligheid, niet gepubliceerd, omdat het werd beschouwd als een ‘intern verslag’. ‘Hoewel het document vanwege de aangebrachte opmaak en titel oogt als een afgerond rapport, is het een interne verslaglegging van gevoerde gesprekken.’
Ongepubliceerd rapport over corruptie was ‘intern verslag’
Een kritisch rapport over corruptiebestrijding bleef een jaar ongepubliceerd, omdat het zou gaan om ‘interne verslaglegging van gesprekken’.
Waardevolle input
Als zodanig is het rapport dus niet gepubliceerd, maar het is wel als ‘waardevolle input en richting voor de nieuwe anti-corruptieaanpak gebruikt’. Die aanpak is in juni 2025 met de Tweede Kamer gedeeld en is ‘een prioriteit van dit kabinet’, aldus demissionair minister Foort van Oosten in antwoord op Kamervragen van het inmiddels afgezwaaide Tweede Kamerlid Michiel van Nispen (SP).
Openbaar na Woo-verzoek
Die sloeg aan op het artikel ‘Ministerie hield kritisch rapport over corruptie onder de pet’ van Follow the Money dat half september verscheen. Het journalistieke platform kreeg het bewuste rapport ‘Is de Nederlandse overheid bestand tegen corruptie? De naïviteit voorbij: “Wat je niet wil zien blijft voor je verborgen.”’ in handen na een beroep op de Wet open overheid (Woo). Het betrof het eindverslag van ‘een verkenning naar de stand van zaken rond corruptiebestrijding in Nederland in relatie tot georganiseerde, ondermijnende criminaliteit’ en gedateerd op 29 augustus 2024. Bijna een jaar later is het, met hier en daar zinnen weggelakt, dus wel in te zien.
Nooit kritiek geuit
Het bovenstaande antwoord van Van Oosten was op de vraag van Van Nispen over dat in het artikel staat dat het ministerie de kwaliteit van het rapport als ‘ondermaats’ beoordeelde en het daarom niet publiceerde, terwijl onafhankelijke experts, zoals de Rijksrecherche, het juist als ‘gedegen’ bestempelden. Van Nispen wilde ook weten hoe de minister verklaart dat de methodologie van het rapport nu bekritiseerd wordt, terwijl de directoraat-generaal (DG) Ondermijning zelf om het verkennend onderzoek heeft gevraagd en vóór openbaarmaking (na het Wet open overheid-verzoek van FTM) nooit kritiek op de gehanteerde methodologie heeft geuit richting de auteurs.
Bestuurlijke verantwoordelijkheid is onvoldoende en leiderschap schiet tekort
Een weggelakte conclusie in het bewuste rapport
Feedback op tussenproducten
De opstellers van het rapport, destijds werkzaam waren bij DG Ondermijning, hebben voor de probleemverkenning ongeveer 160 mensen gesproken, antwoordt de minister. Daaronder vielen ook partnerorganisaties. ‘Ook een verslag van een dergelijke verkenning dient aan bepaalde maatstaven van juistheid en verifieerbaarheid te voldoen.’ Tijdens de verkenning hebben de opstellers feedback van collega’s ontvangen op tussenproducten, stelt de minister. ‘De feedback, vragen en opmerkingen over onder meer de methodologische tekortkomingen zijn slechts ten dele verwerkt in het eindverslag zoals opgeleverd door de opstellers.’
Ambtenaren niet goed beschermd
Het FTM-artikel stelt dat het rapport volgens de auteur en experts is ‘weggemoffeld’, omdat het ‘harde noten kraakt over de trage politieke en ambtelijke aanpak van corruptie’. Eén conclusie was: ‘De overheid beschermt haar ambtenaren niet goed genoeg; de Nederlandse overheid is onvoldoende weerbaar tegen kwade invloeden van buitenaf. Er is geen specifiek weerbaarheidsbeleid.’ Andere conclusies zijn dat de naïviteit rond gevaren voor corruptie te groot is en er geen overheidsbreed anti-corruptiebeleid is. ‘Adequate kennis over corruptie ontbreekt.’
Conclusie over leiderschap weggelakt
Ook de aanpak van corruptie zou niet adequaat zijn en er een ‘gebrek aan samenhang en integraliteit’ zijn. Een vijfde conclusie is: we investeren te weinig op corruptie; proactief, preventief, repressief en defectief. De zesde conclusie is weggelakt. Omdat de originele versie in bezit is van Transparency International en die haar naam eer aan doet, wist Follow The Money te melden dat die zesde conclusie was: ‘Bestuurlijke verantwoordelijkheid is onvoldoende en leiderschap schiet tekort.’ Er is nog wel te lezen dat de ‘noodzakelijke bestuurlijke verantwoordelijkheid mist’.
Feitelijke onjuistheden
Het ministerie wijst erop dat het rapport feitelijke onjuistheden bevat en dat informatie ontbreekt. Van Nispen wil graag weten waar het om gaat. Van Oosten noemt ‘het niet juist of onvoldoende genuanceerd weergeven van bepaalde bronnen, zoals het verwijzen naar bepaalde conclusies uit bronnen zonder de daarin genoemde nuances te schetsen’. Ook noemt hij het opvoeren van juridisch onjuiste stellingen, ‘zoals de stelling dat strafverzwaring niet mogelijk is wanneer een strafbaar corruptiefeit een link heeft met de georganiseerde criminaliteit’.
Ik ben bezorgd dat het ministerie te veel bezig is met wat de buitenwereld ervan vindt en te weinig met de inhoud
Bert Woest, auteur van het rapport, in het FTM-artikel
Persoonlijke beleidsopvatting
Verder zou ‘belangrijke informatie die door bepaalde gesprekspartners aan de opstellers is verstrekt’ ontbreken, namelijk ‘de inbreng van gesprekspartners die een andere visie hadden dan de opstellers’. Daarbij noemt Van Oosten de verslaglegging ‘op punten suggestief’ en zijn volgens hem de gespreksverslagen niet bij alle gesprekspartners gevalideerd. ‘In een aantal passages zijn de opstellers onevenredig kritisch over de samenwerkingspartners, en in een enkele passage is de kritiek te herleiden naar een persoon. Deze uitlatingen zijn niet in alle gevallen voor wederhoor voorgelegd aan de relevante betrokkenen.’ De zesde conclusie is weggelakt, omdat het zou gaan om een ‘persoonlijke beleidsopvatting’.
Aanval op methodologie
Opvallend is dat onafhankelijke experts het daar niet mee eens zijn. Zij vinden het rapport wel degelijk goed. Willeke Slingerland, lector aan de Hogeschool Utrecht en expert op netwerkcorruptie vond, op een jaartal na, geen fouten in het verslag van het interview met haar. In het FTM-artikel stelt ze dat ‘de aanval op de methodologie’ een bekende aanpak is die het ministerie van Justitie en Veiligheid toepast op kritische rapporten.
Te veel bezig met buitenwereld
Ook ‘tegenlezer’, net als Slingerland en de Rijksrecherche, Transparency International Nederland vond geen fouten in het verslag. ‘Door dit onderzoek in diskrediet te brengen, lijkt de overheid de conclusies onder het tapijt te willen vegen’, zegt Lotte Rooijendijk van TI-NL in het FTM-artikel. In hetzelfde stuk zegt auteur van het rapport, Bert Woest, dat hij nooit klachten heeft gekregen over de kwaliteit. ‘Ik ben bezorgd dat het ministerie te veel bezig is met wat de buitenwereld ervan vindt en te weinig met de inhoud.’

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.