Overslaan en naar de inhoud gaan

Drie kapiteins

Drie kapiteins op het migratieschip kan werken als ze begrijpen wat Faber verkeerd deed en niet elk denken dat zij beleid zijn, of de baas.

Elf maanden lang stond één minister aan de lat voor het migratiebeleid. Ze zag zichzelf als de maat der dingen. ‘Ik ben beleid’. Een schoolvoorbeeld van hoe positiemacht uitdijt. Dan groeit macht zelfstandig, terwijl de persoon in die machtspositie niet meegroeit.

Macht is in traditionele organisaties als onze ministeries immers niet gekoppeld aan kennis of kwaliteiten, maar aan positie. En macht werkt binair: je hebt het of je hebt het niet. Dus bleef de vorige minister aan, terwijl ze niets voor elkaar kreeg. (Zij is weg, maar dit mechanisme van uitdijende positiemacht nog niet, hoor.)

Nu wordt het ministerie verdeeld over drie ministers. Je kunt cynisch doen over de beweegredenen. Maar laten we dit voor de verandering eens zien als mogelijkheid voor stabieler besturen met betere uitkomsten in de gemeenschap.

We vinden het maar niks als er twee kapiteins op een schip zijn. Dat klopt. Als de twee het met elkaar eens zijn, bevestigen ze elkaar, staan ze veel minder open voor invloeden van buiten en houden ze vast aan de gekozen koers, ook tegen beter weten in. Zijn ze het niet eens, dan heffen ze elkaar op. Een stelsel van twee is nooit stabiel. Zoals een kruk met twee poten altijd omvalt. Met drie poten ontstaat stabiliteit.

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

Trio’s en driehoeken zijn fijn, voor checks, balances en genuanceerde posities. Drie kapiteins dus. (Meer mag ook.) En die hebben we nu. Als er zorgmedewerkers staan te trappelen om aan de slag te gaan, kan Van Hijum het voortouw nemen. Voor de woningnood van arbeidsmigranten pakt Keijzer de leiding. Vastlopende procedures hebben Van Weel aan het roer.

Dat kan werken – als dit trio begrijpt wat de vorige minister verkeerd deed. Dat ze niet elk denken dat zij het beleid zijn, of de baas. Dat leiderschap kan stromen naar degene die aan het roer moet. Want leiderschap is een eigenschap van een systeem, niet van een functionaris. Het gaat er niet om wie de baas is, maar wie op welk moment de expertise heeft die nodig is om wat ‘ministersmacht’ uit te oefenen. Dat is het tegenovergestelde van ‘zelf het beleid zijn’.

Uiteindelijk gaat het er niet om aan welke ministers je rapporteert, maar of je bijdraagt aan wat werkt voor de mensen die hier aankomen en hier al wonen

Author attribution

Het grote risico is dat de drie ministers elk hun eigen migratiebeleid gaan voeren. Met elk hun eigen harkje van strategisch beleidsadviseurs, stakeholderoverleggen en spindoctors. Wie zorgt er dan nog voor een gedeelde koers? Het schip der staat kan best drie kapiteins hebben, maar vaart immers wel in één zee. Ze moeten dat in gezamenlijkheid bijsturen. De koers is de uitkomst van hoe ze samenwerken en uit de manier waarop het hele ministerie kan omgaan met signalen voor bijsturen. Dat vraagt continue onderlinge afstemming. (Best zeldzaam in het Haagse.)

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

Ik sta ook even stil bij die ene ambtenaar die de vorige minister zag falen en nu rapporteert aan drie verschillende ministers… Wie niet zelf zijn positie kiest, krijgt er eentje toegewezen. Waar moet je heen met je loyaliteit? Ik stel voor: kies eerst positie in de gemeenschap. (Je ambtseed helpt.) Want uiteindelijk gaat het er niet om aan welke ministers je rapporteert, maar of je bijdraagt aan wat werkt voor de mensen die hier aankomen en hier al wonen.

In de praktijk wordt dit heel tastbaar. Lokaal komt alles bij elkaar. Voor Aksana maakt het niet uit dat haar werkvergunning bij de VVD hoort, haar kamer bij BBB en haar arbeidscontract bij NSC. Bij haar wordt het beleid integraal. Niet in Den Haag, maar in het verzorgingshuis waar zij gaat werken.

Dit vraagt geen kapiteins die denken dat ze zelf het schip zijn. Of die elkaar het stuur niet gunnen. Het vraagt om betekenis geven aan signalen in die complexe en diverse samenleving en passend overheidsgedrag daarvoor voor te stellen. Het bewijs daarvoor vind je in de gemeenschap. Bij de werkgever die weet welke procedures werkbaar zijn, bij de taalmaatjes en bij de gemeenteambtenaar die ziet welke huisvesting werkt en welke buurten of bemiddelingsbureaus wat ‘staatsinterventies’ nodig hebben.

Daar ligt ook de sleutel tot succes. De complexiteit verdwijnt in de dagelijkse operatie, niet in de besturing. Geen positiespel dus, en niet alle aandacht naar een minister, of drie ministers. Maar naar mensen op allerlei plekken die in gezamenlijkheid zorgen dat het schip een stabiele koers heeft. Een ministerie dat gaat begrijpen wat goed migratiebeleid is.

Dit vraagstuk is gebaat bij stuurkunst die we lang niet zagen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Melden als ongepast

Door u gemelde berichten worden door ons verwijderd indien ze niet voldoen aan onze gebruiksvoorwaarden.

Schrijvers van gemelde berichten zien niet wie de melding heeft gedaan.

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in