De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), met de Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma (PvdA) als voorzitter, staat bovenaan de Vrij Nederland Schaduwmacht Top-100 van invloedrijkste belangenorganisaties van Nederland. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) staat op plek 9 en de Unie van Waterschappen vinden we terug op plek 26.
VNG bovenaan in Schaduwmacht Top-100
De VNG is de meest invloedrijke lobbyclub van Nederland, laat de Schaduwmacht Top-100 van maandblad Vrij Nederland zien.

Voor de hand liggend
Dat maakte het maandblad donderdag bekend. De tweede plaats wordt ingenomen door werkgeversorganisatie VNO-NCW, gevolgd door vakbond FNV op 3, TNO op plaats 4 en de koepel van het midden- en kleinbedrijf MKB-Nederland op 5. In samenwerking met de Universiteit van Amsterdam deed Vrij Nederland de afgelopen maanden onderzoek naar de honderd invloedrijkste belangenorganisaties in Nederland. Volgens UvA-onderzoeker Joost Berkhout ligt de eerste plaats van de VNG voor de hand: ‘Het lokaal bestuur heeft op tal van terreinen, van de veiligheid tot de jeugdzorg en van het milieu tot de woningbouw, met de landelijke politiek te maken.’
Flinke sprong
Belangenorganisaties die te maken hebben met woningbouw hebben een flinke sprong op de lijst gemaakt, constateert Vrij Nederland. Aedes, koepel van woningcorporaties, steeg van plek 19 naar plek 8, de Woonbond van 33 naar 14 en Vereniging Eigen Huis van 41 naar 17. De verklaring ligt volgens het maandblad voor de hand: sinds de woningbouw in 2018 stagneerde door het uitbreken van de stikstofcrisis, werden ze regelmatig aan tafel gevraagd door Kamer en kabinet.
Milieu- en natuurorganisaties
Hetzelfde geldt voor de milieu- en natuurorganisatie die met de Tweede Kamer en het kabinet spraken over stikstof- en klimaatbeleid. Natuurmonumenten, met als voorzitter oud-PvdA-minister en huidig burgemeester van Eindhoven, Jeroen Dijsselbloem, steeg van plaats 86 naar plaats 19, Milieudefensie van 37 naar 16 en Natuur & Milieu van 12 naar 6: de hoogste plaats voor de natuurlobby, onder aanvoering van directeur Marjolein Demmers.
Politieke kleur
Naast de lobbyclubs met de beste toegang tot de politiek onderzochten Berkhout en zijn team ook de politieke kleur van de voorzitters van de honderd belangenorganisaties. Wat blijkt: nog steeds bezetten de drie klassieke bestuurderspartijen CDA (25 procent), VVD (21,4 procent) en PvdA (19,6 procent) de meeste topposities in het maatschappelijk middenveld. Volgens Berkhout is dat vooral te verklaren uit de bestuurlijke ervaring die de traditionele middenpartijen met zich meebrengen, citeert Vrij Nederland hem.
Ondergeschoven kindje
De VVD heeft, na dertien jaar aan de macht, weliswaar de achterstand op de PvdA ingelopen, maar nog niet die op het CDA. ‘Dat heeft ook te maken met de partijcultuur’, citeert Vrij Nederland een VVD-woordvoerder. ‘VVD’ers gaan vaak liever naar het bedrijfsleven dan bijvoorbeeld naar een onderwijskoepel. Het veroveren van zulke bestuurlijke posities is voor ons de laatste jaren een ondergeschoven kindje. Het CDA en de PvdA zijn beter in het veroveren en vooral het behouden van de macht.’
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
De vastgeroeste confessionele plucheplakkers bepalen dus eigenlijk nog steeds het regeringsbeleid als ik dit zo lees. Geen wonder dat de noodzakelijke politieke en bestuurlijke "transities" dan ook zo weerspannig verlopen.
De vng zou wensen dat zij de belangrijkst lobbyclub is, want in de praktijk speelt de vng geen enkele rol in het top down denken van het rijk richting gemeenten en dus de vng. Wetgeving wordt gedropt (problemen over schutting gegooid met eff. korting en gemeenten zijn aansprakelijk voor financiele tekorten daarin en worden door de inhoud van wetgeving gedwongen rijksbeleid uit te voeren zonder lokale inbreng), het financieel beleid richting gemeenten is eenrichting en onvoorspelbaar, buietn de samenwrkingsafspraken en soms nog buitenwettelijk. Het manco aan de vng is dat zij teveel verdeeld is tussen groot en klein, te veel gepolitiseerd is en dus geen vuist durft te maken richting rijk. Zij bijten altijd onder veel geklaag en verongelijkheid in het zand. De werkgevers hebben veel meer invloed. Vakbonden nog een beetje maar ja als nog maar 20% is georganiseerd wie vertegenwoordigen zij dan nog. Hiervoor zal andere modus voor moeten worden gevonden, want de van rol en invloed van vakbonden bij pensioenaccoord was buitenproportoneel groot ten opzichte van de vertegenwoordiging van hun kleine achterban.
En als de toppen van de top-100 dan ook nog lid zijn van het WEF, Bilderberg en/of vergelijkbaar, en dat zijn ze, dan weet je zeker dat de TK en EK niets meer in te brengen hebben.