De 70 miljoen euro die het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) vanaf 2027 jaarlijks uittrekt voor lokale en regionale weerbaarheid worden voornamelijk geïnvesteerd in crisisbeheersing.
Bestuurlijke afspraken over investeringen weerbaarheid
De VNG, veiligheidsregio’s en het ministerie van JenV hebben bestuurlijke afspraken gemaakt over investeringen in decentrale weerbaarheid.
Versterking veiligheidsregio's
Dat blijkt uit bestuurlijke afspraken over de inzet en investering in lokale en regionale weerbaarheid die vorige week zijn gemaakt door Foort van Oosten, demissionair minister van JenV, Hein van der Loo, voorzitter van het Veiligheidsberaad, en Ton Heerts, voorzitter van de VNG-commissie Bestuur en Veiligheid en lid van het VNG-bestuur. De miljoenen zullen onder andere worden gebruikt voor noodsteunpunten, het versterken van de veiligheidsregio’s, het ondersteunen en het activeren van de samenleving en de landelijke partners en de publiekscampagne.
Handreiking voor gemeenten
Een weerbare maatschappij moet bijdragen aan de bescherming van veiligheid, vrijheid, welvaart en waarden en het kabinet liet eerder al weten dat een scenario dat de samenleving wordt getest op haar weerbaarheid ‘waarschijnlijker’ wordt door de veranderende geopolitieke dreiging, klimaatverandering en recente rampen in binnen- en buitenland. Eerder dit jaar bracht de VNG al een handreiking uit voor weerbaarheid en veerkracht met 41 maatregelen die gemeenten moeten helpen om zich beter voor te bereiden op langdurige verstoringen en crises. Volgens de VNG worden risico’s zo beperkt en is herstel en aanpassing sneller mogelijk.
Unieke positie
Gemeenten spelen namelijk een cruciale rol in het versterken van de maatschappelijke weerbaarheid en veerkracht, omdat ze als eerste overheid het dichtste bij inwoners en ondernemers staan. ‘Zij hebben een unieke positie’, aldus de VNG. Veiligheidsregio’s en gemeenten werken bijvoorbeeld nauw samen om pilots met de noodsteunpunten te verkennen en burgerhulpverlening te versterken. Noodsteunpunten zijn fysieke locaties die zijn ingericht om informatie en ondersteuning te bieden aan de bevolking in geval van rampen en crises, zoals langdurige uitval van elektriciteit en telecommunicatie.
Al behoorlijk veerkrachtig
Het is van belang dat de noodsteunpunten ook vanuit de samenleving worden gedragen en er voldoende ruimte is voor lokaal maatwerk, schrijft de VNG. Met pilots wordt de komende jaren onderzocht worden op welke wijze deze noodsteunpunten het beste kunnen worden ingericht en wat er nodig is voor een gefaseerde aanpak van een landelijk netwerk in alle 342 gemeenten. ‘Een bijzonder moment dat rijksoverheid, gemeenten en veiligheidsregio's de handen ineenslaan’, aldus Ton Heerts. ‘We gaan nu samen met bedrijven en inwoners aan de slag en ervaren hoe we ervoor staan.’ Hij denkt dat gemeenten met de adviezen uit de VNG-handreiking al ‘behoorlijk veerkrachtig zijn als het erop aankomt’. ‘We denken en doen vooruit!’
Voor zichzelf zorgen
‘Denk vooruit’ is ook de slogan van de publiekscampagne. Omdat hulpdiensten en de overheid bij een noodsituatie niet overal tegelijk kunnen zijn, kan het zich voordoen dat de meeste mensen de eerste 72 uur op zichzelf zijn aangewezen. Daarom is belangrijk dat mensen de eerste drie dagen voor zichzelf en hun huishouden kunnen zorgen. Deze publiekscampagne is op 1 november van start gegaan en benadrukt deze drie stappen: maak een noodpakket, maak een noodplan, praat met elkaar en help elkaar.

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.