Anders kijken naar ontwikkeling en groei

We draaien in Schagen sinds kort een pilot talentgericht werken. A&O fonds Gemeenten faciliteert dit onder de noemer ‘skillsbased werken’, maar in de kop van Noord-Holland houden we ‘t op de Nederlandse variant. In welke taal je het ook doet: nu al zien we mooie effecten van deze pilot.

Het idee achter talentgericht werken is dat er in vaste functieprofielen niet altijd ruimte is om je bredere talenten in te zetten. Terwijl veel collega’s talenten hebben waar we als organisatie ook iets aan kunnen hebben. En waarvan je zelf als medewerker blij bent dat je er iets mee kunt in je werk. Denk aan iemand in de buitendienst die bijvoorbeeld ontzettend goed kan fotograferen. Die zou je prima voor een aantal uur per week kunnen inzetten bij fotomomenten. Zulke talenten worden sinds de start van de pilot steeds meer gezien en dat doet echt iets met de energie in de organisatie. Dat vind ik heel mooi om te zien.

Voor deze pilot meldden zich 60 medewerkers aan, op een totaal van 450 ambtenaren. Mensen die blij zijn bij Schagen en nieuwsgierig zijn naar andere manieren om hun talent in te zetten. Dat levert mooie gesprekken op en is een nieuwe manier van kijken naar ontwikkeling. Waar we voorheen keken naar wat iemand nog mist aan ervaring of opleiding, en daarop inzetten, voeren we nu het gesprek over wat iemand juist graag doet. En wat we kunnen doen om dat werkplezier te vergroten.

Het hoeft overigens lang niet altijd te gaan om verticale groei, maar kan ook een verbreding of verdieping van je functie zijn. Wat is er in de organisatie nog meer voor mij? Dat medewerkers daar in zulke groten getale nieuwsgierig naar zijn, maakt me trots. Het zegt iets over de veiligheid die ze voelen. We hebben allemaal genoeg werk te doen, maar mensen voelen toch de ruimte om deze ontwikkelkansen te pakken.

Eerder schreef ik op deze plek over behoud van jonge ambtenaren, maar het mooie aan deze methode is dat die toepasbaar is op elke medewerker. En waar we nu nog vooral de blik hebben op talent inzetten binnen de eigen organisatie, zou dit in de toekomst natuurlijk ook met andere organisaties in de regio kunnen werken.

We gaan nou eenmaal naar een steeds krappere arbeidsmarkt de komende jaren. Dat betekent dat we het werk moeten doen met mensen die misschien niet zeventien diploma’s hebben, maar wel het talent om richting een bepaalde rol te ontwikkelen. En het fijne is dat de regie bij de medewerker zelf ligt: je wordt gestimuleerd om te onderzoeken wat je wil, zonder dat je meteen een opleiding hoeft uit te zoeken.

Voor ons in Schagen is het bovendien een belangrijk leerpunt om te weten én te zeggen waar we goed in zijn. We zijn vaak heel bescheiden en vinden het moeilijk om te zeggen wat ons talent is. Maar we mogen best wat vaker de slingers ophangen. Dus waar ik graag nog eens terugkom op de concrete resultaten die deze pilot ons ongetwijfeld gaat brengen, ben ik nu al heel blij dat medewerkers hier met elkaar over praten. Dat ze nieuwsgierig zijn naar elkaars talenten. Het is niet ‘gewoon maar je werk’: je doet waar je goed in bent en daar mag je trots op zijn.