Veel gemeenten willen aan de slag met jeugd- en jongerenparticipatie. Maar in de praktijk komt dat vaak slecht van de grond. In recent onderzoek is nagegaan waar dat aan ligt en hoe het beter kan. ‘Ambtenaren zijn vaker onzeker als het gaat om hun vaardigheden om met jongeren om te gaan.’
‘Ambtenaren denken dat jongeren hen saai en oud vinden’
Gemeenten willen meer doen met jeugd en jongeren. Ambtenaren zijn vaak onzeker over hun vaardigheden om met hen om te gaan. Dat kan beter.

Rebel of meeprater?
Welke rol wil je hebben in de plannen van de gemeente als het gaat om wonen en mentale gezondheid? Het waren twee vragen die onderzoekers van de Healthy Start Convergence stelden aan zeventwintig Rotterdamse jongeren in de leeftijd van 12 tot 27 jaar. Op de jongerenvloer van Bibliotheek Blaak waren grote gekleurde borden geplaatst met mogelijke rollen die de jongeren zouden kunnen aannemen, zoals innovator, leider, rebel of meeprater. Met stickertjes konden ze aangeven welke rol hun het meeste aansprak.
Jongeren willen meepraten
‘Wat opviel was dat jongeren een actievere rol wilden hebben dan dat ze nu hebben’, zegt Susanna Osinga, onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). ‘Er waren vooral veel jongeren die voor de rol van meeprater kozen. Terwijl je van ambtenaren vaak hoort: “Tsja, jongeren hebben hier helemaal geen zin in.” Wij merkten dat dat beeld niet klopt. Zeker als het om onderwerpen gaat die ze zelf interessant vinden. Toen we vervolgens met de jongeren in gesprek gingen over mentale gezondheid, kwamen ze echt wel met ideeën voor een concrete aanpak.’
Jongerenparticipatie verbeteren
Jongerenparticipatie is nodig om beleid en programma’s beter te laten aansluiten bij de leefwereld en behoeftes van kinderen en jongeren. In de praktijk wordt dit echter beperkt ingezet, ondanks de vele tools en aanpakken die inmiddels zijn ontwikkeld. Vanuit de Healthy Start Convergence, onderzoek dat zich richt op jongeren, startten onderzoekers in 2023 een tweejarig project om inzicht te krijgen in hoe jeugd- en jongerenparticipatie in gemeentelijk beleid kan worden verbeterd. In het eerste rapport werd nagegaan welke kennis er al is en wat het beste werkt. In het tweede rapport werden negentien diepte-interviews gehouden met ambtenaren. Hoofdvraag was: waarom gaat een beleidsadviseur wel of niet aan de slag met jeugd- en jongerenparticipatie?
Kijk eens een documentaire over wat jongeren vinden over een bepaald onderwerp. Of ga eens een keer praten met een jongere in je omgeving.
Susanna Osinga, onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
Geen duidelijke visie
De onderzoekers concludeerden dat er vele factoren zijn die ervoor zorgen dat beleid niet van de grond komt. ‘Zo zagen we dat er al best veel gebeurt’, zegt Irene Fierloos, postdoctoraal onderzoeker bij de EUR. ‘Maar het zijn vaak losse initiatieven van beleidsmakers die dit belangrijk vinden en zelf initiëren. Als zo’n beleidsmaker dan na een tijdje weer weggaat, dan houdt het project meestal ook op.’ Een andere conclusie was dat er meestal geen duidelijke visie is binnen gemeenten over de participatie van jongeren. Hierdoor ontbreekt rugdekking en weten ambtenaren niet of aan de slag gaan met participatie wel echt de bedoeling is. ‘Er is veel behoefte aan steun’, meent Fierloos. ‘Niet alleen vanuit de organisatie maar ook vanuit de politiek en het bestuur.’
Saai en oud
De onderzoekers hielden de diepte-interviews in Rotterdam bewust niet alleen met ambtenaren die met jeugdbeleid bezig zijn, maar ook met medewerkers van bijvoorbeeld armoedebeleid en sport. Fierloos: ‘Iedereen die beleid maakt dat jongeren aangaat of raakt, zou daarmee bezig moeten zijn.’ Uit de interviews bleek dat ambtenaren vaker onzeker zijn als het gaat om hun vaardigheden om met jongeren om te gaan. Fierloos: ‘In meerdere gevallen hoorden we dat ze denken dat jongeren hen saai en oud vinden. Of dat ze menen dat ze de taal van de jongeren niet spreken. En dan wordt al snel gedacht: dat laat ik maar aan mijn extraverte collega over. Of aan een organisatie die dat super goed kan. Terwijl je ook zou kunnen samenwerken zodat je je die vaardigheden beter eigen maakt.’
Klein beginnen
In de twee rapporten worden allerlei adviezen gegeven om jongerenparticipatie beter op de kaart te zetten. Het gesprek erover voeren en zorgen dat er een visie van bovenaf over het onderwerp wordt gevormd, is zeker belangrijk. Maar ga daar niet op wachten voordat je actie onderneemt, waarschuwen de onderzoekers. ‘Bedenk dat je klein kunt beginnen’, zegt Osinga. ‘Het hoeft nog geen groot project te zijn. Kijk bijvoorbeeld eens een documentaire over wat jongeren vinden over een bepaald onderwerp. Of ga eens een keer praten met een jongere in je omgeving.’
Informele insteek
Het zou fijn zijn als ambtenaren die minder bekend zijn met het onderwerp meer structurele begeleiding zouden krijgen, menen de onderzoekers. Bijvoorbeeld van collega’s die er al ervaring mee hebben. Ambtenaren zouden ook meer met elkaar moeten samenwerken op dit vlak. Een ander belangrijk advies is om participatie zo laagdrempelig mogelijk te houden en niet (alleen) in te zetten op formele organen als een jongerenraad. ‘Er zijn zeker jongeren die dat willen’, erkent Fierloos. ‘Maar om een grotere groep te bereiken, zou je er ook informeler kunnen insteken.’ Er zijn veel manieren waarop jongeren zich laten horen die niet worden opgepikt door de beleidswereld, volgens de onderzoekers. Fierloos: ‘In Rotterdam zijn bijvoorbeeld veel jongerenhubs die inzicht geven in wat er vanuit jongeren zelf is ontstaan.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.