Bijna één op de drie 75-plussers maakte in de eerste helft van 2024 gebruik van een Wmo-maatwerkvoorziening. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein. Zo’n 18 procent van deze groep ontving hulp bij het huishouden.
De monitor laat zien dat het aantal Wmo-cliënten op landelijk niveau redelijk gelijk blijft. Ongeveer één op de vijftien Nederlanders deed in de eerste helft van 2024 een beroep op een Wmo-maatwerkvoorziening, zoals hulp bij het huishouden. Wmo-ondersteuning kan ook aangeboden worden als algemene voorziening.
In de eerste helft van 2024 maakte 32 procent van de 75-plussers gebruik van een Wmo-maatwerkvoorziening. Bijna 18 procent van deze groep ontving hulp bij het huishouden. Het gebruik varieert echter sterk per gemeente en wordt onder andere beïnvloed door demografische factoren en lokale beleidskeuzes.