Overslaan en naar de inhoud gaan

Wethouders weinig vertrouwen in hervorming jeugdzorg

Zo’n 44 procent van de ondervraagden heeft weinig fiducie en 12 procent heeft zelfs ‘heel weinig vertrouwen’ in de gemaakte afspraken.

In juni 2023 werd de Hervormingsagenda Jeugd definitief vastgesteld
In juni 2023 werd de Hervormingsagenda Jeugd definitief vastgesteld − Martijn Beekman

De meeste wethouders hebben weinig vertrouwen in de Hervormingsagenda Jeugd. Dat blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur. Ook over de voortgang zijn lokale bestuurders overwegend kritisch. Slechts 11 procent beoordeelt de vorderingen als ‘positief’.

Financieel beheersbaar

Bijna twee jaar geleden werd de Hervormingsagenda Jeugd definitief vastgesteld door gemeenten, het rijk en de jeugdzorgaanbieders. De agenda bevat een groot pakket aan afspraken om de jeugdzorg te verbeteren en tegelijkertijd financieel beheersbaar te maken.

‘Grootste hervorming’

Er worden echter vraagtekens gezet bij de haalbaarheid van de doelstellingen. De uitvoering van de hervormingsplannen staat onder grote financiële druk. De Deskundigencommissie, onder leiding van voormalig zorgminister Tamara van Ark (VVD), waarschuwde in januari dat de uitgaven aan jeugdzorg blijven oplopen, terwijl vanaf 2026 juist forse besparingen worden verwacht. In samenwerking met de Wethoudersvereniging peilde Binnenlands Bestuur hoe wethouders aankijken tegen de ‘grootste hervorming sinds de decentralisatie van de jeugdzorg’.

Kritisch

Wat blijkt? De meeste wethouders hebben niet veel vertrouwen in de Hervormingsagenda Jeugd. Zo’n 44 procent van de ondervraagde wethouders heeft weinig vertrouwen en 12 procent heeft ‘heel weinig vertrouwen’ in de gemaakte afspraken. Slechts een derde van de wethouders zegt ‘veel vertrouwen’ te hebben in de Hervormingsagenda. Ook over de voortgang van de hervormingsplannen zijn lokale bestuurders overwegend kritisch. Slechts 11 procent beoordeelt de vorderingen als ‘positief’. Een meerderheid is uitgesproken terughoudend: 43 procent is neutraal, nog eens 43 procent uit zich negatief. Bijna één op de tien wethouders bestempelt de voortgang zelfs als ‘zeer negatief’.

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

Stelselwijziging

Een belangrijke oorzaak voor het lage vertrouwen is volgens veel wethouders dat de hervormingen niet ver genoeg gaan. Bijna de helft van de respondenten (48 procent) meent dat een betere jeugdzorg vraagt om een volledige stelselwijziging. Volgens deze groep gaat de Hervormingsagenda Jeugd daar geen verandering in brengen. Een kwart van de wethouders deelt die mening niet, terwijl 22 procent neutraal blijft.

Bezuinigingen

Daarnaast geldt ook hier het devies ‘geen taken zonder knaken’. Bijna zes op de tien wethouders (58 procent) vinden dat zonder voldoende financiering vanuit Den Haag gemeenten hun jeugdzorgtaak beter kunnen overdragen aan de provincie of het rijk. Opnieuw is een kwart van de ondervraagden het hiermee oneens; bijna 15 procent stelt zich neutraal op.

Wettelijke verplichtingen

Het gebrek aan geld wordt bovendien gezien als een van de grootste obstakels voor de verbetering van de jeugdzorg. Ongeveer 87 procent van de wethouders kwalificeert de geplande bezuinigingen als belemmerend voor de hervormingen. ‘We kunnen met 1001 taken en wettelijke verplichtingen zonder adequate financiën niet het landschap omkeren, laat staan onze verantwoordelijkheid nemen waar we in feite voor aan de lat staan’, aldus een wethouder uit Limburg.

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

Meer verwacht

Ook Sarath Hamstra (CDA), wethouder in Ermelo, is kritisch: ‘We ontvangen simpelweg onvoldoende middelen’. Hij is ‘zeer ontevreden’ over de opstelling van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), die medio april na overleg met het kabinet sprak van ‘voorzichtig optimisme’ over de financiële vooruitzichten voor gemeenten. Eerder werd nog gedreigd met juridische stappen als er geen akkoord zou komen over extra centen voor de jeugdzorg. ‘Hierin had ik meer van de VNG verwacht’, zegt Hamstra.

Personeelstekort

Naast financiële tekorten wijzen wethouders op andere knelpunten. Zo noemt 62 procent het aanhoudende personeelstekort als een struikelblok, terwijl 42 procent vindt dat er te weinig aandacht is voor het alledaagse leven van kinderen en jongeren.

Afbouw gesloten jeugdhulp

Bij het terugdringen van de residentiële jeugdhulp moet de gesloten jeugdhulp in 2025 kleinschalig worden ingericht, met als doel: nul gesloten plaatsingen in 2030. De uitvoering is echter nog volop in ontwikkeling. Zes op de tien gemeenten zeggen dat de gesloten jeugdhulpaanbieders met wie ze contracten hebben kleinschalig werken. Bij ruim een kwart (27 procent) is dit nog niet het geval.

Lokale bestuurders noemen daarvoor verschillende redenen. In sommige gemeenten is de transitie ingezet of wordt het plan nu voorbereid, zoals in een enkele Limburgse gemeente. Andere wethouders stuiten op obstakels. ‘De gesloten jeugdhulpaanbieders zijn bezig om hun huidige locatie om te bouwen naar kleinschalige locaties. Dit kost echter veel tijd en geld. Er is nog onvoldoende aanbod voor kleinschalige woonvormen’, zegt een woordvoerder van de Zuid-Hollandse gemeente Nissewaard.

Ook geld speelt een rol. ‘De aanbieders verkeren in financiële problemen, waardoor ze te veel bezig zijn met het hier en nu in plaats van met de transformatie’, vertelt wethouder Ramona Sour (Jong Maashorst) uit het Brabantse Maashorst. ‘Ze kunnen niet zo snel afschalen vanuit kostenoverweging’, zegt de Gelderse wethouder Marco Bennink (Lokaal Belang) uit Oude IJsselstreek.

Bij enkele wethouders is het geduld op. ‘Als wethouders gaan we de druk nu verder opvoeren’, verzekert een Brabantse wethouder, doelend op de gesloten jeugdhulpaanbieders die volgens de gemeentebestuurder nog niet zo ver zijn. En in een andere Brabantse gemeente – Land van Cuijk – proberen ze met hun eigen verblijfsaanbieders het nieuwe aanbod zelf op te bouwen. ‘We willen ons eigen zorglandschap zodanig versterken dat we voor de meer complexe casuïstiek niet meer afhankelijk zijn van gesloten jeugdzorg en instellingen van buiten onze regio’, vertelt wethouder Joost Hendriks (CDA). Volgens de lokale bestuurder moeten laatstgenoemde instellingen namelijk ‘een fikse transformatie’ doormaken. ‘Wij vragen ons af of dat gaat lukken’, aldus Hendriks.

Van de wethouders geeft driekwart aan toe te zien op misstanden bij gesloten jeugdhulpaanbieders. Zo’n 13 procent zegt dat niet te doen; 10 procent geeft aan het niet te weten.

Reikwijdte

Hoewel veel wethouders sceptisch zijn over de Hervormingsagenda Jeugd, klinken er ook gematigd positieve geluiden. Zo verwacht 45 procent van de wethouders dat het beperken van de reikwijdte van de Jeugdwet de grootste bijdrage zal leveren aan een beter functionerend jeugdzorgstelsel. Ook van de inzet van stevige lokale teams wordt veel verwacht: driekwart denkt dat dit de jeugdzorg ten goede komt. Hetzelfde geldt voor het versterken van de pedagogische en sociale basis (70 procent).

Marktwerking

Wat volgens de lokale bestuurders minder zoden aan de dijk zet, is standaardisatie van processen en het terugdringen van administratieve lasten: nog geen 3 procent ziet daarin de grootste kans op verbetering. Ook de afbouw van gesloten jeugdzorg (11 procent), de aanpak van negatieve effecten van marktwerking (18 procent) en de inzet van praktijkondersteuners bij de huisarts (25 procent) zien relatief weinig wethouders als doorslaggevend.

Verstandig

Op één punt is er opvallend veel eensgezindheid: de verplichte regionale samenwerking bij de inkoop van specialistische jeugdzorg. Bij elkaar vindt bijna 85 procent van de wethouders dit ‘een verstandig besluit’, waarvan 31 procent zelfs ‘een zeer verstandig besluit’. Slechts een klein deel (minder dan 10 procent) acht de maatregel onverstandig.

Stabieler zorgaanbod

Een veelgenoemd argument is dat regionale samenwerking helpt om specifieke expertise en zorg te behouden die anders zouden verdwijnen door de lage prevalentie onder jongeren. Dat stelt althans zo’n driekwart van de lokale bestuurders. Daarnaast denken wethouders dat regionale samenwerking ervoor zorgt dat aanbieders van specialistische jeugdzorg beter kunnen inspelen op de behoeften binnen een regio, wat leidt tot een stabieler zorgaanbod en een hogere kwaliteit van zorg (68 procent).

Contractonderhandelingen

Er worden ook praktische voordelen genoemd: circa 62 procent meent dat de administratieve lasten voor zorgaanbieders afnemen dankzij uniforme contracten en afspraken. En niet geheel onbelangrijk: gemeenten die samenwerken, staan sterker in contractonderhandelingen met zorgaanbieders. Ongeveer 55 procent van de wethouder denkt dat dit kan leiden tot betere prijsafspraken en meer invloed op de kwaliteitseisen binnen de jeugdzorg.

Voortouw

De Tweede Kamer nam in april het wetsvoorstel aan dat regionale samenwerking verplicht. Toch zijn wethouders niet in de veronderstelling dat deze stap genoeg zal veranderen. Op de vraag welke maatregelen uit de Hervormingsagenda het meest zullen bijdragen aan het verbeteren van de jeugdzorg, noemt slechts 12 procent verplichte regionale samenwerking bij de inkoop van specialistische jeugdzorg. De sleutel tot verbetering ligt elders. Met name het rijk zou hierin het voortouw moeten nemen, vinden vier op de vijf wethouders. In de woorden van wethouder Rob Reuvers (FD Partij Beneden-Leeuwen) uit het Gelderse West Maas en Waal: ‘Ik heb de afgelopen jaren weinig positiefs meegemaakt op het gebied van ontwikkeling in de jeugdzorg vanuit het rijk. Zij moeten in mijn ogen verantwoordelijkheid nemen en een meerjarige realistische visie neerleggen om dat vervolgens ook uit te kunnen voeren.’

Lees het volledige onderzoek in Binnenlands Bestuur nr. 9

Verantwoording

De enquête is uitgezet in april 2025. Van de 342 gemeenten hebben 86 wethouders uit 86 verschillende gemeenten de vragenlijst ingevuld.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma

Voor wat de financiën betreft is dit artikel gedeeltelijk achterhaald door hogere financiële bijdragen van het Rijk (voorjaarsnota). Nu deze besluitvorming heeft plaatsgevonden moeten de wethouders Jeugdzorg en hun ambtenaren ook eens doorpakken. Dat betekent o.a. ook stringente(re) budgetbewaking, efficiënt werken en de hervormingsagenda uitvoeren.

Op 15 mei 2025, 11:41

Melden als ongepast

Door u gemelde berichten worden door ons verwijderd indien ze niet voldoen aan onze gebruiksvoorwaarden.

Schrijvers van gemelde berichten zien niet wie de melding heeft gedaan.

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in