De meeste lage inkomens heeft de gemeente Pekela en de minste lage inkomens telt Rozendaal. Dat blijkt uit een analyse van LiasInfo van voorlopige CBS-cijfers van huishoudinkomens van 2015 tot 2023.
Pekela scoort laag op welvaart uit inkomen
Pekela is en blijft de gemeente met relatief gezien de meeste lage inkomens. Heerlen nam vergeleken met 2020 plaats 3 over van Stadskanaal.
VNG
Dat CBS-onderzoek is gedaan in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, VNG. In ruim 150 gemeenten heeft bijna een op drie of meer huishoudens een laag inkomen, waarvan in zes gemeenten 40 procent of meer huishoudens een laag inkomen hebben. Vier daarvan zijn te vinden in Zuid-Limburg.
Heerlen
De Groningse gemeente Pekela is en blijft de gemeente met relatief gezien de meeste lage inkomens. Ten opzichte van 2020 is er niet veel veranderd. Ook toen voerde Pekela deze top tien aan – toen lag het percentage overigens wel 0,4 procent lager. De gemeente Heerlen nam vergeleken met dat jaar plaats 3 over van Stadskanaal. Maar in beide gemeenten steeg het aandeel huishoudens met een laag inkomen: in Heerlen met 0,6 procent, in Stadskanaal met 0,3 procent.
Rozendaal
Het Gelderse Rozendaal stond al te boek als een van de gemeenten met de meeste rijke inwoners. Huishoudens met een laag inkomen zijn er erg weinig te vinden, veel minder zelfs dan in Bloemendaal – de nummer twee op de ranglijst. CBS-cijfers over 2020 laten een soortgelijk beeld zien. Ook toen was Rozendaal de gemeente met het kleinste aandeel huishoudens met een laag inkomen. In de afgelopen jaren is het zelfs nog met 1,2 procent gedaald. In de tussentijd wisselden Oegstgeest en Bloemendaal van plek: Oegstgeest zag het aandeel lage inkomens met 0,5 procent stijgen, Bloemendaal met ‘maar’ 0,2 procent.
Welvaart
Huishoudens worden volgens het CBS in dit onderzoek niet vergeleken op basis van hun absolute inkomens, maar hun inkomens worden gecorrigeerd voor omvang en samenstelling van de huishoudens. Huishoudens worden op deze manier vergeleken op de welvaart uit hun inkomens.
Het CBS wijst er met nadruk op dat de cijfers niet corresponderen met de huidige reguliere CBS-statistieken over huishoudens in armoede of de voormalige CBS-statistieken over huishoudens met ‘risico op armoede’, of ‘een laag inkomen’ of met een ‘inkomen onder het sociaal minimum’. ‘De gevraagde indeling is uitzonderlijk en zeer specifiek, zo zijn op uitdrukkelijk verzoek de huishoudens met de laagste welvaart uit hun inkomens niet meegenomen.’
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 23 van deze week.(inlog)
