Overslaan en naar de inhoud gaan

Schuldhulpverleners in de rechtbank tegenover werkgever

De dubbele pet van de gemeente brengt schuldhulpverleners soms in een lastige positie.

Shutterstock touwtrekken
− Shutterstock

Terwijl gemeentelijke schuldhulpverleners de belangen van cliënten verdedigen in de rechtbank, komt het regelmatig voor dat de gemeente zelf als schuldeiser aan de andere kant zit. Gemeenten willen geld zien, maar ook hun inwoners uit de schulden helpen. De schuldhulpverlener belandt in een spagaat.

Schuldeiser

Gemeenten staan op plek vier als het gaat om de meest voorkomende schuldeisers die schuldhulpverleners tegenkomen bij cliënten. Dat blijkt uit het meest recente jaarverslag van de NVVK, de branchevereniging voor schuldhulpverlening, beschermingsbewind en sociaal bankieren. Alleen de Belastingdienst, zorgverzekeraars en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) komen vaker voor in de schuldenpakketten. Onderzoeken van enkele jaren geleden, bijvoorbeeld door de Nationale ombudsman, tonen aan dat (decentrale) overheden bijzonder stug zijn als het gaat om de invordering van schulden.

Schuldhulpverlener

Tegelijkertijd zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de schuldhulpverlening. Meestal eerst via het minnelijke traject. De gemeente maakt dan afspraken met alle schuldeisers over het aflossen van de schulden. Daarnaast wordt steeds vaker het instrument ‘saneringskrediet’ ingesteld. Dan neemt de gemeente de betaling aan de schuldeisers over. Maar wat als de gemeente zelf nog geld krijgt van haar inwoner?

Dubbele pet

Dan wordt de dubbele pet al snel duidelijk: gemeenten zijn enerzijds verantwoordelijk voor de hulp aan mensen met schulden, maar zijn tegelijkertijd vaak zelf schuldeisers die geld willen terugvorderen. Dat is in sommige gevallen problematisch, zo blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Overijssel uit 2014. Op 5 februari van dat jaar vernietigde de rechter een besluit van de gemeente Kampen om een inwoner uit te sluiten van minnelijke schuldhulpverlening. Kampen voerde aan dat de schuld was ontstaan door bijstandsfraude, toen nog onder de Wet werk en bijstand (WWB). De rechtbank ging daar om meerdere redenen niet in mee.

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

Kampen

De rechter nam het Kampen ten eerste kwalijk dat er geen scheiding bestond tussen de afdeling die het recht op een uitkering bepaalde en de afdeling die besliste over aanvragen om voor schulddienstverlening in aanmerking te komen. Als dat op dezelfde afdeling gebeurt, is het volgens de rechtbank onmogelijk om zorgvuldig te beoordelen of iemand in aanmerking komt voor schuldhulpverlening. Bovendien handelde Kampen in strijd met haar eigen beleid: in het gemeentelijke beleidsplan stond juist dat aanvragen met fraudeschulden niet automatisch afgewezen mochten worden enkel op basis van die fraude.

Niet opdagen

In de praktijk komt het regelmatig voor dat cliënten bezwaar en beroep aantekenen bij de rechter om een afgewezen schuldhulptraject, vertelt André Moerman, specialist in de juridische aspecten van schulden en eigenaar van de website Schuldinfo.nl. Hij noemt als ‘interessant voorbeeld’ de gemeente Rotterdam: ‘Daar stapt de afdeling schuldhulpverlening standaard naar de rechter om een dwangakkoord aan te vragen wanneer hun collega’s van de afdeling die gaat over het incasso niet akkoord gaan met de minnelijke schuldregeling.’

Lastige positie

De dubbele pet van de gemeente brengt schuldhulpverleners soms in een lastige positie. Naar de rechter stappen om vervolgens tegenover je eigen werkgever te staan, dat moet je maar durven. Toch is het volgens Moerman essentieel dat het wel gebeurt. ‘Het kan best ingewikkeld zijn, maar de schuldhulpverlener moet altijd blijven denken vanuit het belang van de cliënt. En dus nooit met de pet van de gemeente op. Een gemeente mag als schuldeiser best weigeren mee te werken met een schuldereging, maar de schuldhulpverlener moet zich daar niet bij neerleggen. En dus wel doorgaan, bijvoorbeeld met een rechtsgang om een dwangakkoord te verzoeken.’

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

Druk

Maarten Bergman, opleider in de schuldhulpverlening, ziet dat schuldhulpverleners in de praktijk regelmatig onder druk staan om ook het belang van hun werkgever – de gemeente – mee te laten wegen: ‘Dan zegt de afdeling terugvordering bijvoorbeeld dat de schuldenaar in dat geval ‘echt een boef’ is, en dat ze liever niet meewerken aan een minnelijk schuldhulptraject. Dat kan, maar ik hoor ook verhalen waarbij er dan wordt opgemerkt dat het niet op prijs wordt gesteld wanneer de schuldhulpverlener bijvoorbeeld inzet op een dwangakkoord. Dan moet je een goede schuldhulpverlener zijn en sterk in je schoenen staan om alsnog het belang van je cliënt te behartigen.’

Lees het hele artikel deze week in BB 11.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma

De systematiek rond de schuldhulpverlening deugt niet. Via de huidige methodiek creëren Overheden voor zichzelf een voorrangpositie, terwijl de andere schuldeisers (bedrijven, burgers) vrijwel altijd volledig het nakijken hebben.

Op 17 juni 2025, 19:03

Melden als ongepast

Door u gemelde berichten worden door ons verwijderd indien ze niet voldoen aan onze gebruiksvoorwaarden.

Schrijvers van gemelde berichten zien niet wie de melding heeft gedaan.

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in