Het gaat niet goed met het basisonderwijs in Nederland. Er is steeds meer geld nodig en de resultaten blijven uit. Tijd om het over een andere boeg te gooien: een ontzorgingsprogramma voor basisscholen.
Ontzorgingsprogramma voor basisscholen nodig
Basisscholen moeten worden ontzorgd op administratie, gebouwbeheer en zorgtaken om de onderwijskwaliteit echt te verbeteren.
Er zijn duidelijke aanknopingspunten. Neem de leraren: zij besteden elke week 6 tot 8 uur aan administratie, blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer (juni 2025). Voor ruim 8 procent van de docenten is dat de belangrijkste reden om een andere baan te zoeken. Als we docenten hierin ontzorgen, kunnen we hen gemotiveerd en bij de les houden, en is er meer tijd voor het onderwijs. Als elke leraar één uur minder met administratie bezig zou zijn, zou dat 2.250 fte per jaar besparen. De ‘voor het onderwijs noodzakelijke administratie’ kan natuurlijk moeilijk worden geschrapt, maar rompslomp ‘voor het geval dat’ kan van het bordje.
Veel kinderen zitten dagelijks verplicht in een ongezond, verouderd, onveilig gebouw
Een ander punt is dat we als samenleving veel zorg voor kinderen bij scholen hebben neergelegd en er een cordon aan professionals omheen hebben gebouwd: kinderopvang, jeugdzorg, pedagogen en welzijnsmedewerkers. 'It takes a village to raise a child', maar die ‘village’ kan nauwelijks nog bij het kind komen. Daarbij helpt een brede school, met al die professionals eromheen, het onderwijs niet vooruit. Hoewel een brede school positief kan werken voor het algemene welzijn van een kind, heeft het geen aantoonbare effecten op de onderwijsresultaten. Het levert vaak wel extra taken en afstemming voor de scholen op.
Het is hard nodig dat de landelijke politiek zich expliciet uitspreekt over de rol die basisscholen in de samenleving hebben. Gaan we scholen ontlasten van taken die niet bijdragen aan het onderwijs? Prima, dat gaat de onderwijskwaliteit helpen. Willen we het onderwijs anders vormgeven en toewerken naar een meer integrale kind- of buurtvoorziening? Ook goed, maar dan moeten het dagprogramma én het systeem daarop worden aangepast. Dat vraagt meer dan het werk van verschillende organisaties aan elkaar plakken en ze bij elkaar in een gebouw stoppen. Punt voor het Rijk.
Het gebouw is een derde punt waarmee we scholen kunnen ontzorgen. Scholen mogen niet in gebouwen investeren, maar betalen wel het onderhoud. Ze zijn 100 procent verantwoordelijk voor hun gebouw, maar gebruiken dit slechts 15 procent van de tijd voor onderwijs. Voor de benodigde investeringen krijgen gemeenten te weinig geld vanuit het Rijk. Gevolg: veel kinderen zitten dagelijks verplicht (want leerplicht) in een ongezond, verouderd, onveilig gebouw. De te hoge CO₂-waarden belemmeren de leerprestaties en de gezondheid van zowel kinderen als docenten.
In de renovaties van scholen in de komende jaren ligt een mooie kans om de gebouwen beter te benutten. Schoolpleinen kunnen buiten schooltijd als openbare ruimte worden gebruikt en worden meegenomen in het reguliere groenonderhoud van gemeenten. Het gebouw kan een gemeenschapshuis worden: een plek voor ‘the village’, voor de zelfredzame, ouder wordende samenleving. Hier zijn nieuwe afspraken voor nodig — een punt voor scholen, gemeenten en het Rijk. De landelijke politiek kan daarbij helpen. Hopelijk zien we dat terug in de verkiezingsprogramma’s.
Ingrid de Moel, Bouwstenen voor sociaal
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.